Jacob moet worden Israël
Van ds. L.G.C. Ledeboer is bekend dat hij met vrijmoedigheid iedereen die hij ontmoette aansprak met de vraag hoe het met hen in geestelijk opzicht gesteld was. Met name voor kinderen had hij een warm hart.
Ds. A.H. Wessels was predikant van de Christelijk Afgescheiden Gemeente in Rijnsburg. Hij heeft de levensgeschiedenis van Cornelis Rous op schrift gesteld, die op 21-jarige leeftijd overleden is. Het boekje verscheen in 1852. Daarin vertelt hij ook over ds. Ledeboer.
‘Het gebeurde eens, dat Cornelis Rous met zijn vader bij de heer Eigeman te Leiden kwam, en daar ds. Ledeboer ontmoette. Deze kindervriend wees op zijn vader en vroeg hem: ‘Is dat je vader?’ Toen Cornelis ja zei, vroeg de man Gods: ‘Heb je nog een andere vader?’ Cornelis gaf geen ant- woord en toen ging de leraar verder met spreken. Hij verwees naar de gelijkenis van de verloren zoon, en verkondigde de jongen wel een uur lang het Evangelie, als de enige weg tot zaligheid, om hem voor Gods Koninkrijk te winnen. Cornelis luis- terde met een schreiend gemoed’.
In de gevangenis
Ds. Ledeboer kwam al bij de familie Eige-man thuis toen hij in Leiden studeerde. Met vader Eigeman had hij een bijzondere band. In de jaren 1843-1845 was ds. Lede- boer weer langdurig in Leiden. Bij elkaar heeft hij daar negentien maanden in de gevangenis moeten verblijven. Hij werd gevangengezet omdat hij de boetes niet wilde betalen die hem waren opgelegd wegens zogenaamd onwettig voorgaan. Dat waren dus heel andere omstandig- heden dan toen hij voor de theologische studie in Leiden verbleef. Toch heeft hij in de gevangenis veel geleerd. Dat blijkt uit het volgende gedicht: ‘Mijn leerschool is ’t gevangenhuis, ’t gevangenhuis, mijn zoetste kruis. De Heer’ mij daar te leren heeft, wat Hij mij elders niet zo geeft: een leerschool, waar men Jezus leert en satans strikken van mij weert’.
Wie vaak op bezoek kwam, was Jacob Eigeman, toen ongeveer tien jaar oud. Ds. Ledeboer maakte op hem een diepe indruk. Vele jaren later - hij was inmiddels predikant geworden - schreef hij: ‘Heb ik óóit iemand liefgehad, dan was het Ledeboer! (…) Hij was met woord en daad een oprecht kind Gods, die leefde, leed en streed, stierf en ten hemel voer op de wieken der ontfermende genade, die hij jarenlang rijk en arm, jong en oud, geleerd en ongeleerd, als de enige grond ter zaligheid aanprees’.
Niet zo blij
Ds. Ledeboer heeft veel gedichten gemaakt, ook voor kinderen. Een van de bekendste gedichten is wel: ‘Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg, wie Jezus vindt, die heeft genoeg’.
Ook Jacob Eigeman wist dat ds. Ledeboer mooie gedichten kon maken. Een vriendje wilde eens zijn moeder een cadeautje geven, en aan ds. Ledeboer had hij gevraagd een gedicht erbij te maken. Het was een treffend gedicht, het trok jong en oud aan, schreef Eigeman later. En hij schreef verder dat ds. Ledeboer een bijzondere tact had om stoffelijke dingen op geestelijke dingen over te brengen.
Een mooi gedicht, dat wilde Jacob ook wel, en hij spoedde zich naar de gevangenis. Ds. Ledeboer was blij toen hij hem zag, en ook nu sprak hij met de jongen over geestelijke dingen. Toen ze afscheid namen, vroeg Jacob of ds. Ledeboer ook voor hem een versje wilde maken. Ds. Ledeboer zei: ‘Ziedaar, mijn jongen, luister, en onthoud nu goed wat ik je zeg: Jacob moet worden Israël; dan gaat het met zijn ziele wel; maar als hij blijft zoals hij is, dan daalt hij ter verdoemenis’.
Nee, Jacob was niet zo blij met dit gedichtje, maar toen hij thuisgekomen was, vertelde z’n godvrezende moeder nog iets over de inhoud van dat versje. En later heeft Jacob Eigeman ds. Ledeboer vaak in stilte voor dat versje bedankt, want het had hem tot heilig nadenken gebracht.
Jaren later kwam ds. Ledeboer weer eens op bezoek bij de familie Eigeman. Jacob was er ook. Inmiddels was hij wat uiterlijk betreft wel wat veranderd: hij had een baard. Daar had ds. Ledeboer het niet op, en als hij iets te zeggen had, was het niet zijn gewoonte zijn mond te houden. ‘Jakobs stem, maar Ezaus haren’, zo klonk het.
Maar daar bleef het niet bij: ‘Intussen, hij sprak allerliefst en hartelijk met mij, wees mij op wat ik rusteloos zoeken moest, alvorens de dood mij overviel, en scheidde als een oud vriend van ons, nadat mijn lieve vader, op zijn verzoek, biddend de troon der genade met ons gezocht had’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
