VERSLAG BEVESTIGING EN INTREDE DS. P. MULDER TE TRICHT-GELDERMALSEN
Woensdag 26 juni j.l. was voor de gemeente Tricht-Geldermalsen een blijde dag. Na een vacante periode van ruim een jaar werd ds. P. Mulder ’s middags door zijn zoon ds. G.W.S. Mulder bevestigd vanuit Psalm 32:8: ‘Ik zal u onderwijzen en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.’ Het thema van de preek was: Een belofte bij de prediking, waarbij stilgestaan werd bij: 1. Prediking aangaande onze weg (Ik zal u onderwijzen en u leren van den weg, dien gij gaan zult); 2. Prediking aangaande Gods ontferming (Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn).
1. Prediking aangaande onze weg
In vers 8 spreekt weliswaar David, al is dit woord ook indirect Messiaans. David kon nooit de kracht, de volheid en de heerlijkheid ervan vervullen. Christus, de grote Davidszoon, treedt hier op de voorgrond.
De Heere schikte een nieuwe dienaar toe op de levensweg. Onderwijs op onze weg is zo nodig. De Heere spreekt vanuit Zijn welbehagen in Christus. Hij trekt door de stem van de prediking, de stem van Gods Zoon. Christus verenigt het behoud van Gods deugden en de zaligheid van zondaren. Hij verwierf gerechtigheid en het eeuwige leven voor al de gegevenen van de Vader en past die aan hen toe door Zijn Geest. ‘Ik zal u onderwijzen, en u leren’ ervaren Gods kinderen in hun nood en dood, opdat ze zullen hongeren naar Christus en Zijn gerechtigheid.
Door middel van de prediking doet de Heere Jezus Zichzelf u aanprijzen: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij’ (Joh. 14:6). Daarvoor ging Hij de weg van kribbe naar kruis. Hoe uw weg ook is, daarin komt Hij de Zijnen nabij. Hij doet het aan onze zijde vastlopen. En op Gods tijd maakt Hij het waar: ‘Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend’ (Ps. 142:4).
2. Prediking aangaande Gods ontferming
God is in Zichzelf, in Christus, bewogen met zondaren. In het bijzonder is Zijn oog op degenen die Hem vrezen en op Zijn goedertierenheid hopen. Tijdens Zijn omwandeling op aarde was Hij met innerlijke ontferming bewogen over de scharen. Hij ontfermde Zich over onwaardigen, als Zacheüs, de blindgeborene, de zondares (Luk. 7) en de moordenaar aan het kruis. Op Golgotha droeg Christus de gramschap Gods, opdat zondaren in Hem ontferming zouden vinden. Gemeente, God zendt u een nieuwe dienstknecht. Bij ons zijn geen waardigheid of verdiensten. ‘Laat u met God verzoenen.’ Laat u leiden door deze prediking.
Vervolgens sprak ds. Mulder zijn vader met enkele hartelijke woorden toe. De Heere geve u de rijkdom van Gods ontferming uit te stallen. Wij kunnen er maar van stamelen. Hij memoreerde ook Gods bijzondere leiding in de huiselijke omstandigheden.
’s Avonds deed ds. P. Mulder intrede met de woorden van Psalm 84:11: ‘O God, ons Schild, zie en aanschouw het aangezicht Uws Gezalfden.’ Het thema van de preek luidde: Een gebed vanwege de Gezalfde. Achtereenvolgens werd stilgestaan bij: 1. Een aanhankelijke bidder (hij hangt van harte de Heere aan) en 2. Een heilbegerend gebed (hij begeert heil).
1. Een aanhankelijke bidder
Psalm 84 is gedicht voor de kinderen van Korach, nazaten van een man die priester wilde worden in de plaats van Aäron. Wat een wonder: kinderen van een rebel mogen zangers zijn in de tabernakel, de lieflijke woning, vanwege de geur van de Verbondsgod. De doordringende geur van de offers wees heen naar het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt. De schandelijkheid van de zonde en de lieflijkheid van het Evangelie, van zonde en genade, worden hier zichtbaar. Hebt u behoefte gekregen aan verzoening? Dan beseft u: ik ben God kwijt en heb vergeving, de Zaligmaker, nodig. Als de Heere werkt, komt er een Godsverlangen en een Christusverlangen, tot verzoening en tot heiligmaking. Welzalig zijn zij die, zwak in zichzelf, hun sterkte in de Heere vinden (vs. 6), een werk des Geestes, om in alle kwellingen en moeilijke plaatsen (vs. 7) schuiling te ervaren bij Christus. De Heere vertroost en sterkt, en doet Zijn kinderen in dit tranendal in de inlevingen van hun zwakheid gaan van kracht tot kracht (vs. 8), van manna tot manna, door Hem toegeschikt en door hen bukkend opgeraapt.
Totdat zij verschijnen voor God in Sion.
2. Een heilbegerend gebed
In vers 9 klinkt een gebed, waarop het volk biddend antwoordt in vers 10. Het gebed van het volk is nodig voor de koning, de gezalfde. In vers 10 begeert de dichter Gods gunst omwille van de Middelaar (Calvijn). In de strijd tegen zonde, duivel, wereld en dwaling is het Schild onmisbaar nodig. Nodig is het gebed, ook ambtelijk: ‘O God, wilt U mij/ons aanzien in Christus.’ Door mijn ongerechtigheid is Zijn aangezicht vervallen. Hij droeg het zondeloon, de vloek der Wet. Wanneer Gods Geest ons de schuld doet wegen, wordt geleerd: Heere, als U me wegwerpt, ik heb het verdiend. Maar als de Vader het aangezicht van Christus aanschouwt, is er liefde tot Zijn Kerk. Niet in tranen, gestalten en werkzaamheden, maar in het aangezicht van de Gezalfde ligt de grond der zaligheid. Hij vraagt: Geef Mij uw hart.
Kus dan de Zoon, opdat Hij niet toorne. En waar het geloof geoefend wordt, komt al meer Godskennis en zelfkennis, en wordt Christus steeds dierbaarder. Vanwege het aangezicht van de Gezalfde is er ook ambtelijk verwachting. Christus was volmaakt Ambtsdrager. Hij behartigde Gods zaak volkomen. Er mag weer een prediker komen naar Tricht-Geldermalsen, vanwege Gods welbehagen.
Na de preek volgden de toespraken. Ds. Mulder bedankte zijn zoon voor de wijze waarop hij hem bevestigde. Kinderen van Korach mochten vandaag het Woord bedienen. Vervolgens richtte hij woorden van dank tot de consulent, ds. J.J. van Eckeveld. Verder ook tot de afgevaardigden van de classis Utrecht, predikanten, emeriti, in het bijzonder ds. M.J. van Gelder, studenten, plaatselijke overheid, burgemeester, plaatselijke kerken, vertegenwoordigers van de Rehobothschool, instanties, VGS, verschillende deputaatschappen en de kerkenraad van Krimpen aan den IJssel voor hun blijk van belangstelling.
Gemeente, de weg des Heeren heeft naar Geldermalsen geleid. Zijn weg is de weg van het Woord, en die is goed en bij tijden zoet. Daarna richtte ds. Mulder het woord tot hen die de pastorie in orde hebben gebracht, regelingscommissie, catechisanten, verenigingen, kosters, organisten, de kerkenraad, familie, en zijn vrouw en (klein)kinderen.
Vervolgens sprak de burgemeester, mevrouw dr. M.W.M. de Vries namens de burgerlijke gemeente, en ds. J.J. van Eckeveld namens de classis Utrecht en de Particuliere Synode Noord-West. Ten slotte voerde ouderling A.H.A. Thijsen het woord namens kerkenraad en gemeente, en heette dominee en mevrouw Mulder van harte welkom.
Aan het eind van de dienst legde ds. Mulder voor de eerste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.
Kerkenraad Geref. Gem. Tricht-Geldermalsen,
J. Versloot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 2013
De Saambinder | 16 Pagina's