Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mijn Vader en uw Vader

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijn Vader en uw Vader

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beschrijving die de evangelist van Johannes geeft van de gebeurtenissen op de Paasmorgen is ontroerend, diep en vol van zaken om over verder te denken. Ik denk bijvoorbeeld aan de woorden die Jezus zegt tot Maria in 20:17: 'Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God'. Twee nauw samenhangende dingen worden daar gezegd die eerder nog niet geklonken hebben in dit Evangelie: Jezus noemt de leerlingen zijn broeders en spreekt over de Vader als hun Vader.

Eerder in het Evangelie lezen we dat Jezus zijn leerlingen ‘vrienden’ noemt. En vaak spreekt Hij tot zijn leerlingen over de Vader. Maar nu het Pasen is geworden en de dood door Hem overwonnen is; nu Hij de zonde van de wereld op zich genomen en weggedragen heeft (Joh.1:29), nú noemt Hij zijn leerlingen zijn broeders. En nu is ook de weg open om niet meer te spreken over ‘de’ Vader, maar om het bezittelijk voornaamwoord er aan toe te voegen: úw Vader! Dat de leerlingen – en wij in de kerk vandaag – God Vader noemen, kan alleen omdat de Opgestane hen en ons broeders en zusters noemt. Petrus zal zich levenslang gerealiseerd hebben dat Jezus door zijn verloochening, zonde en dwaasheid was heen gebroken en hem ‘broeder’ had genoemd. En alleen om die reden en voortdurend in dat besef noemde hij God zijn Vader. Dat is ook de lijn die in onze belijdenis terecht gekomen is: Christus is van nature Gods Zoon – wij mogen kinderen zijn door het geloof in Hem (Zondag 13, vr.&antw.33; vgl. Zondag 46, vr.&antw.120).

Vaderhart
In dit nummer van De Wekker richten we de aandacht op een beweging in christelijk Nederland die veel aandacht trekt: vaderhart.nl. De beweging heeft een website, in bladen staat er over te lezen en in dit nummer van De Wekker vindt u een interview. Het is ondoenlijk om alle stukken en achtergronden van de beweging te lezen voor het schrijven van een artikel als dit. Ik baseer me daarom op wat ik zie op de site en een artikel uit Eva.
Ik heb me lang afgevraagd hoe ik in zou gaan op deze beweging. Twee gedachten strijden om de voorrang. Ten eerste: ik kan er niet omheen dat ik mijn wenkbrauwen frons bij wat ik lees. Het roept grote vragen op. Maar vervolgens: wat komen we verder als we een scherpe reactie schrijven? Blokkeer je zo niet een gesprek, omdat je al snel over en weer stellingen betrekt – en zelf alleen maar omringd bent met mensen die het toch al met je eens zijn? Op beide punten wil ik nader ingaan.

Vragen
Waarom frons ik de wenkbrauwen? Het allermeest vanwege de eenzijdige weergave van de Bijbelse boodschap. Over de het werk van de Heilige Geest gaat het weinig en de plaats van Jezus is zeer onduidelijk. Er staan zinnen op de site die echt een vertekening geven van wat het evangelie ons zegt: ‘Ik houd gewoon van jou zoals je bent; je hoeft niets te doen om mijn liefde voor jou te kunnen ervaren’ of: ‘Ik geloof in jou en zie het met jou zitten’ of: ‘Ik geniet van jouw aanwezigheid en Ik verlang ernaar dat je van mijn aanwezigheid geniet’. Consequent worden deze spreuken ondertekend met: ‘God, je Vader’. Hier wordt een ander beeld van de mens getekend dan we in de Schrift aantreffen. Ons diepste probleem is niet dat wij onzeker over onszelf zijn en nodig van iemand moeten horen dat we mogen zijn zoals we zijn. Als dat werkelijk zo is, waarom zou de Here dan de weg van lijden, sterven en opstanding hebben moeten gaan? En als ik zie hoe de Here alles in het werk stelt om zijn gevallen schepsel te vernieuwen door zijn Geest, dan kun je niet zeggen dat God van ons houdt zoals we zijn. Je kunt zeggen: de Here zoekt ons waar we zijn – maar direct moet je dan zeggen: Hij gaat een weg waar ik mijn oude zelf aan Hem kwijtraak. Er is niets minder dan een herschepping in Christus voor nodig om mij rein te maken in Gods oog. Niet voor niets noemt Paulus ons vijanden van God. Christus gaat daarvoor de diepte van de Godverlatenheid binnen om de zijnen daarvoor te vrijwaren. Het beeld dat de Schrift tekent van ons is een radicaal beeld: wij staan op dood spoor, in ons is geen grond voor hoop. Genesis 6:6 is een moeilijk woord, maar het staat er: het berouwde de Here dat Hij de mensen geschapen had.
Die radicale tonen in de Bijbel zijn echter niet het enige. Inderdaad: in ons is geen grond voor hoop. Maar dan verkondigt het Evangelie ons dat God redenen uit zichzelf heeft genomen. Dat is een oude uitdrukking, maar ik ken geen betere en geen mooiere. En er is ook niets dat zo hoopvol is als dit: ik hoef niet in mijzelf te zoeken naar redenen voor de Here om met mij verder te gaan. Ik mag dat buiten mijzelf vinden. Luther heeft het scherp gezegd: de liefde van God treft het voorwerp van haar liefde niet aan, maar schept het.
God gelooft dus niet in mij (hoe durf je het op te schrijven?!), Hij geniet niet zomaar van mijn aanwezigheid en Hij houdt niet van mij zoals ik ben. Hij wil mij aanzien in zijn geliefde Zoon. Hij vergeeft en vernieuwt mij door zijn Geest.
Er is ook een meer praktisch punt. In een verslag las ik dat bij de bijeenkomsten mensen naar voren kunnen komen om omhelsd te worden en zo de liefde van God te ervaren. Het lijkt me vragen om moeilijkheden. In een tijd waarin de kerk onder een vergrootglas ligt als het gaat om grensoverschrijdend seksueel gedrag zou ik niet op deze wijze de kat op het spek binden. Ik denk dat op een dergelijke uitnodiging vooral mensen ingaan die kwetsbaar zijn, die moeilijk hun grenzen kunnen bewaken – inmiddels hebben we toch hopelijk wel geleerd dat dat aspect van ons menszijn zich niet zo eenvoudig laat controleren als wij wel gedacht hebben? Eros is een macht van jewelste.

Andere kant
Maar nu de andere kant. Ik gaf aan onzeker te zijn over het resultaat van stevig aangezette kritiek. Mogelijk denkt u: het zij dan maar zo dat er geen echt gesprek op gang komt. Jammer dan, klare taal alstublieft – zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik heb dat hierboven kort gedaan, maar bewust wil ik het niet het enige laten zijn. Als een beweging als deze mensen trekt en raakt, maken we ons er te makkelijk van af als we zeggen dat mensen nou één keer een boodschap zoeken die hun past (II Timotheüs 4:3). Als we vragen hebben zoals boven, dienen we ook onszelf de vraag te stellen hoe het kan dat mensen groot worden binnen onze gereformeerde gezindte en kennelijk zo weinig van de catechese en de preken hebben meegekregen dat ze de Here vooral als een afstandelijke, strenge keurmeester zien. Waarom moet buiten de kerk tegen hen gezegd worden dat de Here een genadige Vader is die uit is op het heil van de zijnen? Ik hoor iets te vaak mensen vertellen over angst voor de Here om te zeggen dat het om incidenten gaat. Is er gepreekt zonder dat hoorders proefden dat de Here een fontein is van al het goede? Was de bevinding zo ver, dat de verhoogde, innige toon van diepe verwondering over zoveel genade niet gehoord werd? Ik weet het niet – ik zal mezelf er op onderzoeken.

Een andere reden om terughoudend te zijn, betreft de mensen die hier iets vinden. Ze lezen hun Bijbel, ze zetten zich in voor deze dingen en ze zijn diep geroerd door wat ze hier horen. Vaak zijn ze opgegroeid in ‘onze’ kring en zijn daar vastgelopen. Je miskent de nood van mensen die hier iets horen dat hen troost. Ik kom ze tegen bij gesprekken: mensen die bang zijn geworden in hun opvoeding. Ik lees er over in de artikelen. Er is vandaag op psychisch gebied enorm veel nood in ons land. Dat dienen we te beseffen. Dat betekent niet dat we het evangelie moet vertolken in therapeutische termen. Het betekent wel dat we oog moeten hebben voor en geduld moeten hebben met mensen die gedeukt en gebutst de kerk binnen komen. En dan met overtuiging het veel rijkere evangelie te verkondigen van onze vijandschap – en een God die ons zijn vriendschap biedt in Christus.

C.C. den Hertog
Ds. C.C. den Hertog is beroepen predikant van Nijmegen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Wekker | 24 Pagina's

Mijn Vader en uw Vader

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Wekker | 24 Pagina's