Een bedelaar

Onze jongens blijven kijken naar deze bijzondere verschijning. Ze hebben nog nooit van dichtbij een bedelaar gezien. Hij rommelt met zijn stok in een prullenbak. Op zoek naar iets eetbaars. In de auto stormt het van de vragen: Hoe komt het dat hij geen huis heeft om in te wonen? Slaapt hij ’s nachts in de buitenlucht op de grond? Heeft hij dan ook geen werk? Het wordt steeds stiller in de auto. Een van onze kinderen sluit het gesprek af: ‘Ik zou hem zo meenemen, dan kan hij toch wel bij ons wonen?’

Wat heb jij het dan goed. Een dak boven je hoofd. Hopelijk veel liefde en gezelligheid in huis. Familie om je heen. Eten en drinken in overvloed. Kasten vol met speelgoed. Je komt niets tekort, tóch? Wanneer denk jij écht gelukkig te zijn?

In de Bijbel lezen we ook over een bedelaar, Lazarus. Zijn naam betekent: de Heere is mijn hulp. Lazarus was ziek en bedelt aan de poort om eten. Maar er komen alleen straathonden, die likken aan zijn zweren. Wat zal hij ongelukkig geweest zijn. Maar dat was hij niet. Juist niet. Hij was écht gelukkig. Lazarus wist wat het was om te bedelen. Zo heeft hij ook gebedeld om genade. En de Heere hoorde zijn gebed. Toen hij stierf, droegen de engelen hem naar de hemel. Daar was hij voor eeuwig gelukkig!

Ben jij al jaloers op zo’n bedelaar? Bij de Heere is een volheid van genade. En aan wie wil Hij die genade uitdelen? Aan bedelaars en bedelaressen! Die voelen nergens recht op te hebben. De Kananese vrouw was ook zo’n bedelares. Ze riep het uit: ‘O Heere, help míj!’ Ken jij deze noodkreet?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen