Alleen is maar alleen
Alleenstaanden: In ons land zijn veel alleenstaanden. Of zoals we het vandaag de dag liever zeggen, alleengaanden. Dat klinkt wat vriendelijker. In elke gemeente hebben we ermee te maken. Broeders of zusters, die alleen wonen en niemand hebben met wie ze de dagelijkse zorgen en alles wat ze meemaken kunnen delen.
Nu is er een grote verscheidenheid in situaties. Er zijn er, die door verdrietige omstandigheden alleen kwamen te staan. Ze werden weduwe of weduwnaar, omdat hun man of hun vrouw uit dit leven werd weggenomen. Anderen bleven alleen achter, doordat hun huwelijk door echtscheiding ontbonden werd. Vaak hebben ze het heel moeilijk met het alleen-zijn. Want als ze na een vergadering of familiebezoek of vakantie thuiskomen, komen ze in een leeg huis. Niemand om even bij te praten en aan wie ze hun belevenissen kunnen vertellen. Dan zijn er ook nog de verdrietige herinneringen, die ze alleen moeten verwerken.
Daarnaast zijn er, die alleen zijn vanaf het moment, dat ze het ouderlijke huis verlaten hebben, langere of kortere tijd geleden. Ze hebben nooit iemand ontmoet met wie ze het aandurfden om het leven te delen. Onder hen zijn er, die het gevoel hebben, dat hun leven niet echt zijn bestemming heeft bereikt. Want veel mensen leven met het vooroordeel, dat het gehuwd-zijn de normale situatie is en dat het leven niet tot zijn doel komt als iemand alleen door het leven gaat. Dit zou mensen er zelfs toe kunnen brengen om ondoordacht een huwelijk aan te gaan. Ook deze alleengaanden missen een klankbord. Iemand, met wie ze van hart tot hart kunnen spreken.
Verder zijn er de bejaarde broeders en zusters, die soms een druk gezinsleven gekend hebben en die nu hun dagen in eenzaamheid slijten in hun eigen huisje, zolang dat gaat of in een zorgcentrum. Ook zij voelen zich vaak erg alleen. In veel gevallen willen ze niet klagen. Ze willen hun kinderen niet belasten met de dingen waar ze soms mee zitten. En als ze in de gelegenheid zijn om met leeftijdsgenoten vriendschappen op te bouwen, komt daar soms binnen de kortste keren een einde aan door een onverwacht overlijden.
Aandacht:
Zo zijn er nogal wat mensen binnen de gemeente van Christus, die eenzaam zijn, omdat ze alleengaand zijn. De één zal die eenzaamheid sterker beleven dan de ander. Maar het is wel belangrijk hiervoor oog te hebben.
Echter we moeten ervoor oppassen om alleenstaanden niet te behandelen alsof ze zielig zijn. Want het is niet onmogelijk, dat sommigen er bewust voor gekozen hebben om alleen door het leven te gaan. Anderen kunnen zich heel goed bij de situatie neerleggen of zich juist daardoor ontplooien. Ik heb een keer meegemaakt, dat een boer een ridderorde kreeg uitgereikt, omdat hij zoveel had gedaan voor de gemeenschap op het platteland. Bestuurslid van de landbouworganisatie en van de landbouwcoöperatie en van de boerenleenbank. Actief in de politiek als gemeenteraadslid. Verder vele jaren deel uitgemaakt van de kerkenraad. En nog veel andere functies meer. Er werd geweldig hoog opgegeven van wat hij allemaal gepresteerd had. In zijn dankwoord zei deze man, dat al die sprekers niet zo hoog van zijn prestaties moesten opgeven. Immers, zo zei hij, ik ben niet getrouwd. Al dat besturen en dat vergaderen was mijn vrouw. Hier heb ik voor geleefd en hierin lag mijn vreugde. Zo'n reactie laat zien, dat meewarigheid met alleengaanden bepaald niet op zijn plaats is.
Toch moeten we wel in het oog houden, dat de meesten het alleen-zijn niet gezocht hebben. Menselijkerwijs gesproken kun je zeggen, dat de omstandigheden hen in die situatie gebracht hebben. Vooral het feit, dat er geen sprake is van een bewuste keuze, versterkt het gevoel van eenzaamheid. Het alleen-zijn kan hen soms heel erg beklemmen.
Het gevaar is groot, dat we ook binnen de kerk te weinig aandacht hebben voor de alleenstaanden. Dat we ons te weinig verdiepen in hun situatie en er te weinig bewust mee omgaan. In Johannes 5 wordt ons de geschiedenis verteld van een man, die al 38 jaar ziek was. Hij lag in één van de zuilengangen bij het badwater Bethesda. De Here Jezus zoekt hem op en stelt hem de vraag of hij gezond wil worden. De man antwoordt: Here, ik heb geen mens om mij, zodra er beweging in het water komt, in het bad te werpen. Er is geen mens, die naar hem omziet en die zich zijn lot aantrekt. Er is niemand, die zich om hem bekommert. Vandaar die indringende klacht: „Here, ik heb geen mens!"
Zou dat ook de klacht kunnen zijn van velen, die alleen door het leven gaan: Here, Ik heb geen mens! Er is niemand, die zich in mijn situatie verdiept. Niemand, die bewust moeite doet om mij bij bepaalde dingen te betrekken.
Op welke wijze?
Het zal duidelijk zijn, dat bij het functioneren van de gemeenschap der heiligen er aandacht moet zijn voor de alleengaanden in de gemeente. In veel gemeenten wordt er in de voorbede gedacht aan hen, die eenzaam zijn. Zo leggen we de nood van de alleengaanden aan de Here voor. Het is goed, dat er in het gebed aandacht voor hen is. Maar we moeten niet denken, dat we daarmee van alle verantwoordelijkheid af zijn. Voorbede doen is erkennen, dat we de nood zien. Het is erkennen, dat we ons verantwoordelijk weten voor de naaste, die eenzaam is. Die verantwoordelijkheid moet gestalte krijgen door ook naar vermogen hen persoonlijke aandacht te geven.
Het is bekend, dat alleengaanden het in het bijzonder moeilijk hebben tijdens de feestdagen. Ze zijn meestal blij, dat de feestdagen weer voorbij zijn. Wat voor taak zou er voor anderen kunnen zijn om dat gevoel van eenzaamheid te doorbreken? Vooral begrip hebben voor hun positie. Eventueel uitnodigen voor een maaltijd. Door een kaartje of een telefoontje laten merken, dat je aan hen denkt als je op dat moment niet daadwerkelijk iets voor hen kunt doen. Het is bovenal belangrijk om ons in te leven in hun situatie.
We zijn heel gemakkelijk geneigd om alleenstaanden, die niet bejaard zijn, uit te nodigen: kom eens bij ons op de koffie. Maar voor een alleenstaande is het niet prettig om altijd naar een ander toe te moeten. Zij willen ook graag zelf bezoek ontvangen. Het is dan ook geweldig belangrijk om op uitnodigingen van hun kant in te gaan of hen aan te moedigen door de bereidheid uit te spreken: Ik wil ook wel bij jou komen.
Een veel gehoorde klacht bij mensen, die alleen achterbleven, is, dat ze zo weinig echtparen zien. Echtparen, die vroeger regelmatig op bezoek kwamen, komen niet meer samen. Als een vrouw alleen achterbleef, komt de man niet meer mee of als een man alleen achterbleef komt de vrouw niet meer mee. Als vroegere vrienden of vriendinnen alleen komen, versterkt dat het gevoel van het zich in een bijzondere positie bevinden.
In elk geval moeten alleengaanden het gevoel krijgen, dat ze serieus genomen worden en volledig meetellen in de gemeente waartoe ze behoren. In de omgang met hen moet bevestigd worden, dat ook hun leven waardevol is.
M.J. Oosting
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1998
De Wekker | 16 Pagina's