Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herziening onderwijs salarisstructuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herziening onderwijs salarisstructuur

Rechtspositie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOS is inmiddels een bekend begrip geworden in onderwijsland. Deze Herziening van de Onderwijs Salarisstructuur is aangekondigd, bediscussieerd, herzien, uitgesteld, maar gaat nu uiteindelijk toch komen. Het doel van dit artikel is enkele hoofdkenmerken nog eens op een rijtje te zetten en enig inzicht te verschaffen in het nieuwe systeem van persoonlijke inschaling. Daarbij zal ook enige aandacht gegeven worden aan de vraag of door de HOS de studiezin voor met name jongere onderwijsgevenden niet uitgeblust wordt.

Hoofdkenmerken

Als hoofdkenmerken van het nieuwe systeem in vergelijking met het huidige kunnen genoemd worden;

oud

nieuw

a) 3 niveaus: 3e graad: lbo, mavo 2e graad: mavo, havo 1-3, mbo Ie graad: havo 4-5, vwo, hbo

a) 2 niveaus: 2e graad: lbo, mavo, havo 1-3, vwo 1-3 Ie graad: havo 4-5, vwo 4-5-6 (het mbo neemt een soort tussenpositie in)

b) Betaling vindt plaats volgens bevoegdheid en naar niveau waarop gewerkt wordt.

b) Betaling vindt plaats naar functie waarin men benoemd Is (om zo'n functie te kunnen verwerven moet men passend bevoegd zijn en minstens de helft van de lessen op het functieniveau geven).

c) Er is een diversiteit van salarisschalen, afhankelijk van bevoegdheid en combinatie van bevoegdheden (3b - onderwijzer; 3d - onderwijzer + l.o.akte; 2a - M.O.-A; ld - M.O.-B; ld - drs.; enz.)

c) Er zijn twee salarisniveaus: 10 (met aanloopschalen 7, 8, 9) voor 2e graads functionarissen; 12 (met aanloopschalen 10 en 11) voor 1 e graads functionarissen (MBO: schaal 11, met als aanloopschalen 8, 9 en 10).

d) De adjunct-directeur/conrector is een leraar met een speciale opdracht waarvoor hij een toelage ontvangt.

d) Adjunct-directeur/conrector is een zelfstandige functie (waarbij een aparte salarisschaal behoort - afhankelijk van de schoolgrootte kan dit zijn 10, 11, 12, 13).

e) Garantie verkrijgt men doordat men een v.b. verwerft (om een v.b. te kunnen uitgeven, moeten die 29 lessen

e) Iedereen die een vaste aanstelling heeft, heeft onmiddellijk de garantie voor het aantal aan hem opgedragen uren.

gedurende tenminste 4 jaar binnen de school gegeven zijn) of doordat men 4 jaar aciitereen minimaal een bepaald aantal lessen gegeven heeft. (Voordien heeft men bij een vaste aanstelling 2/3 van het aantal lessen dat men geeft gegarandeerd.)

f) Leraren zijn ingeschaald in salarisschalen die alleen voor onderwijsgevenden gelden.

f) Leraren worden in BBRA-schalen ingedeeld. Dezelfde schalen die voor ambtenaren gelden.

De punten e) en f) worden wel als de twee grote pluspunten van de HOS aangemerkt. Wat betreft de garantie: deze is dus eerder volledig verworven en bij iedere omvang van een weektaak is een optimale garantie eenvoudig te verwerven. (Onder het huidige beleid vallen bijvoorbeeld mensen die minder dan 10 lessen geven helemaal niet in de garantieregeling).

Ten aanzien van de inschaling in de BBRA-schalen is door de bonden bij herhaling naar voren gebracht dat nu een aparte behandeling voor onderwijsgevenden (zoals bij de berucht geworden korting van 1, 85% alleen voor onderwijsgevenden) niet meer mogelijk is. Voortaan zullen salair bezien onderwijsgevenden steeds volstrekt gelijke behandeling krijgen als alle (andere) ambtenaren.

Consequenties voor de ouders, zittende leraar

Wat merkt de leraar nu concreet van dit hele verhaal?

Allereerst zal men voortaan niet meer op de salarisstrook vermeld zien staan: salarisschaal; bIjvoorbeeldSb voor Muren en 2c voor 15 uren of ld voor 29 uren, maar schaal 9-4. (Anciënniteit 4 in schaal 9).

Het salarisbedrag dat men per 1 april 1985 gaat verdienen (uiteraard aannemend dat men hetzelfde werk blijft doen) zal hoegenaamd niet verschillen van wat men in maart 1985 verdient. Inschaling in de nieuwe schaal zal op hetzelfde niveau of (als dat er niet is) op het naast hogere niveau plaatsvinden.

Daarbij komt dat iedere zittende leraar een salarisperspectief gegarandeerd krijgt dat gelijk Is aan het salarisperspectief dat hij opgrond van zijn huidige situatieoverlSjaar zou hebben. M.a.w. iemand die nu volledig eerstegraads betaald wordt (mogelijk op grond van uren die hij geeft in VWO 1-3 en/of Havo 1-3) en 32 jaar of ouder is, krijgt gewoon het maximum (bij 47 jaar te behalen) eerstegraadssalaris gegarandeerd. Eenzelfde garantie is er voor iemand die nu betaald wordt volgens 3b of 2c. (Uiteraard ligt diens maximum dan op 3b resp. 2c niveau - over 15 jaar).

Jongere zittende leraren krijgen ook deze 15-jaren-garantie, maar dat wil voor hen niet zeggen dat ze op het maximum behorend bij hun huidige schaal terecht zullen komen. Iemand van 27 jaar, nu betaald volgens 2a, krijgt dus gegarandeerd over 15 jaar het salaris voor een 42-jarige volgens 2a (en meer niet). Een hoger salaris bereiken is eventueel wel mogelijk via het voldoen aan de gestelde promotiecriteria.

Heeft studeren nog zin?

Op deze vraag is (lettend op te verwerven salaire verbetering) niet een eenduidig antwoord te geven. Wanneer iemand op een lbo of mavo-school werkt en in het bezit is van een derdegraads bevoegdheid, dan was studeren onder het huidige beleid altijd zinvol. Een I.o.-akte erbij leverde meestal wel enige salarisverbetering op, een M.O.-Aakte leverde zeker salarisverbetering op. (M.O.-B gaf op een lbo/mavo-school hetzelfde als M.O.-A). Onder het nieuwe systeem zal het behalen van een extra akte in zo'n situatie geen salarisverbetering opleveren; wel zal bredere inzetbaarheid het gevolg zijn.

Voor iemand die werkt op een vwo/liavo-school of op een school waaraan een vwo en/of Inavo-afdeling verbonden is, ligt de zaak anders. Onder het huidige systeem zou het behalen van een akte nagenoeg altijd direct financieel voordeel opleveren. (Zeker ook vanwege de zgn. omslagregeling en omdat brugklas- en havo-onderbouw-uren aan eerstegraads bevoegden eerstegraads betaald mogen worden). Onder de HOS zal direct financieel voordeel zich vrijwel nooit voordoen. Wel vergroot men z'n kansen om benoemd te worden in een eerstegraadsf unctie. Daartoe is het echter nodig dat er een eerstegraadsfunctie vrijkomt (of door groei van de school of door vertrek van een collega).

In een onderwijsblad dat binnen de Gereformeerde traditie wil opereren, mag echter nimmer volstaan worden met alleen op de salaire aspecten van studie en studiezin te wijzen. Wij moeten ook in 1985 tegen elkaar zeggen dat studeren verrijkend is voor de persoon die studeert. En om de aan onze vorming toevertrouwde jongeren zoveel mogelijk te kunnen meegeven is bijblijven, bezinnen en verdiepen altijd van waarde. Hiertoe Is weliswaar niet altijd akte-studie nodig, maar deze kan wel dienstbaar zijn. Voor onze gezindte in het algemeen is het zeker van groot belang dat wij mensen hebben die studeren en bevoegdheden behalen. Er komen nog steeds reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs bij. Daar zijn bevoegde krachten nodig. En als straks de ouderwordende garde opgevolgd moet worden, mag het niet voorkomen dat wij door gebrek aan bevoegde mensen te rade moeten gaan bij mensen die feitelijk niet dezelfde levensbeschouwing hebben.

Daarom blijft zeker onder ons voor jonge mensen die mogelijkheden en capaciteiten hebben, studie geboden. Voor het algemeen belang allereerst, maar ook om t.z.t. zo groot mogelijke promotiekansen te hebben. Dit geldt voor jongere collega's, maar zeker ook voor jongeren die nog geen baan in het onderwijs hebben. Want voor zover wij mensen kunnen zien, zal er in het onderwijs werk blijven. Het reformatorisch onderwijs loopt nog niet terug, integendeel; arbeidstijdverkorting zit er ook in het onderwijs aan te komen.

Urenverdeling

Zolang er binnen een school op grond van verkregen rechten meer eerstegraads betaalde functionarissen zijn, dan er volgens de nieuwe systematiek eerstegraadsfuncties beschikbaar zouden zijn, is er met betrekking tot de toedeling van lesuren in elk geval sprake van een behoorlijke souplesse. Aan die docenten die officieel in een eerstegraadsfunctie nieuwe stijl worden aangesteld, zal in elk geval minstens de helft

van hun lessen in de nieuwe eerstegraadssector moeten toevallen.

Verder komen er (waarschijnlijk) ook anderen die wel eerstegraads bevoegd zijn en ook eerstegraads betaald worden (op grond van overgangsrecht) voor in aanmerking. Zelfs mag van de totale formatie een klein deel onbevoegd gegeven worden.

Inpassingsregels

Bij de inpassing per 31-3-1985 worden allereerst functies toegekend aan diegenen die voor de helft of meer uren op dat bepaalde niveau werkzaam zijn. Deze inpassing heeft eerst per vak plaats. Daarna in het algemeen. Daarbij moet steeds gewerkt worden in de omgekeerde volgorde van de afvloeiïngslijst. (De beweringen over urenverdeling en inpassingsregels doe ik op grond van informatie die mij op dit moment - mediofebruari - ter beschikking staat. Bij verschijning van de definitieve versie van de HOS zal blijken hoe deze zaken werkelijk geregeld worden).

Promotlecriterla

Wanneer moet iemand voldoen aan de veelvermelde promotiecriteria (brede inzetbaarheid, nascholing)?

In de toekomst zal voor iedere leraar gaan gelden, dat men aan deze criteria moet voldoen, om van de hoogste aanloopschaal in de hoogst bereikbare schaal, behorend bij de betreffende functie terecht te komen. (2e graadsgebied: van 9 naar 10; 1 e graadsgebied: van 11 naar 12).

Verder zullen ook diegenen die op grond van de toegekende 15 jaren garantie toch niet op het maximum salaris (van hetzij schaal 10 dan wel van schaal 12) terechtkomen via het voldoen aan de promotiecriteria wel aan dit maximum kunnen komen. Voor de eerstegraders geldt hierbij tevens als voorwaarde dat de school voldoende eerstegraads functies beschikbaar moet hebben. Resumerend geldt dus dat de jongere collega's (onder de 32) een keer aan de promotiecriteria zullen moeten voldoen.

HOS - bezuinigingsoperatie?

Vaak is de opmerking vernomen dat de invoering van de HOS budgettair neutraal moet plaatsvinden. Anderzijds is ook nogal eens opgemerkt dat de hele HOS een ordinaire bezuinigingsoperatie zou zijn. Beide opmerkingen zijn (gedeeltelijk) juist. Ten aanzien van de Invoering zelf wordt gestreefd naar budgettaire neutraliteit. Dit houdt in dat de invoering van de HOS in 1985 de overheid geen extra geld kost. (De onderwijsgevenden worden er dus ook niet beter van).

Op de langere termijn gezien levert de nieuwe structuur de overheid wel veel geld op. In de toekomst zal aan onderwijssalarissen minder betaald gaan worden dan op grond van de nu geldende regels het geval geweest zou zijn. De jongere generatie onderwijsgevenden (onder de 32 jaar) en de toekomstige generatie leraren zullen dit gelag moeten betalen. De oudere garde (dat zijn degenen van 32 jaar en ouder) ontspringt deze dans.

Tot slot zij opgemerkt dat met het bovenstaande slechts een greep weergegeven is uit de gehele HOS-geschiedenis. Verschillende vakbladen geven nneer gedetailleerde uiteenzettingen en verschaffen informatie over onderwerpen die hier buiten beschouwing bleven (formatieberekening, positie directie enz.). Verderzal persoonsgebonden informatie ook zeker te verkrijgen zijn bij schoolleiding en/of administrateur. Het bovenstaande bedoelde slechts enkele algemene kenmerken door te geven.

P. Mulder.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

De Reformatorische School | 68 Pagina's

Herziening onderwijs salarisstructuur

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

De Reformatorische School | 68 Pagina's