Draken en ridders met humor
Lezen over een ridder die een draak verslaat is spannend. Maar als van het vlees vervolgens drakenballen met jus gemaakt worden, krijgt het verhaal ook nog een humoristisch tintje.
Ridders en draken doen het altijd goed in de literatuur. Maar wie tegenwoordig als prentenboekmaker naam wil maken moet meer in zijn mars hebben dan een doorsneeverhaal met dito afloop.
Prentenboeken van nu verrassen bijvoorbeeld doordat ze, hoewel ze weinig of geen tekst bevatten, heel kunstig uit meerdere verhalen bestaan (denk aan illustrators als Charlotte Dematons, Loes Riphagen en Arnoud Wierstra).
Maar ook humor, mits goed gebruikt, is een sterk wapen voor een prentenboekenmaker. Dat laten drie onlangs verschenen boeken over draken en ridders zien. Bij het oorspronkelijk in het Engels verschenen boek van illustrator Helen Oxenbury en schrijver Peter Bently, ”Koning Koen en de Draak” zit die humor in kleine details. Het boek is vooral aandoenlijk, ook door de nostalgische illustraties. Het is geschreven vanuit de leefwereld van kleuter Koen, die op drakenjacht gaat. Samen met zijn vriendje en zijn peuterbroertje, die heel komisch –zijn speentje in de mond– met een stok in een drakenstaart prikt. Het op prettig rijm geschreven boek gaat zover mee in de kinderfantasie dat de draken op de tekeningen te zien zijn. Als het donker wordt verdwijnt Koens dapperheid. „„Papa, mama! Help me!” roept hij. „Anders ga ik er nog aan!”” Daarmee blijft het ondanks het drakenthema een heel realistisch boek, dicht bij de kinderwereld, met dezelfde combinatie van overmoed en angst die Oxenbury’s klassieker ”Wij gaan op berenjacht” (1989) kenmerkt, maar zonder de briljante herhalingen.
De twee andere drakenboeken zijn van Mathilde Stein en Bette Westera, auteurs die zo’n beetje het patent hebben op de meest humoristische kinderboeken van de laatste tijd. Humor ligt hier vooral in de omkering van het gewone.
”Held op sokken” van Westera –met illustraties van Thé Tjong-Khing– is een puntgaaf prentenboek op even puntgaaf rijm over een ridder zonder baard („Die baard was blijven steken in zijn keel”). Een echte antiheld die het moet afleggen tegen zijn stoere mederidders. Zichtbaar treurig –met een uitstraling zoals alleen Thé die kan voorstellen– poetst hij harnassen en haalt hij drakenstaarten door de vleesmolen. Totdat een jonkvrouw de huisgemaakte drakenballen proeft...
Tussendoor vermaakt Westera met talloze grapjes. Soms op woordniveau („wie heeft er nu eigenlijk gehakt van hem gemaakt?”), soms vooral gericht op volwassenen (over geitenwollen sokken), maar altijd schitterend.
Zoals Westera gehakt maakt van clichés, zo ook Mathilde Stein in ”Prinses Pernilla & de reddende ridders”. In dit boek, geïllustreerd door Dorine de Vos, gaat eveneens het stoere imago van ridders op de schop, maar nog meer het lieftallige van de jonkvrouw. Met de tegendraadse humor die haar kenmerkt, schrijft Stein over een prinses die door haar vader eigenhandig wordt opgesloten in de toren, zodat een prins haar kan redden. Eigenlijk is alles omgekeerd in het boek, dat visueel trouwens ook een vrolijke janboel is, mede door de chaotische belettering.
Soepel speelt Stein met de betekenis van woorden. De draak die ook in de toren aanwezig is doet aan kwartet. Natuurlijk in afwachting van een ridder die hem –in het spel– kan verslaan. Pernilla is het wachten echter beu, laat haar borduurwerkje voor wat het is en ontsnapt uit de toren. Ze ontmoet drie haar onwaardige ridders. Van de vierde, Roderick Roderock met zijn zelfgeborduurde zadeldek, moet ze blozen en zo belanden ze samen op een paard. Zij in harnas voorop, hij met zijn borduurwerkje tegen haar aan gevleid.
De boeken van Thé en Stein –het laatste met een volstrekt overbodige bastaardvloek en een vergezochte griezelmuur– zijn absoluut de origineelste. Maar om de grappen en de verhaallijn te vatten is kennis van bepaalde ridder- en jonkvrouwenclichés vereist. Het boek van Oxenbury kent die voorwaarde niet en is daarmee laagdrempeliger.
Boekgegevens
Koning Koen en de Draak; Helen Oxenbury en Peter Bently (ill.);
uitg. De Vier Windstreken; Rijswijk, 2013; ISBN 978 90 557 9910 7; € 14,95;
Prinses Pernilla & de reddende ridders; Mathilde Stein en Dorine de Vos (ill.);
uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2013; ISBN 978 90 477 0563 5; € 14,95;
Held op sokken; Bette Westera en Thé Tjong-Khing (ill.);
uitg. Gottmer, Haarlem, 2013; ISBN 978 90 257 4999 6; € 13,95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 9 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 9 september 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's