WILLEM BILDERDIJK VADER VAN HET RÉVEIL
W. van der Zwaag, WILLEM BILDERDIJK VADER VAN HET RÉVEIL, 345 blz., Den Hertog B.V., Houten 1991.
In voortdurend gesprek met andere biografen en citerend uit brieven en gedichten stelde Van der Zwaag dit boek samen over de man met zovele lichte, maar ook even zovele donkere kanten. Men kan, zo schrijft Van der Zwaag, in navolging van Allard Pierson, slechts recht doen aan de dichter wanneer in de beschrijving Bilderdijks inwendig leven de hoofdzaak blijft. Maar hier valt zo vaak de duisternis in. Bilderdijks omgang met twee geliefden tegelijk, in zijn Haagse periode, zijn merkwaardige amoureuze situatie in Londen en daarna op het vaste land: het zijn feiten, die weinig duidelijkheid verschaffen over zijn inwendig leven. Toch was hij de man, die grote invloed uitoefende op de latere leidslieden van het Réveil. En zij voelden zich tot aan het einde met hem verbonden. Da Costa vermeldde, dat Bilderdijk 'eerst in later tijd een meer zuiver Evangelischen kampstrijd om ware heiliging na te jagen, (heeft) leren kennen' (blz. 194). Wellicht dat we hieraan te denken hebben, wanneer ons uit latere tijd uitingen van een zeer aangevochten geloof onder ogen komen. In de paradox, de ogenschijnlijk onverzoenlijke tegenstelling der dingen, ligt tegelijk de kracht van Bilderdijk. Daarvan moeten degenen die hem kenden iets ontdekt hebben. Zo is zijn invloed te verklaren.
Van der Zwaag tekent zorgvuldig zijn levensgang, en laat zien welke plaats hij innam naar het oordeel van velen in de opwekkingsbeweging, waarvan hij als de vader kan worden gezien. Terecht waarschuwt hij tegen annexatie door wie dan ook. Het is te veel geschied in het verleden. Centraal staat in zijn leven de genade van God, waarop Bavinck (blz. 254) wees: 'Men huivert bij de gedachte, wat er van Bilderdijk met zijn sterke zinnelijke natuur, met zijn zelfstandigen geest, met zijn bruischenden hartstocht, met zijn groote gaven geworden zou zijn, indien hij zich niet in ootmoed had leeren buigen voor zijn Heiland en Heer." Dezelfde Bavinck (blz. 291): '...klein is een volk, dat zijne groote mannen niet eert'. De studie van Van der Zwaag mag beschouwd worden als een eerbetoon aan een van de groten van onze geschiedenis, die zich van eigen kleinheid bij tijden bewust was.
A.
W. van 't S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992
Theologia Reformata | 347 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992
Theologia Reformata | 347 Pagina's