Kuitert (90) nog altijd even strijdbaar richting de kerk
AMSTERDAM. Kras voor zijn negentig jaar en nog even strijdbaar als voorheen is prof. dr. H. M. (Harry) Kuitert. „Als je van geloof kennis maakt, ben je niet jarig, want dan moet je het verdedigen. Stop met het instituut kerk dat waarheid en leer verkondigt en dáárom heerst over zielen.
Prof. Kuitert is dinsdag 90 geworden en ‘viert’ dit met het boek ”Kerk als constructiefout”, een publicatie met –hoe kan het anders– wéér een prikkelende titel. In zijn jongste boek zet de emeritus hoogleraar ethiek en inleiding in de dogmatiek aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam uiteen dat de kerk zich van instituut moet omvormen tot een vrije religieuze gemeenschap.
Aan de VU had gistermiddag een –drukbezochte– bijeenkomst plaats waarin prof. Kuitert werd „geëerd.” De meest spraakmakende godgeleerde in Nederland, zo introduceert prof. dr. W. Janse, decaan van de theologische faculteit, de hoogbejaarde theoloog. Zijn woorden zijn vriendelijk; Kuitert heeft de universiteit immers ook veel naamsbekendheid opgeleverd. Prof. Janse feliciteert Kuitert met zijn boek en wenst hem ook sterkte toe, omdat hij vorige maand afscheid moest nemen van zijn vrouw.
Kuitert had aan de VU eigenlijk prof. dr. G. C. Berkouwer, bij wie hij medewerker en promovendus was, moeten opvolgen, maar kennelijk vond men hem voor ethiek beter op zijn plaats dan voor de identiteitsgevoelige dogmatiek, vertelt prof. dr. M. E. Brinkman, hoogleraar theologie aan de VU en oud-promovendus van Kuitert. Toen Kuitert in 1989 met emeritaat ging, legde hij zich direct weer toe op de dogmatiek – wat kerkelijk Nederland heeft geweten. De ene na de andere bestseller deed de Gereformeerde Kerken in Nederland opschrikken. Tuchtmaatregelen bleven echter uit.
Kuiterts nieuwe boek raakt niet zozeer de constructie van de kerk als wel het hart van de kerk, stelt baptistentheoloog prof. dr. H. A. Bakker, namelijk haar beroep op God. Als baptist herkent hij zich in de stelling dat het geleefde geloof voorafgaat aan het geleerde geloof en daar de levensader van is. „Maar kan de kerk dan nog wel verder? Wat onderscheidt de kerk nog van algemene menselijke hunkeringen?”
Prof. Brinkman merkt op dat Kuitert jarenlang heeft ontkend dat zijn oneliner –al uit 1974– dat „alle spreken van Boven van beneden komt, ook de uitspraak dat iets van Boven komt”, inhield dat er eigenlijk geen Boven bestaat. „Kuitert wilde geen uitspraak doen over God, maar over ons spréken over God, en van dat laatste zegt hij: Dat is mensenwerk.”
Later zou Kuitert echter terdege verder gaan. „Theologische uitspraken ziet hij nu op hun best als uitingen van de kracht van het Woord of van de Geest.”
Het is tijd voor Kuitert om een reactie te geven. Of hij dat zittend wil doen? vraagt een van de organisatoren voorzichtig. „Nee, ik wil liever staan.”
Niet het geloven is in het geding, zegt de emeritus. „Geloven is vrij, maar de theologische verantwoording niet. Wat mensen van God zeggen, hebben ze van zichzelf, ook al zeggen ze dat ze het van God hebben. God is een denksel en dat zit in onze gedachten en is niet een realiteit buiten ons.” Dan klinkt het strijdbaar richting de kerk, haast staccato: „Er is maar één instantie in de wereld die namens Boven spreekt, en dat is de kerk. Dat maakt haar spreken onweersprekelijk. Haal van de kerk het voorteken „van Boven” weg, en dan kan het verder gaan en ruzies over gelijk en ongelijk en versplintering zijn voorbij. Overlevering gaat goed zonder de kerk. Zonder christelijk geloof kunnen we evengoed een goed mens zijn.”
Een lange signeersessie wacht Kuitert. De meeste aanwezigen zijn op leeftijd. Maar ook een jongere generatie theologen, zoals dr. W. van Vlastuin, hersteld hervormd docent aan dezelfde universiteit als Kuitert, is toehoorder. Hij had Kuitert nog nooit ontmoet, was daarom nieuwsgierig geworden naar deze bijeenkomst, zegt hij desgevraagd. „Ik begrijp dat hij zich afzet tegen een geloof in de vorm van wiskunde zoals dat wellicht in de Gereformeerde Kerken heeft gefunctioneerd. Maar als het opruimen van deze stelligheden meebrengt dat er eigenlijk geen geloof in de levende God overblijft, is het een triest verhaal dat eindigt in grote leegte.”
Zie ook Puntkomma pag. 6 en 11.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's