Het uitgieten van de Heilige Geest
In het eerste gedeelte van het boek Joël roept hij het volk hartelijk op tot verootmoediging. Dat is ook nu voor ons allen nuttig om ter harte te nemen.
En daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien. Joël 2:28
Toen waren in de omstandigheden de daden des Heeren te merken. Dat is ook nu in alles merkbaar. Die omstan- digheden wezen op de vijandelijke legermachten. Zo worden wij ook bepaald bij de vijandschap die wij door onze zonden hebben aangebracht tegenover een goeddoend God. En daar wijst ook het tweede gedeelte van het boek Joël op. Er staat in de tekst: ‘En daarna zal het geschieden…’ Er zal dus een vervolg komen. Daar wordt in vers 23 op gewezen: ‘Want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid’. Dat betekent volgens de kanttekening: ‘Hij zal u zekerlijk geven den beloofden Messias Jezus Christus, de hoogste Profeet en Herder van de zielen, Die uitwendig zal leren door het Woord van het Evangelie, en inwen- dig door Zijn Geest, krachtig werkende het rechtvaardigmakende geloof in Hem, Die alleen onze Gerechtigheid is voor God’. Joël zegt: ‘En daarna…’ Dat is na de komst en verschijning van de Messias in het vlees. Hij is niet alleen gekomen op aarde om Mens te worden, maar Hij kwam om te lijden en sterven. Zo heeft Hij volkomen betaald aan het eisend recht van God. Op de Paasmorgen is Hij opgewekt uit de dood en is Hij ver- schenen aan Zijn kinderen.
En dan ‘zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten’. Het is de HEERE God, de getrouwe Verbondsgod, Die de Hei- lige Geest beloofd heeft. Die zekerheid van ‘Ik zal’ heeft zijn grond in het eeuwig welbehagen.
Grote overvloedigheid
Nu staan wij voor het Pinksterfeit. Het wijst ons op het volbrachte werk van Christus, dat toegepast zal worden door de Heilige Geest. Dat wordt ons in de tekst ook aangewezen: ‘Uitgieten over alle vlees’. Uitgieten ziet op de grote overvloe- digheid van Christus’ werk. Jesaja heeft dat ook geprofeteerd: ‘Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen’.
‘Over alle vlees’, dat is: alle soorten van mensen in alle tijden en plaatsen. Het zal niet alleen zijn voor de Joden, want op de Pinksterdag is de middelmuur des afscheidsels weggenomen en dat Evange- liewoord zal doorgaan tot aan het uiterste einde van de aarde.
‘En uw zonen en uw dochters zullen pro- feteren’, zegt Joël. Dat betekent dat zij de verborgenheden van het heilig Evangelie door de werking van de Heilige Geest zullen verstaan en uitleggen. Dit wijst ons in de eerste plaats op onze verlorenheid. Eenmaal verstond de mens met zijn recht geschapen kennis het doel waartoe de mens op de aarde gesteld was. Door de diepe val, waarin de mens moed- en vrij- willig van God weggelopen is, zijn we dat kwijtgeraakt. Daardoor zijn het verborgen- heden voor ons mensen geworden.
Wij die waardig zijn om voor eeuwig bui- tengesloten te worden, horen hier in het Evangelie dat er een mogelijkheid is om weer hersteld te worden in het rechte beeld Gods. En daar is één grond voor. Dat is de grond van het genadeverbond van een drie-enig God. Christus heeft Zich van eeuwigheid gegeven om de menselijke natuur te gaan aannemen, om een gevallen mens in alles gelijk te worden, uitgenomen de zonde. Hij deed dat in de eerste plaats tot eer van Zijn Vader, maar ook tot zalig- heid voor al de uitverkorenen.
Tot grote verwondering
Als we dan op de Pinksterdag mogen gedenken dat de Heilige Geest is uitgestort en dat op één dag drieduizend zielen tot God bekeerd mochten worden, zou ons dat toch tot grote verwondering maar ook tot grote aansporing moeten zetten: Heere, wat moet ik doen om zalig te worden? U heeft het ons in Uw eigen Woord laten beschrijven dat er onder de jonge mensen zullen zijn die Uw genade gaan leren verstaan en daarover gaan getuigen. Zou dat ook mijn deel mogen zijn? Is dat jullie vraag al geworden, jonge mensen? Nu is het nog genadetijd. Ook staat er: de ouden ‘zullen dromen dromen’. Dat wijst op de tijd van het Oude Testament van dromen en visioenen. Ouderen, is dat uw uitzien al geworden? ‘En uw jongelingen gezichten zien’, dat wijst op vergezichten door het geloof. Er zullen dus mensen zijn uit alle geslach- ten en volken tot in het laatste nageslacht die genade zullen ontvangen en daarvan zullen gaan getuigen. Als dat werk van Gods Geest begint in het hart, gaan we verstaan door het geloof waar wij onszelf gebracht hebben. Diezelfde Geest zal steeds weer met dat ontdekkende licht moeten komen om zo van stap tot stap dat volk te leiden in de verborgenheden van de Godzaligheid. En dat volk zal ook steeds weer, maar ook meer en meer ontdekt worden aan hun blindheid en dwaasheid. Voor hen wordt het een steeds groter wonder dat God in Christus door de Heilige Geest voor zulke mensen een weg heeft uitgedacht en uitgewerkt.
Nader onderwijs
De Heilige Geest is uitgestort op de Pink- sterdag. Daardoor werden en worden mensen wedergeboren door Zijn kracht. Voor de discipelen mocht de Heilige Geest komen, opdat Hij zou gaan wonen in hun hart als Persoon, om verzoend te mogen worden met een drie-enig God. Heeft het werk, of de Persoon van de Hei- lige Geest al waarde gekregen voor ons? Mogen we dat niet ontkennen? Smeek dan om nader onderwijs, want in dat wonder raakt een mens nooit uitgeleerd en ook nooit uitgewonderd. Dat het in de dag der dagen niet tegen ons zou getuigen, maar dat wij getuigen mogen zijn van Zijn genade persoonlijk aan ons geschonken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
