Ds. G. Boer, altijd predikant
'En wonderlijk toch, hij is niet oud geworden'
Aanhoudend gebed voor jonge dienaren van het Woord, wars van elke mensehjke vroomheid, betrokken op de praktijk der godzaligheid, vaderlijk voor eerstejaars studenten, lijdend aan de verdeeldheid van de kerken, trinitarisch in zijn preken en bewogen met de gemeente: een kwarteeuw na zijn overlijden kost het collega's niet veel moeite in enkele lijnen te typeren wat ds. G. Boer voor de kerk, voor de gemeenten en voor henzelf mocht betekenen.
Geen flauwe praatjes
In zijn artikelen in diverse kerkelijke bladen citeert ds. G. S. A. de Knegt uit Barneveld nogal eens ds. Boer. Om welke thema's gaat het dan? 'Ik denk aan zijn liefde voor het geheel van de kerk, aan de vragen van de ecclesiologie. Ds. Boer had een helder zicht op de kerk, heeft ook aan haar geleden. En van de kerk kom je vanzelf bij inhoud van de prediking terecht: bij de rechtvaardiging van de goddeloze.
Het meeste wat ik van ds. Boer heb meegekregen, stamt uit de tijd dat ik in Zoetermeer mijn leervicariaat bij hem gedaan heb. Het viel me daarbij op dat hij in zijn optreden altijd predikant was, waar hij ook heenging. Ds. Boer was nuchter, zakelijk, helder en vroom. Hij straalde het gezag van het ambt af, niet zozeer in zijn gestalte maar in wat hij zei. In het pastoraat kwam hij niet met flauwe praatjes, maar kwam hij snel tot de kern. Dat heeft mijn eigen ambtsbediening gestempeld.'
Ds. De Knegt is nog steeds overtuigd van de actualiteit van de ambtsbediening van ds. Boer. 'Hij sprong direct in op afwijkende meningen, bijvoorbeeld aangaande de verzoening. Ik denk aan zijn discussie met prof H. Berkhof. Waar Berkhof de vraag stelde: "Bestaat God? ", zei Boer dat onze schuld voor God het eigenlijke probleem van de mens is. Hij bood een helder inzicht in de vragen die in onze kerk, maar ook in de Gereformeerde Bond aan de orde kwamen.'
Ds. De Knegt diende twee oud-gemeenten van ds. Boer, Huizen en Putten. 'Men vond zijn prediking soms wat moeilijk. In Zoetermeer, een gemeente die wat minder piëtistisch dan bijvoorbeeld Putten is, heb ik wat meer over zijn prediking gehoord. Ik denk dat wat de prediking betreft in Huizen ds. J. van Sliedregt en ook ds. J. W. Cirkel nog vaker genoemd zullen worden, terwijl in Putten de naam van ds. C. B. Holland nog steeds klinkt. Maar Boer had natuurlijk dezelfde Kohlbruggiaanse inslag als Holland, wars van alle menselijke vroomheid.'
Praktijk der godzaligheid
Wie de preken van ds. M. Goudriaan beluistert, hoort met een vrij grote regelmaat een citaat van ds. Boer. 'Een gevolg van een aantal bandjes die ik in Goudswaard, mijn eerste gemeente, van ds. Boer beluisterde', zegt de predikant uit Lunteren. 'Ik kreeg de smaak daarvan te pakken. Daarna ben ik gaan lezen wat er van hem te lezen valt. Ik denk aan "Door het geloof', dé prekenbundel over Hebreeën 11, en aan "Ik ben de alpha". In je eerste gemeente ben je toch op zoek naar wat sturing, waarmee ik niet bedoel dat ik geen eigen overtuiging had. Het gezag dat van de prediking van ds. Boer uitging, betekende veel voor me. Zelf heb ik hem slechts een paar keer horen preken.'
Het gaat ds. Goudriaan dan vooral om citaten over de verzoening. 'Ds. Boer stelde dit thema in de prediking aan de orde op een manier die aangrijpt. Sommige uitdrukkingen in dit verband zijn met name door de preken over Hebreeën 11 heel bekend geworden. De dingen waarom het wezenlijk gaat, kon hij op aangrijpende wijze verwoorden.
Zijn gedachtewisseling met prof Berkhof kreeg ik later in handen. Dat geschrift maakt tot nu toe veel. indruk op mij. De thematiek is in onze dagen nog brandend actueel. Ds. Boer stelde hierin de bijbelse noties centraal: het hele geestelijke leven, de praktijk van de godzaligheid, komt volop aan de orde. Wat ds. Boer schrijft, is voor mij geen dor stuk theologie, maar een theologisch doordacht betoog, betrokken op de praktijk van het geestelijke leven. Ik denk aan de verhouding rechtvaardiging-heiliging. Laten we niet ontkennen dat de positie van Berkhof in onze kerk nog volop wordt ingenomen.'
Is het reeël te zeggen dat de zeggingskracht van de prediking minder is geworden? 'Wat de zeggingskracht van zijn preken betreft was ds. Boer erg begaafd. Bij wat ik nu zeg, moet ik ook naar mezelf kijken, maar ik vrees toch dat er ook inhoudelijk een en ander verschoven is. Laten we van ds. Boer blijven leren en staan voor een theologisch doordachte verkondiging, volop betrokken op de praktijk van het geestelijk leven, waarbij de drie stukken van de catechismus in hun samenhang functioneren.'
Welzijn van de hele kerk
Samen kwamen ze in oktober 1940 als student in Utrecht aan, G. Boer uit Bodegraven en J. van Wier uit Amstelveen. De huidige emeritus uit Kampen: 'We zijn tegelijk als lid van het theologisch dispuut Voetius geïnstalleerd; ik heb nog een foto dat we samen in kleermakerszit op de grond zitten. Hij reisde heen en weer naar Bodegraven, zodat ik op mijn kamer niet zoveel contact met hem had als met andere jaargenoten, bijvoorbeeld N. Kleermaker en de latere hoogleraar H. Jonker. Ds. Boer is geen vier jaar student geweest, evenmin als Jonker. Er was enigszins een rivaliteit tussen Boer en Jonker wie het eerste klaar was met de studie. Ds. Boer is in de oorlog al predikant in Eemnes geworden.
Op Voetius spraken wij vooral over de verhouding tussen I. Kievit en J. G. Woelderink, toen het actuele thema. Boer is ook preses van de vereniging geweest. In zijn denken was hij toen al een echte Kohlbruggiaan, als ik het me goed herin ner. In zijn studietijd had Boer al het gezag dat hem later kenmerkte. Hij was een jaar of 33, ik was 19. Dat betekende dat hij een soort pater familias voor ons eerstejaars was. ïussen ons klikte het goed. In Putten ben ik in 1950 zijn opvolger geworden. Een langdurig telefoongesprek tussen ons heeft er middellijk aan bijgedragen dat ik. het beroep aannam. Ik waardeer ds. Boer vooral om zijn bewogenheid over het welzijn van de hele kerk, over alle gemeenten.'
Geestelijke herkenning
Ds. J. H. Velema uit Nunspeet, emerituspredikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken, heeft ds. Boer op conferenties van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) verschillende keren ontmoet. 'Ik heb hem vrij goed gekend. Hij was een markante figuur, had iets profetisch over zich, zo vond ik altijd. Hij leed aan de verdeeldheid van de kerken. Ik herinner me vooral het geweldige referaat over de toekomst van de gereformeerde gezindte, dat hij in 1964 heeft gehouden. Later is deze lezing in brochurevorm verschenen. Dit is een van de referaten waar jaren daarna nog over gesproken is.
Voor alles was ds. Boer een hervormd man, hoewel zijn hart ook naar de afgescheidenen uitging. Hij kon onze opstelling wel begrijpen, ervoer een geestelijke herkenning. Van het COGG was hij, gezien zijn vele werkzaamheden, overigens geen lid.
In Apeldoorn kerkte ds. Boer een keer bij mij. Ja, zo was hij ook. Hij herkende de geestelijke eenheid met mensen buiten de Hervormde Kerk, bij wie hij het gereformeerde leven voelde.'
Diepe afhankelijkheid
'Ds. G. Boer was echt', antwoordt prof. dr. A. de Reuver op de vraag welke indruk deze predikant op hem persoonlijk heeft gemaakt. 'Veel kwetsbaarder dan velen dachten. Juist in die zwakheid kwam Christus' kracht en volmacht in hem tot zijn recht. Die diepe afhankelijkheid was het geheim van zijn gezag. Vanaf het moment dat ik hem in mijn studententijd leerde kennen tot in de periode dat hij mijn mentor en bevestiger werd, was hij voor mij een man met zeggenschap en zeggingskracht.
In prediking, pastoraat en vriendschap lagen de drie ambten om zo te zeggen verstrengeld: profetisch zette hij het leven in de lichtval van Gods geboden en beloften, priesterlijk nam hij de gekneusde bij de hand en koninklijk kon hij toornen tegen de ondermijning van Gods heerschappij in kerk en samenleving. Zijn prediking droeg drie kenmerken: de majesteit Gods, de verzoening in Christus' bloed en het inwerk van de Heilige Geest.'
Dr. De Reuver heeft zijn mentor de afgelopen kwarteeuw op vele momenten gemist, 'met name tijdens persoonlijke inzinkingen of rond beslissingen voor beroepen, beleidskwesties in de gemeenten, een afscheid van het reguliere pastoraat en vooral ook de laatste jaren inzake de spanning in onze kerk en de hervormd-gereformeerde beweging'.
Op jonge mensen die hun plaats in het geheel van de Hervormde Kerk moesten leren innemen, was ds. Boer betrokken. Op welke wijze? 'Naar mijn ervaring speelde ds. Boer daarin een wijze, voorzichtige, maar besliste rol. Wijs, omdat hij zelf leed aan de Hervormde Kerk en aan de gebrokenheid en verdeeldheid van het lichaam van Christus en hij daarom nooit verdoezelde dat het predikantschap naast alle vreugde ook een kruisdragen behelst. Voorzichtig, omdat hij besefte dat de kerk niet wordt gebouwd door menselijke inzichten, maar door de roepende God alleen. Beslist, omdat hij het charisma had ontvangen om motieven en verlangens te taxeren, en de nuchterheid om kandidaten een begaanbare weg te wijzen. Zijn aanhoudend gebed voor jonge dienaren van het Woord ging gepaard met een warm en oprecht meeleven waar hij gebeden verhoord zag.'
Hoe stond ds. Boer ten opzichte van de opleiding van de studenten theologie, nu taak van dr. De Reuver. 'Omdat hij als het ware werd verteerd in de dienst van de kerk, lag de universitaire opleiding hem heel na aan het hart. Met pijn en verontwaardiging reageerde hij op de verzaking en verbastering van de gereformeerde leer, vooral wanneer dat het hart van het Evangelie betrof.
Onvergetelijk is zijn bijdrage aan de discussie over de verzoening, een zaak die juist nu weer zo actueel is. Maar evenmin zal ik zijn vreugde vergeten over de reformatorische inbreng in het academische onderzoek en onderwijs. Die betrokkenheid stond in één groot perspectief: de bouw en bewaring van de kerk tot heil van de mens en tot lof van God.'
Ootmoedig en beslist
De laatste gemeente die ds. Boer diende, was Zoetermeer. Hier werd hij opgevolgd door ds. J. C. Schuurman sr. De emerituspredikant uit Barneveld was in de Goudse tijd van ds. Boer vicaris bij hem geweest, is door hem getrouwd en werd door zijn mentor in de gemeenten Bleskensgraaf en Schoonhoven bevestigd. 'Als ds. Boer in de prediking een spoor trok, denk ik aan de radioaliteit waarin voor de mens geen plaats was en hij Christus en Zijn volkomen werk aan de voeten van die mens legde. Zijn prediking was sterk trinitarisch. Hij kon profetisch geladen zijn, niet in woede, maar in een heilige verontwaardiging over de zonde; daarbij echter had hij een ontzaglijke, niet-gespeelde bewogenheid. Ik denk aan begrafenissen die we samen leidden, waarbij terwijl de kist daalde de tranen over zijn gezicht stroomden. Verbonden voelde hij zich dan met christenen die heengingen, waarbij hij ook de dank aan God een plaats gaf
Wat mij in ds. Boer opviel, was zijn gebed op Woudschoten tijdens de opening van de concio. Hij deed dat zo in ootmoed en totale wegcijfering, dat het voor mij al de halve conferentie was. Tegelijk was hij echter als een leeuw, wanneer het er om ging dat Christus en Zijn werk werden aangetast. Ik denk ook aan zijn houding op de classis. Het begon altijd in een ootmoedige houding: "Wie ben ik om dit of dat te zeggen? " Er volgde echter een beslistheid als het om zijn Zender ging.
Een typerende uitspraak van ds. Boer die mij altijd bijbleef, is deze: De mens van onze tijd stelt zijn vragen aan God, maar God gaat er niet op in. God stelt bij de mens echter Zijn vragen aan de orde, en wie daarop ingaat, kan altijd bij Hem terecht. '
Vond ds. Schuurman deze zaken terug in de gemeente van Zoetermeer? 'Ten dele. Ik vond zijn prediking minder terug bij mensen die zeggen dat Christus rijk is, maar benadrukken dat onze armoede zo groot is. Zijn prediking werd vooral opgepikt door diegenen die zeiden: "Zullen we het nu hebben over Hem die mijn ziel liefgekregen heeft? " Dat was in Gouda in die jaren ook heel sterk.
In Putten was ds. Boer een verwoed werker. Dat vertelden de kerkenraden later ook. Hij stoof door de gemeente. Maar weet je wat ds. Boer ook kenmerkte? Hij was een man die op een receptie ineens kon vragen: "Vinden jullie het zo'n zégen om oud te worden? " Dan werd het stil. En wonderlijk toch, hij is ook niet oud geworden.'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1998
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1998
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's