Het Koninkrijk voor de armen van geest
In de Bergrede onderwijst Christus Zijn discipelen en de schare die staat te luisteren. Het onderwijs gaat over Wie de Koning van dit Koninkrijk is en wie de onderdanen van dit geestelijk Koninkrijk zijn.
Christus is de Koning der koningen en Hij richt dit Koninkrijk der hemelen op in de harten van de Zijnen in de ure van de wedergeboorte. In dit Koninkrijk der hemelen gaat alles zo anders dan in de koninkrijken van deze wereld. In de koninkrijken van deze wereld gaat het om eer, macht en rijkdom. Maar die koninkrijken zijn, hoe groot ze ook mogen worden, toch betrekkelijk en slechts voor een tijd. Het Koninkrijk der hemelen is echter eeuwig. Het is een hemels Koninkrijk, want de oorsprong van dit Koninkrijk is hemels, de aard van dit Koninkrijk is hemels en het doel van dit Koninkrijk is hemels.
Uit het welbehagen
Dit Koninkrijk der hemelen komt uit het welbehagen des Vaders. Het is gegrond op de Borgstelling van eeuwigheid van Christus. Hij kwam uit de hemel naar de aarde om door Zijn lijden en sterven dit Koninkrijk voor Zijn Kerk te verwerven: ‘Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden’ (2 Kor 8:9). Hij moest zeggen: ‘De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge’ (Luk. 9:58).
Op Golgotha was voor Hem geen plaats meer op de aarde, opdat Hij het Koninkrijk der hemelen zou aanbrengen voor Zijn bruidskerk. Als de Koning der koningen is Hij opgestaan uit de doden en heeft Hij satans kop vermorzeld. Nu staat dit Koninkrijk vast op pijlers van waarheid, gerechtigheid en trouw. Als de levende Koning van Zijn Kerk brengt Hij door Geest en Woord toe tot dit Koninkrijk. Dan worden verloren adamskinderen door hartvernieuwende genade verlost uit alle heerschappij van satan en worden zij onderdanen van Zijn Koninkrijk.
Gerechtigheid
Geliefde lezer(es), waar de Heere dit wonder werkt, worden we zo nameloos rijk, zo onuitsprekelijk gelukkig. Dan mogen we - aan de zijde Gods - om Christus‘ wil deel krijgen aan de enige troost in leven en sterven en dan wordt de volkomen gerechtigheid en heiligheid van Christus de onze. Er is werkelijk geen gelukkiger en rijker volk dan het volk van God. De weg tot de bevindelijke kennis van deze ware rijkdom en troost leert de Heere Zelf in het hart van Gods kind, in de doorleving van de drie stukken uit onze Heidelbergse Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. Bearbeid door Gods Geest gaat de ziel, die dacht rijk en verrijkt te zijn met de godsdienst of de wereld, zien dat hij God kwijt is en daarom zo nameloos arm is geworden. Zonder God en zonder hoop op deze wereld en dat door eigen schuld. Daarbij komt een diepe droefheid naar God, vanwege de liefde Gods in het hart uitgestort.
Hoeveel een mens in het tijdelijke ook heeft, dít maakt ons nameloos arm. Want deze armoede is met niets op te lossen dan alleen door verzoening en vrede met God. Door de ontdekking door de Heilige Geest leren we arm te zijn aan kennis, gerechtigheid, heiligheid, liefde, geloof en hoop. Eigenlijk, arm aan alles, arm aan God.
Arm van geest
Dit zijn de armen van geest. Hoe meer we proberen iets daarvan aan te brengen door onze eigen werken, hoe meer we leren dat uit ons geen vrucht meer in der eeuwigheid is. Gelukkig als de Heere al het onze finaal afsnijdt, want in die weg komt er plaats voor Christus. Wat wordt het in de verlorenheid van ons bestaan tegenover een heilig, rechtvaardig en goeddoend God een wonder dat de Heere hulp besteld heeft bij een Held, Die machtig en gewillig is om te verlossen.
In Hem is alles. Zijn hemels onderwijs verlicht het hart: ‘In Uw licht zien wij het licht’ (Ps. 36:10). Zijn gerechtigheid alleen redt van de dood. In Zijn heiligheid kan een verdorven zondaar voor God bestaan. Zijn liefde voor zo’n arme van geest vervult het hart met onuitsprekelijke wederliefde.
Ze zijn zalig om het genadewerk Gods in hun hart. Het is waar, ze voelen zich bij tijden rampzalig, maar als zij door het geloof de Koning in Zijn schoonheid mogen zien, dan stroomt het hart vol van de liefde en de zaligheid in Hem. Daarom zijn het zalige armen. In die zielszalige tijden mogen ze geloven dat ook zij onderdanen van dat Koninkrijk der hemelen zijn. Dit zijn ogenblikken die zich meer laten doorleven dan beschrijven.
Bedelen aan de troon
Hoelang blijft dat volk arm van geest? Hun leven lang! In zichzelf blijven het arme zondaren. In die weg wordt een mensenkind ook steeds meer bedelaar aan de genadetroon. Hun zaligheid ligt niet in het arm van geest zijn, maar in de rijkdom die er in Christus is. In zichzelf vinden ze steeds meer het bederf in Adam. Dat doet ze bedelen om een kruimel genade, om een blijk van Zijn lieve gunst. Hoe arm ze ook zijn, nooit zouden ze meer willen ruilen voor de schatten van de wereld. ‘Bij U, mijn Koning en mijn God, verwacht mijn ziel een heilrijk lot’.
Zalig zijn ze, die armen van geest. Hier mogen ze al delen in de rijkdom van de Koning van het Koninkrijk der hemelen. Hoe menigmaal het hier ook bestreden wordt, bij hun sterven mogen ze ingaan in de vreugde huns Heeren. Dan mogen ze die dierbare Heere Jezus zien gelijk Hij is. Dan mogen ze eeuwig bij de Heere zijn, dan zijn ze eeuwig welgelukzalig. Geliefde lezer(es), dit is het leven dat nooit meer sterft. Wanneer we hier nog vreemdeling van zijn, smeek dan toch of de Heere ons deze genade wil schenken.
Voor Gods Kerk, in welke stand van het leven ook, geldt het: ‘Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen’.
Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Mattheüs 5:3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 2024
De Saambinder | 16 Pagina's
