Herdenking van een vergeten holocaust
HOOGHALEN - "Zorg goed voor m'n jongen." Dat waren de laatste woorden die Zoni Weisz zijn vader hoorde uitspreken, voordat de trein vertrok richting Auschwitz. Gisteren werden de 245 Sinti en Roma die in 1944 op transport zijn gesteld, herdacht in Kamp Westerbork.
Melancholieke klanken waaieren uit over Kamp Westerbork. Op de plek waar vroeger barakken stonden, staat nu een groep zigeunermuzikanten. In het zwart gekleed. Een vrouw zingt een lied in een onverstaanbare taal, het Romani. Een accordeonist en een gitarist begeleiden haar, in mineur.
Het lied gaat over de zigeunertransporten die 65 jaar geleden vanuit het Drentse Kamp Westerbork vertrokken richting de concentratiekampen Auschwitz en Bergen-Belsen, legt Bluma Schattevoet uit. Zo'n 245 Nederlandse Roma en Sinti werden op 19 mei 1944 op de trein gezet. Slechts 31 van hen keerden terug.
Vader Schattevoet was een van de weinigen die overleefden. Als 12-jarig meisje moest Bluma alles opschrijven wat haar vader had meegemaakt. "Hij vertelde mij hoe hij negen maanden lang geen spoor van daglicht zag, omdat hij in een ondergrondse ruimte bommen moest bouwen. Hoe hij 's ochtends werd begroet met 25 zweepslagen. Hoe hij as uit een crematorium, waarin zijn familieleden waren verbrand, moest uitstrooien over het asfalt. De Duitsers gebruikten het voor wegenaanleg. Als meisje van acht droogde ik mijn vaders tranen als hij wakker werd uit een nachtmerrie. Geen geld, geen excuus kan vergoeden wat ons is aangedaan. Ik kan en wil deze gebeurtenissen niet vergeten en vergeven. De schaduw ervan zal me altijd blijven achtervolgen."
Zoni Weisz, destijds 8 jaar, ontsnapte als door een wonder aan het zigeunertransport. "Mijn ouders zaten al in de veewagons die naar Auschwitz zouden vertrekken. Maar ik en mijn neefje konden er niet meer in. Aan de andere kant van het perron stond een personentrein. Een van de agenten hielp ons. Hij zei dat we moesten rennen als hij zijn pet af zou nemen. Mijn vader riep naar mijn tante: "Moezla, zorg goed voor mijn jongen." Dat ene moment staat op mijn netvlies gebrand. Toen deed de agent zijn pet af, wij zijn gaan hollen en in de andere trein gesprongen."
Vernederd
Dat Sinti en Roma hun verhaal vertellen op deze herdenking is bijzonder, zegt Weisz. "Wij zijn op een verschrikkelijke manier vernederd. Het is onder zigeuners niet de gewoonte dat uit te dragen. Daarom zijn er weinig mensen op de hoogte van het leed dat ons is aangedaan. We noemen het wel de vergeten holocaust."
Volgens Weisz is het daarom tijd voor de Roma en Sinti om naar buiten te treden. Want nu, 65 jaar na de zigeunertranporten, is de situatie van zigeuners nog altijd verre van volmaakt. "Er zijn geen concentratiekampen meer, maar in Oost-Europa hebben Roma en Sinti nog altijd last van discriminatie en achterstelling. Ze hebben geen werk, geen scholing en daardoor geen kans op een betere toekomst. In Italiƫ zijn er plannen om alle zigeuners te registreren. Dat doet me denken aan de nazitijd. Het is tijd om zichtbaar te worden. Onbekend maakt onbemind."
Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, die samen met commissaris van de Koningin in Drenthe, Tichelaar, de herdenking bijwoonde, vindt dat Roma en Sinti hun verhaal moeten blijven vertellen, hoe afschuwelijk het ook is. "Mensen moeten weten waartoe onwetendheid, vooroordelen en rassenhaat kunnen leiden. Wij moeten voorkomen dat dit opnieuw gebeurd. Dat is onze plicht ten opzichte van alle slachtoffers."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 2009
Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 mei 2009
Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's