Een onafhankelijke politica
Simone Kennedy: „Ik wil de burgers eerlijk vertellen hoe het zit, ook als het lastig is”
Ze is goedlachs en ongecompliceerd, laat zich niet in een hokje plaatsen en trok de aandacht van de media door tijdens raadvergaderingen te breien. Binnenkort verwisselt Simone Kennedy zo goed als zeker de Amersfoortse politiek voor de Eerste Kamer. „Oké, ik ben in onze partij een beetje rechts van het midden.
Regelmatig schalt haar aanstekelijke lach door de rommelige woonkamer. Waarop de hond des huizes, die op de bank ligt te soezen, even de kop opheft. Tegen half elf komt echtgenoot James naar beneden, voor een kop koffie. Hij bereidt zich voor op de zoveelste lezing naar aanleiding van zijn boek Stad op een berg.
Moeiteloos switcht Simone Kennedy geboren Doornbos van onderwerp.
Met James is ze van mening dat de kerk een contrasterende gemeenschap moet zijn. Midden in de samenleving en tegelijk radicaal anders. Via verwaterde traditionele kerken, de amish in Amerika en de VPRO-documentaire over het Urker mannenkoor Halleluja komt ze uiteindelijk toch weer waar ze was gebleven. Bij haar jeugd.
Als dochter van Friese ouders groeide ze op in ’t Harde. „We bleven een importgezin en werden heel bewust opgevoed met algemeen beschaafd Nederlands. Ik ging naar de basisschool in Dronten en volgde voorgezet onderwijs in Zwolle.” Met haar vwo-diploma op zak toog ze als een van de eersten in de familie naar de universiteit. „Mijn moeder heeft de huishoudschool gedaan en werd lerares koken. Met haar trouwen kreeg ze ontslag, zo ging dat. Als ze een generatie later was geboren, had ze ook de universiteit gehad. Ze is zeer breed geïnteresseerd en leest heel veel. Meer dan mijn vader, die ingenieur is geworden.”
Overtuigend rebels
In Amsterdam bouwde Simone Doornbos haar eigen leven op. Wat tegendraads en alternatief. „Ik liftte naar Moskou, Gdansk en Boedapest, liep in het zwart en was een beetje een punker. Tegelijk was ik heel evangelisch.”
Naast de biologiestudie volgde ze colleges economie, filosofie en politicologie. „Toen kon dat nog.” Haar politieke bevlogenheid gaf ze handen en voeten binnen het GPV. „Uiteindelijk werd ik in Amsterdam lijsttrekker. Ik kreeg grote interviews in Folia en Ad Valvas. Ze vonden het heel apart dat aan het hoofd van zo’n conservatieve, gereformeerde partij een spring-in-’t-veld met opgekamde zwartgeverfde haren stond. Dat was meer de eerste indruk die ik op mensen maakte. Ik sprong nooit uit de band.”
Achteraf weet ze zelf niet goed waarom ze er zo bij liep. „Nee, onzekerheid was het niet. Wel was ik op zoek. Op de middelbare school verdiepte ik me in Nietsche, Sartre, Camus en de Russische schrijvers, een heel ander klimaat dan dat waarin ik opgroeide. De spanning tussen filosofie en geloof vond ik niet alleen interessant, maar zocht ik ook bewust op. Gelukkig is James heel nuchter. Toen ik een keer over Nietsche begon, plaatste hij die meteen in historisch perspectief. Waardoor er niet zo veel van overbleef, maar ik hou nog steeds van mensen die overtuigend rebels durven schrijven en de samenleving uitdagen. Dat dwingt je als christen om met een goed antwoord te komen.”
Tandenborstelfabriek
Tijdens een college zei ze openlijk niet in Darwins evolutietheorie te geloven. In de pauze had ze vijftig medestudenten om zich heen staan. „Die riepen allemaal: ‘Hóé kun jij dan biologie studeren?’ Het mooie van zo’n situatie is dat je vervolgens jouw vragen kunt stellen: ‘Als God niet bestaat, wat is dan de zin van jouw leven?’ Dat geeft de meest interessante gesprekken.”
In 1994 studeerde ze af en trad in het huwelijk met de Amerikaan James Kennedy, die bezig was met zijn proefschrift Building new Babylon. Cultural change in the Netherlands during the 1960s. „Ik vertaalde dat voor uitgeverij Boom in het Nederlands, onder de titel Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig. We woonden in het huis van l’Abri in Eck en Wiel, een middeleeuws gebouw met dikke muren. Dicht bij de open haard zaten we elk achter een laptop. Als James weer een stuk klaar had, vertaalde ik het meteen.”
Na afronding van het karwei vestigde het jonge paar zich in Amerika. Daar bleek het universitaire diploma van Simone waardeloos. „Ik ben er begonnen in een tandenborstelfabriek, tussen mensen die er een taakstraf uitvoerden. Tijdens het werk mocht ik niet zitten en buiten de pauzes om niet naar de wc. Dan ontdek je hoe mensen helemaal onderaan de maatschappelijke ladder in Amerika behandeld worden. Héél interessant.”
Reisbureau
Van de tandenborstels promoveerde ze naar een blijf-van-m’n-lijfhuis.
„Terwijl ik tegen echtscheiding ben. Toch bleek ik daar heel goed te passen. Veel vrouwen worstelden ook met de vraag of ze wel mochten scheiden. De meeste groepsleidsters waren daar snel mee klaar. ‘Onmíddellijk bij die man vandaan.’ Bij mij vonden de opgevangen vrouwen begrip voor hun worsteling.”
Na de verhuizing naar Holland Michigan, vanwege de benoeming van James tot hoogleraar Europese geschiedenis aan Hope College, zette ze haar eigen reisbureau Eurotrail op. Fietsreizen voor Amerikanen door Nederland, van de Noordzee naar de Duitse grens. „Dat was vanaf het begin een succes. Heel veel Amerikanen met Hollandse wortels willen een keer terug naar Nederland. Maar graag wel onder christelijke leiding. Voor hen is Nederland een eng land geworden, met euthanasie, drugs en hoeren die je zo achter de ramen ziet zitten. Als ze hier zijn, kantelt dat beeld totaal. We fietsen door die mooie plaatsjes in Noord-Holland, de Weerribben, de Veluwe, Drente… Langs échte molens, échte boeren op klompen. We eindigen meestal in Twente. Voor de verhuizing naar Nederland heb ik het bureau overgedaan aan een vriendin. Nu werk ik in opdracht van haar. Zij doet de administratieve kant, ik regel de hotels en zet de tochten uit. James is de toerleider, ik rij in de bezemwagen achter de stoet aan en vang alle problemen op.”
Rechts
Haar belangstelling voor politiek bleef in Amerika levend. In Nederland pakte ze de draad meteen weer op, nu voor de ChristenUnie. Doorsnee is ze daar met haar opvattingen niet. Vanuit de Amerikaanse ervaring pleit ze voor een bescheiden overheid en stimulatie van het particulier initiatief.
„De Amerikaanse mentaliteit tegenover de zwakken in de samenleving is me te hard, maar het denken vanuit de persoonlijke verantwoordelijkheid van mensen vind ik heel gezond. In de christelijke dorpen waar wij woonden, droegen de mensen daadwerkelijk zorg voor elkaar. Was je buurvrouw ziek, dan ging je helpen. Dat geeft een veel vitalere samenleving.”
Toch wil ze zich geen rechtse CU’er noemen. Dan, met een sprankelende lach: „Oké, ik ben in onze partij een beetje rechts van het midden, dat denk ik eigenlijk ook wel.”
Over de SGP spreekt ze steevast met waardering. „SGP’ers zijn heel principiële mensen, die uit de Bijbel willen leven. Daar is ook hun standpunt over vrouwen op gebaseerd. Al leg ik die passages anders uit, ik heb er wel respect voor. De SGP’ers die ik ken zijn belezen en bedachtzaam en leveren een zeer constructieve bijdrage aan de politieke discussie. Je doet de samenleving alleen maar tekort als je zulke mensen niet wilt horen, of hen zelfs buiten de politiek wilt houden.”
Kwalijk
De prediking van liberaal links en rechts dat vrouwen zich waar moeten maken op de arbeidsmarkt, noemt ze „een hype”. „Laat dat alsjeblief over aan de gezinnen. Man en vrouw kunnen zelf prima bepalen hoe ze de taakverdeling willen inrichten. Dat moet je niet van bovenaf opleggen. Vrouwen die onbetaald zorg verlenen aan zieke en gehandicapte familieleden en buren worden tegenwoordig in de media afgeschilderd als verwende prinsesjes. Dat vind ik kwalijk.”
Met verve verdedigt ze het gezin als hoeksteen van de samenleving. „Zijn er kinderen, dan ligt daar voor ouders de eerste verantwoordelijkheid. Als vrouwen in goed overleg met hun man besluiten de meeste zorgtaken op zich te nemen, heeft de overheid daar niets mee te maken. Ik geniet van het politieke bedrijf, maar mijn gezin is voor mij wel nummer één. Gisteren belde mijn dochter onder een bestuursvergadering. Ze kon niet in slaap komen, James was ook niet thuis. Dan ga ik eerder naar huis, zo simpel is dat.”
Beeldvorming
Van politieke geslepenheid heeft ze een afkeer. „Ik wil de burgers eerlijk vertellen hoe het zit, ook als het lastig is. Dan scheep ik ze niet af met vage verhalen. Door de achterkamertjespolitiek is de kloof tussen politiek en burger steeds groter geworden.”
Toch is ze niet somber gestemd over de Nederlandse samenleving. „Ik zie altijd wel lichtpuntjes. Je moet als christen nooit de hoop verliezen. Natuurlijk maak ook ik me zorgen, maar je komt niet verder door alleen te wijzen op de dingen die fout gaan. Ik probeer mensen liever de goede kant op te sturen.”
Door haar stijging op de politieke ladder ging ze wat meer aandacht aan haar uiterlijk besteden. „Omdat ik gewoon een keurige indruk wil geven.”
Ze aarzelt even, schiet dan in de lach. „Nou ja, keurig, dat woord past eigenlijk niet zo bij mij. Representatief, dat is het. Ik vertegenwoordig een achterban en we weten allemaal dat een eerste indruk heel belangrijk is. Voor de beeldvorming.”
In het begin van haar carrière in de Amersfoortse politiek breide ze tijdens de raadsvergaderingen sokken. „Voor m’n kinderen of m’n schoonvader. Ik kan onder het breien prima luisteren en de mederaadsleden vonden het geweldig. Maar op een gegeven moment kwamen er filmploegen. Toen ben ik ermee gestopt, ook voor de beeldvorming”
Boeken
Eén blik in en om huize Kennedy maakt duidelijk dat de bewoners weinig hechten aan het materiële. „Van mij mogen we zo weer terug naar ons studentenhuisje. En een fietstocht door Nederland vind ik zeker zo leuk als een vakantie in een ver land. Wel vind ik het heerlijk dat we de mogelijkheid hebben om de boeken die me boeien meteen te kunnen kopen.”
Zelfs haar huishoudelijke taken combineert Simone Kennedy met lectuur. „Ik heb daar een walkman, die zet ik op zodra ik dingen ga doen waar ik m’n aandacht niet bij nodig heb, zoals de afwas. Dan beluister ik de artikelen van de Economist. Die kun je downloaden. Ik vind het een van de interessantste tijdschriften. Als ik erdoorheen ben, schakel ik over op The Teaching Company, een soort lezingencyclus van professoren. Heel leerzaam en inspirerend.”
De gemeenteraad kost haar zo’n twintig uur in de week. Daarin denkt ze ook het werk voor de Eerste Kamer te kunnen verrichten. „Je hoeft maar één dag per week in Den Haag te zijn.” Gezinsbeleid staat boven aan de lijst van onderwerpen waarvoor ze zich hard wil maken. „De meeste vrouwen in de Eerste en Tweede Kamer zijn niet representatief voor een grote groep vrouwen in Nederland. Ik wil die vergeten groep vertegenwoordigen.”
Ook geloofsvrijheid is voor de Amersfoortse politica een aangelegen punt. „Ouders moeten hun kinderen op kunnen voeden in hun eigen geloofsovertuiging en familiecultuur. Dat vind ik heel belangrijk. Ik ben fel tegen een staatsopvoeding als in Zweden. Een ander thema dat me bezighoudt is burgerschap en integratie. Prima als de lat om Nederlander te worden wat hoger wordt gelegd en mensen de eerste vijf jaar geen beroep mogen doen op een bijstandsuitkering. Maar áls ze Nederlander zijn geworden, hebben ze gelijke rechten. Ik ben zelf immigrant geweest in Amerika en weet uit ervaring hoe immigranten daar benaderd worden. Als je je constructief inzet, ben je van hárte welkom. Hier in Nederland worden immigranten primair gezien als profiteurs. Bijna niemand is geïnteresseerd in hun achtergrond.”
Grijze heren
Haar hobby’s kwamen door alle politieke besognes wel wat in de knel. „Ik zou zó graag weer willen naaien. En wecken, dat deed ik in Amerika heel veel. Kersen, appels, tomatensoep…”
Angst dat politieke tegenstanders haar vanwege dit soort voorkeuren tussen de spruitjes plaatsen, heeft ze niet.
„Dat vind ik prima. Ook daarin ben ik wat rebels. Ik heb niets tegen spruitjes. Tuinieren doe ik ook graag. Aan al die dingen kom ik nu weinig toe, hopelijk later weer. Het enige wat ik niet laat schieten, is lezen. Voor het naar bed gaan, pak ik altijd een boek. Afwisselend fictie en non-fictie, aan de hand van recensies. Als ik aan een boek begin, wil ik weten dat het de moeite waard is.”
De non-fictie komt vaak uit Amerika. „Om de anderhalf jaar zijn we daar. Dan haal ik bij een bookstore de boeken waar ik op dat moment het meest aan heb. Nu voor mijn werk in de Eerste Kamer: over de betekenis van de grondwet, geschiedenis, inrichting van de samenleving, segregatie van scholen...”
Dat ze straks in een gezelschap van voornamelijk grijze heren zit, schrikt haar allerminst af. „Met de waan van de dag heb ik niet zo veel. Ik houd ervan om naar de diepte af te steken en de principiële discussie aan te gaan. Naar welke samenleving willen wij toe? Helpt deze wet daarbij, of voert hij er juist vanaf. Jammer vind ik wel dat de Eerste Kamer zo onzichtbaar is. En dat je wetten alleen mag goedkeuren of afkeuren. Je zou ook in de Eerste Kamer een gloedvol betoog moeten kunnen houden voor een aanpassing. Wie weet komt het nog wel zo ver.”
Kandidaat-senator voor de ChristenUnie
Simone Kennedy (1970) groeit op in een gereformeerd vrijgemaakt gezin in ’t Harde. Na het behalen van haar vwo-diploma studeert ze in Amsterdam medische biologie. Door haar huwelijk met historicus James Kennedy emigreert ze in 1994 naar Amerika, waar ze een klein reisbureau begint. In 2003 keert ze terug naar Nederland, vanwege de benoeming van James als hoogleraar contemporaine geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Zelf gaat ze in de politiek. Vanaf 2004 is ze bestuurslid van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie, sinds 2006 ook fractielid voor deze partij in Amersfoort. Door de gemeenteraad wordt zij in 2009 verkozen tot ”raadslid van het jaar”, in 2010 tot plaatsvervangend voorzitter. Als er geen politieke aardverschuiving plaatsvindt, neemt ze binnenkort zitting in de Eerste Kamer. De ChristenUnie, die vier senatoren heeft, plaatste de Amersfoortse politica op de derde plaats. Simone Kennedy is moeder van drie kinderen in de leeftijd van 14, 12 en 10 jaar.
Voor meer informatie: http://simonekennedy.blogspot.com
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 maart 2011
Terdege | 84 Pagina's