Judas geen held maar verrader
Vier evangeliën en Handelingen schetsen zeer negatief beeld van discipel
Volgens het vorige week gepubliceerde Judasevangelie was Judas niet degene die Jezus verraadde, maar Zijn trouwe helper. Volgens prof. dr. J. Douma lossen we het raadsel van het menselijk verraad niet op door van zwart wit te maken.
Vorige week werd het zeer oude evangelie van Judas gepubliceerd, dat men in de jaren zeventig teruggevonden heeft ergens in Midden-Egypte. Wij kennen vier evangeliën, maar er zijn veel meer geschriften onder die naam verschenen. Gemeten naar de maatstaf van onze evangeliën dragen zij het etiket "evangelie" ten onrechte. Ze zijn dan ook in de oude christelijke kerk heftig bestreden en mede daardoor onder het stof terechtgekomen.
Zo ook het evangelie van Judas, dat door Irenaeus in zijn boek "Tegen de ketterijen" (rond 180 na Chr.) een bedenksel van warhoofden wordt genoemd. Judas is in dit evangelie namelijk niet de verrader, maar de held onder de discipelen van Jezus. In het evangelie van Judas zegt Jezus tegen Judas: "Jij zult alle andere (discipelen) overtreffen. Jij moet offeren de mens die mij bekleedt."
Wartaal
Deze manier van zeggen wijst er al op dat we met een gnostisch evangelie te maken hebben. De "mens" die Jezus bekleedt, is Zijn uiterlijkheid. De ware Jezus is Zijn ziel, die juist van het lichaam bevrijd moet worden. En wie heeft daaraan een grote bijdrage geleverd? Judas! Hij leverde Jezus over om gekruisigd te worden, waardoor Hij van zijn lichamelijkheid bevrijd werd, om naar het rijk van het licht te gaan. Judas is dus niet de verrader van Jezus, maar Zijn trouwe helper, die bijdroeg aan de uitvoering van Gods heilsplan.
De meeste lezers van het Judasevangelie zullen niet heel ver komen, vermoed ik, want de gnostische taal is zwaar te verstaan. Men kan het met Irenaeus ook "wartaal" noemen, al wordt dat ons vandaag niet in dank afgenomen. Hoe gekker de beweringen zijn, hoe interessanter ze gevonden worden. Denk aan Dan Browns "De Da Vinci Code". Het boek staat bol van onzin, maar wordt bij miljoenen verkocht. In dat boek heeft Jezus een verhouding met Maria Magdalena. Zo krijgen we vandaag een nieuwe hype over Jezus' bijzonder intieme relatie met Judas, die met zijn kus Jezus niet verraadt, maar Hem bevrijdt.
Wat hier opvalt, is de poging om een lijn naar de evangeliën in de Bijbel te leggen. Hoewel ze zelf van 'onze' evangeliën afwijken, grijpen ketters en hun verdedigers graag de kans aan om ons te vertellen dat we die evange liën verkeerd lezen. Neem het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament gebruikt wordt voor het verraden van Jezus door Judas (paradidonai). Prof. Van Oort uit Nijmegen vertelt ons dat dit woord niet "verraden" betekent, maar "overgeven", "overhandigen". Hij meent dat Judas in de oudste lagen van het Nieuwe Testament geen verrader is, maar de discipel die meewerkt aan de uitvoering van Gods heilsplan. Het is de kerk geweest die in later tijd van Judas de op geld beluste Jood en de verrader van Jezus heeft gemaakt.
Acrobaat
Zijn we werkelijk zo bedrogen door de kerk? Nee. We krijgen in alle vier de evangeliën en in Handelingen een zeer negatief beeld van wat Judas gedaan heeft. Hij levert als verrader Jezus over voor dertig zilverstukken. Het is de duivel die in hem vaart om Jezus over te leveren (Joh. 13:2, 27). We horen dat Judas dit doet in het uur van de macht van de duisternis (Luk. 22:53). Men moet wel acrobaat zijn als men in de oudste lagen van het Nieuwe Testament deze duisternis van duivel en verraad meent te kunnen omtoveren in een gewoon en zelfs bevrijdend "overleveren".
Het Griekse woord paradidonai kan inderdaad voor gewone en heilzame zaken gebruikt worden. Men kan geld en goed en talent "overleveren" aan mensen (Matth. 25:14 e.v.). Paulus heeft de inzettingswoorden van het avondmaal aan de Korinthiërs "overgeleverd." Maar zulke mooie dingen vertelt het Nieuwe Testament ons niet van het overleveren door Judas. Hij levert zijn Heere uit, niet als dienaar van Jezus, maar van de duivel. Belangrijk in dit verband is ook de aanduiding van Judas in Lukas 6:16. In de opsomming van de twaalf apostelen krijgt Judas Iskariot de aanduiding: "Die ook de ver-rader geworden is." Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt, komt van het werkwoord prodidonai, een woord dat -in tegenstelling tot paradidonai- al-tijd een negatieve betekenis heeft.
We moeten Judas' handelen niet gaan vergoelijken. Daarvoor is het woord van Jezus te insnijdend over de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: "Het ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest" (Matth. 26:24)! En de discipelen hebben over hun collega niet anders gedacht toen zij een opvolger moesten benoemen. Deze zou de plaats innemen van Judas, van wie gezegd wordt "dat hij heenging in zijn eigen plaats" (Hand. 1:25).
Raadsel
Tegelijk is het wonderbaarlijk dat grote menselijke schuld dienstbaar is aan het doorzetten van Gods reddend plan. In alle vier de evangeliën is Judas een verrader; maar in alle vier de evangeliën komt ook uit dat God zijn redding voor de wereld doorzet, ondanks dit grote kwaad. De Schriften moeten in vervulling gaan (Mark. 14:49) en Jezus wist precies wat er met Hem zou gebeuren (Joh. 18:4). Dit raadsel van menselijk verraad, dat de weg plaveit naar de bevrijding, lossen wij niet op. Duisternis en licht komen hier samen. Maar het is wel noodzakelijk dat wij van zwart geen wit maken, ook niet in ons eigen leven. Bij het overdenken van Christus' kruisdood in deze lijdensweken beseffen wij dat wij naast Judas schuldig staan aan het bittere lijden van Jezus Christus.
De auteur is emeritus hoogleraar ethiek aan de gereformeerd vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 april 2006
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's