Modderen rond gerechtigheid
Simon Simonse (IKV Pax Christi) werkte mee aan vrede in Uganda
In het Afrikaanse land Uganda moet een hoge prijs worden betaald voor vrede, zegt Simon Simonse van de vredesorganisatie IKV Pax Christi. Hij stond aan de wieg van het huidige vredesproces tussen het Verzetsleger van de Heer en de Ugandese regering. Hij reageert in een eerste, openhartig interview. "De vergevingsgezindheid is soms bijna gênant."
Halverwege 2006 verschenen de eerste berichten in Ugandese kranten over een mogelijk nieuw vredesproces. Ugandese journalisten schreven een beetje verbaasd over de aanwezigheid van een blanke man bij geheime ontmoetingen met rebellen van het Verzetsleger van de Heer, diep in de jungle van Sudan.
Die blanke man was de Nederlander Simon Simonse. Hij stond aan de wieg van deze tot dusver succesvolste poging om te komen tot een vredesovereenkomst in het slepende conflict.
Simonse werkt voor de vredesorganisatie IKV Pax Christi. Eind 2005 werd hij benaderd door een delegatie van vijf man die rechtstreeks uit de bush zouden komen. Ze hadden opdracht van de LRA-leiding om de mogelijkheid te onderzoeken om via onderhandelingen met de regering een eind te maken aan de oorlog.
"Dergelijk werk doe je natuurlijk niet alleen", zegt Simonse. "Ik werkte intensief samen met de leider van een Sudanese partnerorganisatie, Lens Onek, en met een internationaal gerenommeerde bemiddelingsdeskundige, de Ethiopiër Hizkias Assefa." Al die tijd was IKV Pax Christi zeer terughoudend met het verstrekken van informatie aan de pers en met het geven van interviews. "Wij waren ons ervan bewust dat we bij de onderhandelingen te maken hadden met zeer lange en gevoelige tenen, zowel aan de zijde van de Ugandese regering als bij de rebellen. We wilden het proces niet in gevaar brengen door verkeerde of verkeerd geïnterpreteerde uitlatingen via de pers."
Nu vindt IKV Pax Christi dat de tijd is aangebroken om verslag te doen van haar aandeel bij de onderhandelingen. Om verantwoording af te leggen ook, want IKV Pax Christi neemt bij het vredesproces standpunten in die ethische vragen oproepen. Simonse: "Voor een conflict dat zo gewelddadig is geweest, zijn geen makkelijke oplossingen."
Joseph Kony
De eerste vraag die Simonse moest beantwoorden toen hij eind 2005 werd benaderd voor een hernieuwde vredespoging was waar de vredesonderhandelingen konden plaatsvinden. In november 2005 had het Internationaal Strafhof in Den Haag namelijk arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen vijf leiders van de LRA. Zij worden beschuldigd van oorlogsmisdaden en van misdaden tegen de menselijkheid. Een van deze vijf beschuldigde LRA-leiders is inmiddels overleden.
"De bemoeienis van het strafhof met deze zaak betekent dat het nu veel ingewikkelder is om te onderhandelen", zegt Simonse. "De regering van Uganda kan wel beloven dat ze LRA-leiders niet zal vervolgen, maar daarmee is de kous niet af. De rebellen willen namelijk ook dat het Internationaal Strafhof de arrestatiebevelen intrekt."
Daar komt bij dat bijna alle landen ter wereld nu verplicht zijn om Kony en de zijnen te arresteren en uit te leveren aan het strafhof. Sudan is een van de weinige landen die het Statuut van Rome echter nog niet geratificeerd hebben. Daarom konden de vredesbesprekingen eigenlijk alleen daar plaatsvinden.
Bij vicepresident Riek Machar van de regering van Zuid-Sudan vonden Simonse en zijn partners een gewillig oor. Machar wilde graag de vredesonderhandelingen namens zijn regering faciliteren, met name omdat de LRA ook in Sudan opereerde.
Daarna volgde de eerste ontmoeting met leidinggevenden van de LRA, diep in de jungle van Zuid-Sudan. Simonse zal die ontmoeting niet snel vergeten. "Het is de bekroning van pogingen die al in 1996 van start waren gegaan. Een onvergetelijk moment om na een reis van enkele dagen, ver weg in het oerwoud, de eerste stappen te kunnen zetten in een proces dat een eind zou kunnen maken aan een conflict dat al zo lang duurde, dat zo wreed was." Bij die eerste ontmoeting kwam tot teleurstelling van Simonse de grote leider, Joseph Kony, niet opdagen. Een maand later was Kony wel bij de tweede ontmoeting in de jungle.
Op de vraag wat er door hem heenging toen hij eindelijk de hand kon schudden van Joseph Kony geeft Simonse toe dat zijn reactie ambivalent was: "Ik was blij met de sprong vooruit op de weg naar vrede maar ik realiseerde me heel goed dat dit handen waren die medeverantwoordelijk waren voor afschuwelijke misdaden."
De onderhandelaar noemt dergelijke dilemma's een onvermijdelijk deel van zijn werk. "Je doet het natuurlijk om de ellende op te laten ophouden. Het is niet het moment om uiting te geven aan morele oordelen. Daarvoor staat er teveel op het spel. Er zijn mensen die zeggen: Met mensen als Kony kun je niet praten. Die moet je oppakken en aan de hoogste boom opknopen. Dat kun je wel vinden, maar dan moet je dat ook waar kunnen maken. Dan moet je hem op kunnen pakken. Na twintig jaar oorlog is dat nog niemand gelukt. Arresteren en voor de rechter brengen is natuurlijk veel beter. Ook dat is niet gelukt, ondanks de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof. Als je denkt aan de 2 miljoen mensen in kampen, kun je een opening voor vredesonderhandelingen niet afslaan."
Uitgerangeerd
Later volgden meer mooie momenten, zoals de ondertekening van het staakt-het-vuren op 26 augustus 2006. Het schieten stopte en rebellen van de LRA, die zich hadden verspreid in kleine groepen over het noorden van Uganda, gingen zich verzamelen in Zuid-Sudan.
De gevreesde strijders met als handelsmerk hun rastahaar, kwamen uit hun schuilplaatsen en liepen voor iedereen zichtbaar over de zandpaden van Noord-Uganda naar de grens met Zuid-Sudan. Dat was voor de bevolking van Uganda het eerste zichtbare teken van een mogelijk einde van de oorlog.
Simonse zag al vanaf het begin van de officiële onderhandelingen in de hoofdstad Juba van Zuid-Sudan problemen groeien. "We zijn eigenlijk nooit heel erg gelukkig geweest met de manier waarop de delegaties tot stand zijn gekomen."
De Ugandese delegatie stond onder leiding van de Ugandese minister van Binnenlandse Zaken, Ruhakana Rugunda. Hij is een continue factor geweest bij veel vredesinitiatieven. Simonse was blij met zijn leiderschap. Minder blij was hij met het feit dat de delegatie verder voornamelijk bestond uit mensen die op de een of andere manier met de veiligheidsdiensten verbonden waren: generaals, het hoofd van de militaire inlichtingendienst, de hoofden van de buitenlandse en binnenlandse veiligheidsdiensten. Simonse: "Niet mensen waarmee je makkelijk een deal sluit. Allemaal mensen die in vergelijking tot Rugunda meer haviken waren."
Aan de andere kant was er de delegatie van de LRA die overheerst werd door de diaspora: mensen die uit Uganda gevlucht waren, omdat ze politiek geen mogelijkheid meer zagen. "Zij hadden in het buitenland twintig jaar zitten malen over hoe slecht het wel niet ging met Uganda en hoe erg het wel niet was wat het huidige bewind deed. Dus je had twee partijen tegenover elkaar zitten die elkaar eigenlijk heel weinig te vertellen hadden. Het was echt een scenario om maximaal te hakketakken."
Aanvankelijk nam men de deskundigengroep, die door Simonse werd geleid, serieus. Later werd haar advies steeds vaker genegeerd door Riek Machar, die zich al snel hoofdbemiddelaar noemde. "Hij vond zelf dat hij de leidende rol zou moeten spelen. Onze inbreng werd niet helemaal serieus genomen. Als ngo hadden we geen middelen om onze stem kracht bij te zetten. We hebben niet de macht die staten hebben. Op een gegeven moment vonden we dat onze inbreng te weinig toegevoegde waarde had om daar nog hele dagen bij te blijven zitten. Wij voelden ons gemarginaliseerd."
Nog een rondje
Begin dit jaar brak een tweede moment aan waarop IKV Pax Christi en zijn partners een duidelijke rol konden spelen bij het vredesoverleg. De onderhandelingen lagen toen stil. Een belangrijke reden daarvoor was volgens Simonse de rol van Machar. De LRA vond dat ze overheerst werd door Machar. Dat hij handelde ten gunste van de regering van Uganda.
"Het is ook geen wonder", meent Simonse. "Zuid-Sudan heeft er een enorm belang bij om goede vriendjes te zijn met Uganda. Dat geeft eigenlijk al een enorme scheefheid in die relatie. Twee regeringen tegenover de rebellen."
Simonse probeerde een geheime bijeenkomst te beleggen met, zoals hij het noemt, duiven en flexibele mensen uit beide delegaties. "Wij wilden die mensen bij elkaar brengen en dan met hen de knelpunten bespreken. Als zij tot elkaar kwamen, zouden we het vredesproces een nieuwe impuls geven."
Rugunda wilde daar uiteindelijk niet aan meewerken. In plaats van hem werd de broer van president Museveni, generaal Salim Saleh, bereid gevonden de vijfkoppige regeringsdelegatie te leiden. De geheime besprekingen vonden van 30 maart tot 6 april plaats in de Keniaanse kuststad Mombasa.
De besprekingen waren succesvol. Voor bijna alle knelpunten werden oplossingen gevonden. Simonse: "Het was twee uur 's nachts en we dachten: nu wordt er getekend. Salim tekent namens de Ugandese regering en Martin Ojul, die de leider is van de LRA-delegatie, tekent namens de LRA. Op dat moment, tegen onze verwachtingen in, zei Martin: "We moeten er toch nog ee n rondje over praten met onze leiding in het oerwoud." Je kan je voorstellen hoe je je dan voelt."
Gerechtigheid
Ten slotte is het werk niet voor niets geweest. Met de Mombasatekst in het hoofd van sleutelpersonen, zijn de twee officiële delegaties het in Juba vrij snel eens geworden. Daar is toen wel ondertekend. "De tekst was toen uitgebreider", zegt Simonse. "Maar de kern van de overeenkomst was ongeveer wat we ook in Mombasa met elkaar hadden besproken. Het gaat ook allemaal om de eer natuurlijk. Zo bleef de bijdrage van IKV Pax Christi opnieuw in de schaduw."
Steeds als er met hulp van IKV Pax Christi beweging kwam in het vredesproces, zoals bij het begin vorig jaar en bij de geheime onderhandelingen in april van dit jaar, namen politici tot ergernis van Simonse de boel weer over. Op dit moment is er op de belangrijkste punten overeenstemming. Nu moet nog een manier worden gevonden waarop de bevolking van Noord-Uganda verder kan leven met de LRA als die terugkeert uit de bush. En wel zo dat het Internationaal Strafhof bereid is zijn arrestatiebevelen in te trekken.
Simonse: "Wij denken dat het allemaal niet zo moeilijk is. Er moet een verzoenings- en rechtsproces op gang komen dat betekenisvol is. LRA-mensen die betrokken zijn geweest bij mensenrechtenschendingen moeten gedwongen worden rekenschap af te leggen over wat ze hebben gedaan. Ook over misstappen van het regeringsleger moet verantwoording worden afgelegd. Dat alles moet plaatsvinden in een proces dat zo is opgezet dat het geloofwaardig is voor de bevolking van Noord-Uganda en het moet het Internationaal Strafhof overtuigen."
Bij de internationale gemeenschap zijn nog steeds veel mensen tegenstander van een berechting in Uganda. Zij vrezen dat de leiders van de LRA in Uganda niet of nauwelijks worden gestraft voor hun misdaden. Volgens Simonse biedt een zogenaamde zachte landing voor de LRA-leiders echter de enige reële mogelijkheid om het conflict op korte termijn op te lossen. "Waar we het over hebben is een proces dat niet noodzakelijkerwijs tot straffen, dus tot gevangenisstraffen of arbeidsstraffen of lijfstraffen leidt. Maar er moet wel gezegd worden: "Wij hebben dit gedaan, daar en daarom. We hebben ons misschien vergist en het spijt ons oprecht dat zo veel mensen hieronder hebben moeten lijden." Veel slachtoffers zeggen: "Als er maar een eind aan deze ellende komt." Soms is deze vergevingsgezindheid bijna gênant."
Dat zal waar zijn, maar het is toch niet te verkroppen dat de leiding van de LRA misschien geen straf krijgt voor haar misdaden?
"Dat is de prijs die je betaalt om 2 miljoen mensen die al twintig jaar in de ellende zitten, eruit te halen. De bestraffing van Kony is natuurlijk een verschrikkelijk dilemma. Bij een normale rechtsorde zou je zo iemand gewoon voor het gerecht willen dagen. Dan heb je een rechtmatig proces. Dat kan nu niet. Ik geloof niet dat je daarvoor mag kiezen als er zo veel op het spel staat. De internationale gemeenschap kan niet een heel volk op offeren voor een terecht gevoel van onrecht. Het blijft modderen in deze situatie. Als er zo veel geweld heeft plaatsgevonden, dan zijn er geen gemakkelijke oplossingen."
Verzetsleger van de Heer
Toen de toenmalige rebellenleider Yoweri Museveni in 1986 de macht in Uganda veroverde, bleven in Uganda kleine en grote rebellenlegertjes actief tegen "overheersing" door Museveni. De beruchtste daarvan is het Verzetsleger van de Heer (LRA).
Met bijna al zijn tegenstanders sloot Museveni in de daaropvolgende jaren akkoorden. In het Uganda van president Museveni is het de regel dat rebellen die zich overgeven niet worden bestraft voor misdaden die zij hebben begaan. Vaak slepen zij zelfs een regeringspost in de wacht. Er zijn nog enkele rebellengroepen die zich tegen Museveni verzetten. Verreweg de grootste is de LRA, het beruchte Verzetsleger van de Heer, onder leiding van Joseph Kony.
De LRA werd vooral bekend vanwege zijn wrede optredens. Er vonden massaslachtingen plaats waarbij tientallen, soms honderden slachtoffers niet dood werden geschoten, maar dood werden gehakt, of levend in hun hutten verbrand. Bij andere mensen werden lippen, neus, oren of handen afgehakt om te dienen als afschrikking.
De daders van deze gruwelijke moordpartijen waren vaak kinderen. Dat komt doordat de rebellen nauwelijks aanhang hadden onder de bevolking. Ze vulden daarom hun rangen aan door kinderen te ontvoeren en te dwingen als soldaten te vechten.
Ontvoeren was tot halverwege vorig jaar in het noorden van Uganda een heuse industrie, een strategie waarbij volgens sommige berekeningen tot 80.000 mensen zijn ontvoerd. De totale plattelandsbevolking van Noord-Uganda vluchtte uit dorpen en woonde jarenlang in steden of vluchtelingenkampen. Het leven in deze overbevolkte, veel te kleine kampen, ontwrichtte het bestaan van de van oorsprong agrarische bevolking. Angst, dood, alcohol en ontwrichting hebben geleid tot een welhaast hopeloze situatie. Het percentage zelfmoorden in Uganda is verreweg het hoogste in het noorden van het land. Er zijn al vele vredesinitiatieven geweest. Altijd liepen die echter stuk op onderling wantrouwen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 2007
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 2007
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's