Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zürich, van worstjes tot wederdopers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zürich, van worstjes tot wederdopers

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de eerste zondag van de vasten in 1522 ontmoeten twaalf mannen elkaar in Zürich en eten iets wat streng verboden is: worstjes. De preek over ”De vrije voedselkeuze” waarmee Huldrych Zwingli die worstactie verdedigt, wordt gebundeld als zijn eerste reformatorische geschrift. In het Zwitserland van 500 jaar geleden was het niet het posten van 95 stellingen dat de Reformatie op gang bracht, maar het eten van worst.

Aswoensdag 2 maart 1522 luidt als dag van boetedoening de vastentijd voor Pasen in. De zondag daarop nodigt de Zürichse boekdrukker Christoph Froschauer, overtuigd van de Bijbelse vrijheid van een christen, een groep vrienden uit voor een diner met worst en andere verboden lekkernijen. De Zürichse hervormer Huldrych Zwingli, bevriend met Froschauer, is ook aanwezig, maar neemt niet deel aan de maaltijd. Deze regelrechte provocatie, nu 500 jaar geleden, heeft verstrekkende gevolgen.

Wat de bevolking in die periode echt dwarszit, zijn de vastenregels van de kerk, die strikt worden gecontroleerd door de Zürichse raad. De veertig dagen vastentijd wordt als bijzonder zwaar ervaren. Alleen maar graanproducten met vis te mogen eten, geen plakje spek, geen ei, terwijl nog niets vers groeit en het vaak nog bitterkoud is, betekent voor veel mensen veelal hongerlijden. Sommigen weten slim het vastengebod te omzeilen door dieren als bevers of otters te serveren en die op oneerbiedige wijze tot vis te verklaren omdat ze in het water leefden. Weer anderen bereiden gebraad in de vorm van vis. Desnoods kan men ook door een ”boterpenning” te betalen zich bij de kerk vrijkopen van het vastengebod.

Worstjes voor kraamvrouwen

Ook Elsa, de echtgenote van Froschauer, moet omzichtig te werk gaan bij de voorbereiding van het worstdiner. Bij slager Hans Hess doet ze net alsof ze worstjes nodig heeft voor een kraamvrouw. Want zwangere en pas bevallen vrouwen mogen tijdens de vastentijd vlees eten om aan te sterken. Bovendien maakt zij heerlijke ”Fasnachtschüechli” klaar, dun uitgerolde plakjes brood, in reuzel gebakken. Dat alleen al is een grove overtreding van de vastenwet, die niet alleen de consumptie van vlees verbood, maar ook die van boter en reuzel. De maaltijd staat klaar en de vrienden kunnen zich er tegoed aan doen. Zwingli zal alleen toekijken.

Daarbij bewijst hij een diplomaat te zijn. Zwingli wil in overleg met de Zürichse raadsleden de nodige kerkhervormingen op gang brengen. Dan past het niet om actief de officiële vastenregels te schenden. Het nieuws over de rebelse worstmaaltijd verspreidt zich als een lopend vuurtje en brengt gemoederen in beweging. Het verbreken van de vasten wordt een publieke zaak, wat ook de bedoeling was. Maar Zwingli moet de provocatie theologisch wel kunnen verantwoorden. Daarom betoogt hij twee zondagen later in de Grossmünster dat er uit de Bijbel geen dieetvoorschriften kunnen worden afgeleid. Het is geen zonde om de vastenregels te overtreden. Die kunnen daarom ook niet kerkelijk worden bestraft. „Kort gezegd, als je wilt vasten, doe het dan. Als je geen vlees wilt eten, doe het dan niet. Maar laat christenen daarin wel vrij.” De preek hierover wordt door zijn vriend, boekdrukker Froschauer, snel gepubliceerd onder de titel ”Von Erkiesen und ryheit der Spysen” (Over de erkenning van de vrijheid van voedsel). Zwingli doelt hierbij duidelijk op Luthers geschrift ”Over de vrijheid van een christen”.

Veroordeling

De raad van Zürich veroordeelt aanvankelijk wel het breken van het vasten en deelt aan Christoph Froschauer als aanstichter een boete uit. Maar besluit toch, overtuigd door de stellingname van Zwingli, om als wereldlijke autoriteit alleen toe te staan wat de Bijbel zelf toestaat of verbiedt wat betreft het vasten. Een werkelijk revolutionair standpunt! Een jaar later worden alle vastenwetten ingetrokken en daarmee deze kerkelijke traditie terzijde geschoven. Het eten van worstjes aan tafel bij Froschauer blijkt een belangrijke schakel in Zwingli’s hervormingsinspanningen.

Zwingli’s uitspraken wekken de woede van paus Hadrianus VI, die hem onmiddellijk zijn preekbevoegdheid ontneemt en de raad van Zürich oproept om Zwingli als ketter te excommuniceren. Ook de verantwoordelijke bisschop van Konstanz uit zijn ongenoegen bij de raad van Zürich. Die nodigt hem daarop uit voor het Eerste Zürichse Dispuut op 29 januari 1523. In het stadhuis vergaderen 600 mensen om te discussiëren over omstreden geloofsvragen. Zwingli zou als ketter moeten worden veroordeeld. Maar zijn argument dat er in de Bijbel niets staat over vastengeboden kan de tegenpartij slechts weerleggen door zich te beroepen op de traditie van de kerk.

Doorbraak

De raad kiest de kant van Zwingli en staat hem toe te blijven prediken. Bovendien mogen de andere predikers van Zürich en omgeving „niets anders prediken dan wat zij kunnen aantonen vanuit Gods Woord.” Een wereldlijk raadsbesluit dat de definitieve doorbraak van de Reformatie vanuit Zürich mogelijk maakt.

In zijn verweerschrift ”Apologeticus Architeles” weerlegt Zwingli met 67 stellingen alle aantijgingen van opruiing en ketterij. Niet alleen over vasten, maar ook over doop, mis en celibaat. Hij schrijft onder meer: „De kennis over de Heilige Schrift is niet langer een priesterlijk voorrecht, maar gemeenschappelijk eigendom geworden!” Daarom preekt hij in de Grossmünster ook niet langer in het Latijn, maar in het Duits, de taal van het volk. Vanuit de drieslag Sola Scriptura, Sola Fide en Sola Gratia.

Het verbreken van de vasten wordt een publieke zaak, wat ook de bedoeling was


Zwingli, de eerste Zwitserse reformator

Huldrych Zwingli werd in 1484 geboren in Wildhaus, in het kanton Sankt Gallen. Na studies in Wenen, Bern en Basel werd hij in 1506 tot pastoor gewijd in Glarus en later in Einsiedeln. Zwingli toonde in deze periode veel interesse in het humanistische gedachtegoed van de renaissance en ging zich verdiepen in het Grieks en Hebreeuws. Met name de humanist Erasmus beïnvloedde toen zijn denken.

Zwingli begint in 1519 zijn dienst als volkspriester in de Grossmünster, de hoofdkerk van Zürich. In zijn eerste preek op nieuwjaarsdag laat Zwingli al zien dat hier een nieuwe wind zal waaien. Hij begint vanuit Mattheüs het Evangelie, onder de titel ”Christus als Heiland”, te prediken, niet in het Latijn maar in de taal van het volk.

In de zomer van 1519 woedt de pest in Zürich. Een kwart van de inwoners overlijdt. Zwingli bezoekt veel zieken en stervenden maar wordt in zijn eerste ambtsjaar zelf ook getroffen. Dat hij deze ziekte mocht overleven, zien velen als een goddelijk teken dat de prediking van Zwingli God behaagde.

Zijn aanvankelijk humanistische inslag gaat wankelen. Meer en meer wordt de gekruisigde Christus voor hem het anker van verlossing en is de menselijke wil niet langer vrij. Vanuit de Bijbel zelf gaat Zwingli de kern van het Evangelie ontdekken.

In 1522 komt hij vanwege zijn opvatting over de vastentijd in conflict met de moederkerk. Aanleiding is de worstmaaltijd bij zijn vriend Froschauer. Tegen het verplichte karakter van het vasten tekent hij bezwaar aan in zijn eerste reformatorische publicatie, ”Vom Erkiesen und Fryheit der Spysen” (1522).

De bisschop van Konstanz gaat in 1523 in dispuut met Zwingli, die zich verdedigt met 67 stellingen. Dit leidt tot een definitieve breuk met de moederkerk. Een jaar later huwt Zwingli, al langer tegen het celibaat, met Anna Reinhard.

Zwingli vervangt vanaf 1525 de eucharistie door het avondmaal, waarin het lichaam en bloed van Christus alleen symbolische waarde hebben. Dit in tegenstelling tot Luther, die stelde dat het lichaam van Christus daadwerkelijk aanwezig was in het brood en de wijn.

Als in oktober 1531 katholieke kantons Zürich aanvallen, voegt Zwingli zich bij de verdedigende troepen en komt op 11 oktober 1531 tijdens een bloedige veldslag om in Kappel. Als de aanvallende legers in de gaten krijgen dat ze Zwingli gedood hebben, hakken ze zijn lichaam in stukken en verbranden de resten. Anna Reinhard, zijn weduwe, zal na het overlijden van haar man met hun kinderen intrekken bij reformator Heinrich Bullinger, die geldt als de opvolger van Zwingli in Zürich.

Zwingli preekte niet langer in het Latijn, maar in het Duits


Wederdopers veroordeeld

Aanvankelijk werkt Zwingli goed samen met gelijkgestemde broeders om de kerk te reformeren en de staat te transformeren tot een theocratie. De reformator organiseert met toestemming van de stadsraad van Zürich in 1523 godsdienstgesprekken, waarin hij zijn Bijbelse visie met succes weet te verdedigen. Zwingli bereikt dat het stadsbestuur alle beelden, altaren en ook orgels uit de kerken laat verwijderen. Ook de leer over het vagevuur, het bidden tot heiligen en de mis worden afgeschaft.

Maar niet de kinderdoop. En dat is tegen het zere been van zijn hervormingsgezinde vrienden Conrad Grebel, Felix Manz en George Blaurock, met wie Zwingli aanvankelijk nauw samenwerkt. Veel te langzaam gaan die veranderingen voor hen. Grebel werpt zich op als leider van een groep radicalen, en stelt dat „men zich moet afscheiden van de goddelozen in de stad en een zuivere kerk moet vormen met louter heilige kinderen van God die door Gods Geest worden geregeerd.”

Met de overheidsbemoeienis hebben zij niets op. Zij willen hun leven volledig inrichten overeenkomstig de regels van de Bergrede en zich niet laten regeren door een officiële kerk. Ze zijn tegen de eed, weigeren de krijgsdienst en ook de afdracht van tienden als belasting.

De doop is voor Blaurock en zijn vrienden uitsluitend een bezegeling van wedergeboorte en geloof. Daarom laat Blaurock zich met vijftien anderen door Grebel overdopen. Dat betekent het definitieve einde van de samenwerking met Zwingli en de opkomst van het Zwitserse anabaptisme.

De stadsraad van Zürich blijft achter Zwingli staan en eist dat alle pasgeboren kinderen binnen acht dagen gedoopt worden. Daar hebben de anabaptisten geen boodschap aan. Deze ontwikkeling ziet de stadsraad als een gevaarlijke bedreiging van de samenleving en hij besluit over te gaan tot felle vervolging. Gedreigd wordt met zware straffen.

Felix Manz, die de leiding van de anabaptisten had overgenomen, wordt de eerste martelaar. Hij verbergt zich meer dan drie weken in een geheime grot bij Bäretswil. Toch wordt hij later gearresteerd en door de stadsraad veroordeeld tot de dood door verdrinking. Zwingli probeert hem nog op andere gedachten te brengen, maar tevergeefs. Wanneer hij in 1526 naar de rivier de Limma, die door Zürich stroomt, wordt overgebracht, getuigt hij luidkeels van zijn vertrouwen in Christus en zijn bereidheid om voor de waarheid te sterven. Op het moment dat hij geboeid in de Limma wordt geworpen, zal hij nog luidkeels zingen: „In Uw handen, o Heere, beveel ik mijn geest.”

Vele anderen na hem worden onteigend, gefolterd, gevangengezet, verdronken, onthoofd of verbrand omwille van hun geloofsovertuiging. Zelfs worden in 1529 gelijktijdig 350 anabaptisten in een bos van brandstapels verbrand. Alles is erop gericht om hen als godsdienstig onkruid te vernietigen. Een zwarte bladzijde binnen de Zwitserse Reformatie.


Tijdlijn Reformatie in Zürich

1519 Zwingli benoemd tot volkspriester in de Grossmünster

1522 Worstmaaltijd als protest tegen de vastentijd

1523 Disputatie met 67 stellingen van Zwingli tijdens breuk met de moederkerk

1524 Beeldenstorm en huwelijk van Zwingli met Anna Reinhard

1525 Afschaffing van de mis en eerste protestantse avondmaal

1527 Doodvonnis en verdrinking van wederdoper Felix Manz

1529 Eerste Kappeler godsdienstoorlog

1529 Volledige vertaling Bijbel in de Duitse volkstaal

1531 Tweede Kappeler godsdienstoorlog, waarin Zwingli sneuvelt

1531 Boekdrukker Froschauer vermenigvuldigt de Duitstalige Bijbel

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

Zürich, van worstjes tot wederdopers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's