Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Praat, daad, gewaad"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Praat, daad, gewaad"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze bekende drieslag kwam onlangs in de serie over „Verschuivingen" ook aan de orde. Het verheugde ons in „Daniël", het jeugdblad van de Geref. Gemeenten, het volgende ingezonden stuk te vinden, dat zeer nuchter op een paar dingen ingaat.

In het vorige nummer van ons blad schrijft „Rondkijker" over „de praat, de daad, het gewaad". Hij noemt daar een voorbeeld van een meisje aan wie je zien kon dat ze de Heere vreesde.

Gaat dat werkelijk op?
Bij het lezen van deze „Rondkijk" herinner ik me een brief van een deelnemer uit Bodegraven aan een der discussies, die ook schreef over „gelaat, gewaad en gepraat" als zichtbare en hoorbare kenmerken van ware vroomheid.
Toch heb ik een nogal groot bezwaar tegen het gebruik van dit soort gezegden zonder meer. Voorop zij gesteld dat ik er eerbied voor heb als een gezegde als dit echt van toepassing kan zijn. Schrijver dezes heeft jaren geleden thuis veel horen spreken over de wegen en de dienst des Heeren, mensen ontmoet voor wier geestelijk leven men grote eerbied kon hebben. Die „oude vromen" konden zo kostelijk uit hun hoekje komen. Ik stel me zo voor dat er in het verre verleden wel eens zo'n kind des Heeren gezegd heeft: „De mensen die een afkeer gekregen hebben van de wereld en de wereldse vermaken, die de Heere van harte hebben liefgekregen; je kent ze aan hun gelaat, gewaad en gepraat!" Dan heeft zo'n gezegde waarde om de eenvoud en het originele van het zeggen, maar deze waarde vermindert als men er een standaardgezegde van maakt, wat maar al teveel gebeurt. Deze en meerdere uitdrukkingen zijn gaarne overgenomen, maar moeten m.i. niet klakkeloos worden gebruikt omdat die gezegden „het goed doen". Daarvoor gaan ze maar al te dikwijls helemaal niet op.
Enkele voorbeelden: Ruim vijftig jaar geleden — ik was nog een kleine jongen — was er een dame ter kerke bij ds. de Groot aan het oude dorp in Waddinxveen. Waarschijnlijk gelogeerd bij familie, maar die in ieder geval bij ds. de Groot (een in vijandschap uit de Gereformeerde Kerk uitgezette leraar) wilde kerken. Ze was nogal duur en chique gekleed; een dame van stand. Bij het uitgaan van de kerk zeiden enkele eenvoudige vrouwen tegen elkaar: „Zou onder zo'n kleed genade kunnen wonen?" Misschien iets te luid gezegd, want de dame keerde zich om en begon, tot roem van Gods genade, te vertellen wat de Heere aan haar ziel had gedaan. 't Was haar niet aan te zien; alleen haar spraak maakte openbaar dat zij een gekende des Heeren was.
Toen ds. H. Rijksen ter catechisatie ging bij wijlen ds. M. Heikoop, vertelde deze zijn catechisanten het volgende: Op het perron van een station zag ik een man tot wie ik me om zijn gelaat en gewaad aangetrokken gevoelde. Terwijl ik op het punt stond een praatje met hem te maken, kwam met kracht in mijn hart: „Raak niet, smaakt niet en roer niet aan". Ik gaf dus mijn voornemen op. Een eindje verder stond een man, onverschillig tegen een paal geleund, niet in het minst de indruk gevende voor een geestelijk gesprek te vinden te zijn. Maar ik kreeg in mijn hart: „Zie, waarlijk een Israëliet in welke geen bedrog is". Op deze woorden sprak ik hem aan, maar hij antwoordde me niet eens; ik kon hem niet benaderen. Jaren later preekte ik ergens en na afloop van de dienst kwam er een man naar me toe, die mij vroeg of ik hem nog kende. Ik moest ontkennend antwoorden, tot hij mij herinnerde aan die ontmoeting op dat perron. De Heere had die gezochte toenadering gebruikt voor deze man, die aan de rand van de afgrond verkeerde, om hem tot bekering te brengen. De Heere had Zijn Woord waar gemaakt en ds. Heikoop had ervaren op dit soort indrukken niet te kunnen afgaan. Schrijver van dit artikel zat eens in de stoptrein van Amersfoort naar Zwolle, toen er onderweg een man en vrouw instapten, in eenvoudige Veluwse kleding. Ze maakten niet alleen een eenvoudige indruk wat hun gewaad betreft, maar beider gelaat stond ernstig. Ik kroop maar stil in m'n hoekje, ze mochten me eens iets vragen, en heb je altijd wat te antwoorden? Maar al spoedig kregen ze een gesprek ergens over wat op ruzie uitliep en waarbij zelfs de vloeken niet ontbraken. Even daarna heb ik enkele woorden mogen zeggen, heel eenvoudig, en ook eerlijk gezegd waarvoor ik ze had aangezien. Ze moesten er niets van hebben.
Laten we dus tóch een beetje voorzichtig zijn met uitdrukkingen. Vooral als ze, hoe goed ook bedoeld, van mensen afkomstig zijn. Wie bekend is in Frankrijk, met name in de gebieden waar de eenvoudige boerenbevolking woont, kan weten dat de mensen daar stemmig in 't zwart gekleed gaan. Ze zijn echter rooms!
Gods Woord is in deze dingen duidelijk. Paulus schrijft in 2 Tim. 3 vers 5: „hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht daarvan verloochend hebben". Als het „gepraat" niet alles duidelijk maakt, laten we ons dan niet laten misleiden door „gelaat en gewaad". Genoemde voorbeelden bewijzen hoezeer men zich vergissen kan. 't Valt zo dikwijls iemand heel niet aan te zien dat hij of zij een oprecht en vroom kind van God is, totdat het tot een gesprek komt waaruit het blijkt. Om nog maar niet te spreken van het deel der wereld waar men woont en waar kleding en wijze van doen zo geheel anders zijn dan bij ons.
De Heere echter kent degenen die de Zijnen zijn. Wij vergissen ons daarin duizendmaal, doch de Heere nimmer.

Waarvan acte!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1965

De Wekker | 8 Pagina's

„Praat, daad, gewaad"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1965

De Wekker | 8 Pagina's