Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERSLAG VAN DE BEVESTIGING EN INTREDE VAN DS. P. MELIS TE VEEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG VAN DE BEVESTIGING EN INTREDE VAN DS. P. MELIS TE VEEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 19 juni jl. was het na een vakante periode van 2, 5 jaar dat de gemeente van Veen ds. P. Melis bevestigd zag als eigen herder en leraar. Zijn bevestiger ds. M. Karens had de tekst voor deze dienst genomen uit het boek der Handelingen, het 20e hoofdstuk, het 28e vers, waar Paulus tegen de ouderlingen van Efeze zegt: "Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Het thema was: Een apostolische aansporing voor de dienaar des Woords. Hetwelk werd verdeeld in drie hoofdgedachten:

Ie. De hartelijke vermaning die hij krijgt.

Paulus wil, als hij terugkomt van zijn derde zendingsreis graag op tijd in Jeruzalem zijn om daar het Pinksterfeest te vieren. Toch zou hij nog graag een ontmoeting hebben met de kerkenraad van Efeze. Op zijn oproep ontmoet hij hen te Miléte. We zien dan dat er droefheid is vanwege de banden die er liggen en het afscheid dat er genomen moet worden. We zien dat als een leraar zijn gemeente moet verlaten, er is echter één troost; Gods kinderen zien elkaar niet voor het laatst. Toen Paulus in Efeze was heeft hij hen al de raad Gods verkondigd. Die taak wacht ook ds. Melis, om te prediken de diepte van de verlorenheid, maar ook het leven in Christus wat er te vinden is. Daarbij geeft Paulus de opzieners twee vermaningen:

Ie Heb acht op uzelf, wees standvastig in leer, leven en ambt, want ook een dienaar des Woords is een mensenkind. Paulus weet wat er in een mensenkind omgaat! Daarom; heb acht op uzelf

2e Heb acht op de gehele kudde, allen zonder onderscheid: kleinmoedigen, die aan de rand van de kudde zijn, verachten, groten, kleinen, opdat niemand verloren zou gaan!

2e. De Goddelijke aanstelling die hij heeft.

In de tekst staat immers: over dewelke u de Heilige Geest gesteld heeft. We zien hier de nadruk vallen op de Heilige Geest, Hij is het die uitstoot in de wijngaard. Dan mocht de Heere geven dat het ook mag doorklinken in de prediking van ds. Melis: door de Heilige Geest gesteld! Als slijk aan de Goddelijke vingers gebruikt.

Het behaagt de Heilige Geest mensen te stellen als opzieners over de kudde, daarom moet het bij ons zijn: "och schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geesf'. Die Geest is het die Heere is en levend maakt. Want het liefste werk van de Heilige Geest is Christus verheerlijken en dat doet Hij door plaats voor Hem te maken, als Hij van dood levend maakt. De Geest zal werken, "niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden". En omdat uw dominee nu door de Heilige Geest over u gesteld is, moet u hem alle trouw en eer bewijzen.

3e. De verantwoordelijke taak die hij verricht.

Een dienaar heeft vele taken. Als hij soms de beroepsbrief ziet kan het zijn verzuchting zijn: Heere wie is tot deze dingen bekwaam! Zijn belangrijkste taak is om de gemeente Gods te weiden. Voedsel geven aan een hongerige ziel, vertroostingen die de Heere verkregen heeft door Zijn bloed. Die schat betrouwt Hij aan mensenhanden toe. Zeide Hij niet tot Zijn discipelen; "geeft gij hun te eten". Daarom moet een dienaar aandringen gelijk het een herder betaamt. Na het Amen van de preek wordt overgegaan tot de bevestiging. Als het 'ja ik, van ganser harte' uit de mond van ds. Melis geklonken heeft, spreekt ds. Karens de nieuw bevestigde predikant en zijn gezin, maar ook de kerkenraad en de gemeente van Veen nog met enkele welgemeende woorden toe. Tenslotte wordt ds. Melis staande toegezongen Psalm 20 het Ie vers.

Intrededienst

In een woord vooraf zegt ds. Melis: het is de eerste keer dat ik het Woord in uw midden mag bedienen. De Heere heeft overgebogen, het is de hartelijke wens om aan elkaar verbonden te mogen worden. Het aan elkaar verbonden worden is niet uit de mens, maar komt bij God vandaan en het middel daartoe is het Woord. Want als dat vrucht mag dragen en als we zo aan elkaar verbonden mogen worden, ontstaan er liefdebanden. En dat door Hem, het vleesgeworden Woord!

De tekst voor deze avond is uit het boek Numeri, het 10e hoofdstuk daarvan het 8e vers: En de zonen van Aaron, de priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten. Het thema van de preek was: De Zilveren trompetten. Uitgewerkt in twee gedachten:

Ie De blazer die op die trompet blaast. Toen Israël door de woestijn reisde, mocht het volk op een bijzondere wijze de leiding des Heeren ervaren wanneer 's nachts de vuur- en overdag de wolkkolom ter beschutting over hen was. Ook gaf de Heere het volk een bevel: "Maak u twee zilveren trompetten, van dicht werk zult gij ze maken". De zonen van Aaron moesten op de trompet blazen. Dat kon betekenen dat er een samenroeping was in kerkelijk opzicht, om te luisteren wat God tot hem te zeggen had. Bijvoorbeeld bij feesten wanneer het volk samengeroepen werd om de Heere te erkennen in de grote daden die Hij gedaan had. Ze moesten op de trompetten blazen wanneer het volk Israël verder moest reizen. De trompetten werden ook geblazen om het leger op de roepen ten strijde als de vijand naderde. Bij elke gelegenheid werd er op een andere manier geblazen. Allemaal in opdracht van de Heere en tot nut van het volk. Daarom moest er zorgvuldig op worden gelet of op de juiste manier geblazen werd, opdat het volk niet in verwarring gebracht zou worden!

Blazers zijn diegenen die het Evangelie verkondigen, de Heere heeft mij gezonden om op de trompet te blazen, dat is een verantwoordelijk werk, ik moet op de juiste manier blazen! Gemeente, u en ik moeten maar aan de Heere vragen of dat ik dat in alle getrouwheid zou mogen doen.

2e De hoorder die het geluid van die trompet hoort.

Als de priesters op de trompet bliezen en de mensen kwamen niet dan was het niet goed, dan was men ongehoorzaam. Wanneer de dienaar des Woords het Evangelie verkondigt en u komt niet naar de kerk dan laat u als het ware de kans voorbijgaan om tot God bekeerd te mogen worden. Daarom: laat uw plaats niet leeg! Als je onbekeerd sterft is dat je eigen schuld. Je kunt je zaligheid niet verdienen maar je wordt niet werkeloos bekeerd. U moet strijden tegen de zonde! We moeten leren uitzien naar die Enige weg en dat Enige middel waardoor we moeten zalig worden. Zoals het nu nodig is dat de blazer bediend en gezalfd wordt door de Heilige Geest, zo is het ook nodig dat de Geest komt in het hart van de hoorder omdat Woord te mogen verstaan. U kunt mij niet geven wat ik moet preken, maar er is er Een die het wel kan; de God des Verbonds die nooit zal laten varen het werk Zijner handen. Daarom: Komaan Gij Geest van de vier winden der aarde en blaas in deze gedoden... dan mag het Woord vallen in een wel toebereide aarde en zal het vruchten voortbrengen van geloof en bekering waardig!

Na de prediking wordt eerst een hartelijk dankwoord gesproken tot de bevestiger ds. M. Karens en voor zijn werk als consulent. Tot de vertegenwoordiging van de burgerlijke overheid, de burgemeester. Tot de kerkenraad van de Nederlands Hervormde Kerk van Veen, het schoolbestuur van de School met de Bijbel te Veen, het schoolbestuur van de Voetiusschool uit Andel, vrienden en bekenden, catechisanten, verenigingen enz. De gemeente van Veen met de eigen kerkenraad en tot slot zijn vrouw en kinderen.

Dominee Melis werd aan het einde van de dienst toegesproken door ds. P. Mulder namens de Particuliere Synode Zuid-West en de Classis. Door burgemeester F. Mostert namens de burgerlijke overheid, door ouderling J. Bax namens de Nederlands Hervormde Kerk te Veen en door ouderling A. Waayenberg namens de eigen gemeente. Nadat ds. Melis een ieder had bedankt die op wat voor wijze ook hun belangstelling en medewerking voor deze dag hadden betoond, legde ds. P. Melis voor het eerst als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

J. den Bok, scriba

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2002

De Saambinder | 16 Pagina's

VERSLAG VAN DE BEVESTIGING EN INTREDE VAN DS. P. MELIS TE VEEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2002

De Saambinder | 16 Pagina's