Kerk zonder boodschap
Prof. dr. Van de Beek constateert ontbreken authentiek geloof
Het vuurtje, in oktober 2003 aangestoken door de Britse theoloog Alister E. McGrath, leek eigenlijk alweer zo'n beetje gedoofd. De bijdrage van prof. dr. A. van de Beek in het jongste nummer van het RRQR-orgaan Wapenveld heeft de vlammen echter opnieuw hoog doen oplaaien. "Kortom", concludeert de VU-hoogleraar daarin onder meer, "ik ben nog pessimistischer over de evangelicals dan McGrath over de protestanten." Tijd voor een gesprek.
"Het einde van het protestantisme", luidde de kop boven het interview met McGrath in het blad Beweging, oktober vorig jaar. "Het zal niet lang meer duren, verwacht ik, of protestanten zullen ophouden zichzelf als protestanten te definiëren", aldus de hoogleraar historische theologie aan de universiteit van Oxford en directeur van het Oxford Centre for Evangelism and Apologetics. "Het protestantisme zal zich dan ook alleen binnen het evangelicalisme kunnen handhaven. Wereldwijd gesproken is de toekomst aan het rooms-katholicisme, aan de oosterse orthodoxie en aan het evangelicalisme. Voor het protestantisme zie ik geen aparte plek meer weggelegd."
Zijn uitlatingen brachten een stroom aan reacties teweeg. Afwijzende, instemmende. Verwarring was er ook: wat bedóélde McGrath nu precies met de begrippen protestantisme en evangelicalisme?
Het omvangrijke essay van prof. Van de Beek in Wapenveld -waarvan een ingekorte versie werd afgedrukt in het Nederlands Dagblad en in het Reformatorisch Dagblad- bleef evenmin onopgemerkt. "Er hebben inderdaad nogal wat mensen gereageerd", zegt de hoogleraar symboliek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, daarnaast directeur van het International Reformed Theological Institute (IRTI) en bijzonder hoogleraar aan de universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika.). "In de regel wel positief ook. Hoewel, sommige evangelischen voelden zich nogal gepikeerd."
Ingezonden brieven
Het is niet voor het eerst dat Van de Beek (1946) nadrukkelijk van zich laat spreken. Overigens: als beginnend predikant promoveerde hij in de biologie, met een proefschrift over bramen. Het leverde hem voor eens en altijd de bijnaam Bramen-Bram op. Nadien beperkte hij zich echter tot de theologie, in al haar breedte. Boeken als "Waarom? Over lijden, schuld en God" (1989), "Jezus Kurios. Christologie als hart van de theologie: spreken over God" (1998), "Ontmaskering. Christelijk geloof en cultuur" (2001) en "De kring om de Messias. Israël als volk van de lijdende Heer" (2002) deden bij hun verschijning het nodige stof opwaaien.
Ook Van de Beeks jongste publicatie -"Een aantrekkelijke kerk"- lijkt bedóéld om tegenspraak uit te lokken. "Als de kerk de bruid van Christus is, zal ze allereerst voor Hem aantrekkelijk moeten zijn. Of we voor de wereld ook aantrekkelijk zijn, doet niet terzake. Op de grote dag is alleen Zijn mening, Zijn oordeel van belang." En: "McGrath ziet een betere toekomst voor de evangelicals. Ik geloof er niets van. Juist de evangelicals zijn in hoge mate modern met hun nadruk op persoonlijk geloof, hun vrijheid van structuren, hun activisme, kortom hun ultra-arminianisme. Ze zullen het relatief goed doen zolang ze gedragen worden door de golf van de cultuur. Maar ze zullen even snel als deze verdwijnen." Nog zo'n statement: "Toch heb ik hoop voor Rome en ik vraag me zelfs steeds meer af of we in plaats van het huidige gerommel in de kerkelijke kaart van Nederland niet allemaal naar Utrecht moeten gaan, uiteraard niet naar de Joseph Haydnlaan (waar het PKN-dienstencentrum is gevestigd; red.), maar naar de Maliebaan (waar de Rooms-Katholieke Kerk Nederland kantoor houdt; red.)."
Turbotaal
Het gesprek heeft plaats in hartje Amsterdam, in het statige pand van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen - waar dr. Van de Beek betrokken is bij de afdeling letterkunde, sectie filosofie en theologie. "Velen hebben mijn artikel gelezen als een aanval op de evangelicals", constateert de hervormde theoloog. "Toch is dat mijn focus niet geweest. Ik heb mij willen richten op die kerkelijke gemeenten waar van alles overhoop wordt gehaald, zonder diepgang, om maar aantrekkelijk te zijn voor mensen, om de jeugd er maar bij te houden. In dat opzicht peilt ook een McGrath, in zijn opinieartikel "Aantrekkelijk voor Christus én de wereld", niet waar het mij écht om gaat. Ik pleit niet voor een star conservatisme, vind het prima dat er in de kerk van alles gebeurt. Moderne liederen: ik ben er niet tegen, mits ze de expressie zijn van een diep doorleefd geloof. Maar dat is nu juist waar het aan ontbreekt. En dáár gaat het me om. Ik keer me tegen de gedachte dat turbotaal, en turbogeloof, zonder ook maar enige diepte, de kerk zullen kunnen redden."
Neem de advertenties voor predikanten, in Woord & Dienst, in Kerkinformatie, zegt hij. "Als je de eisen leest die daarin worden gesteld! Een predikant moet goed zijn voor ouderen, moet uitstekend kunnen omgaan met jongeren, moet sterk zijn in - noem het maar op. En heel soms staat er dan, als laatste, ook nog bij dat hij het Woord moet kunnen uitleggen. Men komt samen om geëntertaind te worden."
Anderzijds schrijft u dat er in de kerk vaak ook "niets" wordt gedaan, "om maar te vermijden dat mensen weglopen."
"Er is ook een alleen maar vasthouden aan traditionele vormen, zonder diepgang. Dat is net zo leeg. De kerk moet zich ook hierin laten leiden door de Schrift. We moeten sterven met Christus. Christenzijn is niets anders dan een gestadig sterven. Dat overkomt je, dat gebeurt aan je. In de omgang met de Schrift, met Christus, leer je zien hoe afhankelijk je bent, en krijg je steeds minder de illusie dat wij de wereld kunnen verbeteren."
In uw artikel lijkt u alle evangelicals op één hoop te gooien. De theologen J. I. Packer en Thomas C. Oden onderscheiden twee vleugels binnen het evangelicalisme: een calvinistische, lutherse en baptistische vleugel die zich oriënteert op de Reformatie, en een meer arminiaans, wesleyaans en/of charismatisch georiënteerde vleugel.
"Mijn artikel in Wapenveld is een bewerking van een lezing die ik eerder dit jaar hield op de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn. Ik heb toen niet zozeer het oog gehad op de klassieke evangelische gemeenten. Wél op de steeds sterker wordende evangelicale stromingen in de Christelijke Gereformeerde Kerken, de PKN, de Gereformeerde Bond, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Waar mensen een sfeer creëren van: je moet een enthousiast gelovige zijn, aanstekelijk christen zijn. Je bent pas een goeie christen als je altijd juicht; en het gebed riekt bijna naar manipulatie. Je komt inmiddels te veel van dat type mensen tegen."
Maar Van de Beek heeft nog een tweede groep evangelicalen op het oog, stelt hij, "de, laat ik zeggen, "reformed evangelicals". Het neoprotestantisme, waarin alle nadruk ligt op het ik van Descartes: ík denk dus ík ben. En ík ben een gelovend mens.
En dan is er nog een derde type mensen: leden van bijvoorbeeld de Vergadering van Gelovigen, van de vrije evangelische gemeenten. Die heb ik niet zozeer bedoeld. Want wat zie je daar: déze evangelicalen beginnen juist te ontdekken dat er verdieping nodig is. Waar voorheen gefocust werd op het Nieuwe Testament, zie je nu ook aandacht voor het Oude, voor de Psalmen. Zo'n Studiebijbel, zoals die onlangs is gepresenteerd, is er niet voor niets gekomen! In dat opzicht tref je bij deze evangelicals bijna het omgekeerde aan als wat je nu in de klassieke protestantse kerken ziet gebeuren."
Hier lijken kansen te liggen voor "herbronning" (dr. J. Hoek), voor "verdiepte kennismaking en herkenning" (Arnold van Heusden).
"Iemand als prof. C. van der Laan, hoogleraar pentecostalisme in Amsterdam, wil dat ook. En je zou verwachten dat dit in de PKN en in andere mainstreamkerken eveneens zou gebeuren. Maar het tegendeel is het geval. Je ziet een uitverkoop van gedachtegoed. Zo zeer dat juist hoogopgeleide jongeren gaan zeggen: Moet dat nu, zo'n goedkoop liedje? Tegelijk stel ik ook die gemeenten onder kritiek die op geen enkele manier meer in staat zijn om de uitdagingen van deze tijd onder ogen te zien."
Duidelijk is dat u van mening verschilt met McGrath. Maar hoe staat u tegenover zijn motivatie: zo veel mogelijk mensen bereiken met het Evangelie, omdat we buiten dat Evangelie, buiten Christus, voor eeuwig verloren gaan? Moet de kerk niet op zoek gaan naar "landingsplaatsen voor de Geest"?
"Er zijn geen landingsplaatsen voor de Geest. De wind -niet de Geest- waait waarheen hij wil, men kent haar geluid, en weet niet waar hij heengaat. Alzo is het met degene die gelooft. Je weet niet vanwaar de wind komt, en waar hij heengaat. Het enige dat we hebben, is ons geluid."
Maar daarbij is de vorm toch niet onbelangrijk? En, vraagt McGrath zich af, waarom kan iets niet mooi zijn in de ogen van Christus én in die van de wereld?
"McGrath stelt dat het voor mij het een of het ander is. Hij focust geheel op de vorm, en staat wat dat betreft geheel in de Oxford-traditie. Maar het gaat hier om dezelfde discussie als indertijd die tussen Karl Barth en Emile Brunner. Zijn er aanknopingspunten voor het Evangelie? Volgens Brunner wel. Maar in Barths ogen was er maar één antwoord: Nein."
Bestaat er niet zoiets als een drang om het Evangelie te verkondigen?
"Barth schrijft: "Dan zit ik ergens in een restaurant, en dan knoop ik een gesprek met iemand aan, waarbij ik voortdurend voor ogen houd dat die ander me wel moet begrijpen." Dan zou ik, aldus Barth, "meteen denken: Als ik die ander was, zou ik me genomen voelen."
De Joden een Jood, de Grieken een Griek.
"Dat betekent iets heel anders. Paulus gaat daar uit van Joden en Grieken die al christen zijn geworden. Hij wil zich aanpassen aan de wijze waarop zij hun geloof tot uitdrukking brengen."
Blijft staan het zendingsbevel.
"Wat ik bedoel, is dit. Stel, ik heb een prachtige vakantie gehad. Stille Oceaan, heel interessant. Schitterend. Terug in Nederland kom ik een collega tegen. Wat doe ik dan? Hm, even nadenken: Waar komt hij ook alweer vandaan? Wat zal ik hem vertellen, wat moet ik nu achterwege laten? Welke woorden gebruik ik? Natúúrlijk niet. Ik zeg: Joh, weet je wat ik allemaal beleefd heb? En dan denk je niet eens na over de woorden die je moet gebruiken. Je vertelt! En zó ligt het met het geloof ook."
U bedoelt: dat de kerken zo weinig aansluiting meer vinden bij de cultuur komt omdat er zo weinig authentiek geloof meer is?
"Ik vrees het wel. De oorzaak ligt bij ons zelf. We hebben geen boodschap meer. We zijn op vakantie geweest, vonden er eigenlijk weinig aan en zeggen bij terugkomst aarzelend: Ik wil je nog wel wat dia's laten zien. Een aantrekkelijke kerk? Hoort wat mij God deed ondervinden! Dat zijn we kwijt."
Wat doet u met de geschiedenis van Paulus op de Areópagus?
"Alsof die preek veel succes had Want wat zeggen de hoorders na afloop? Als we meer tijd hebben, zullen we u nog eens horen. Slechts twee mensen worden geraakt, de overste van de synagoge en een vrouw genaamd Damaris. Zo werkt het dus niet. Hoe wel? De preek van Petrus! Een beroerde preek. Over Joël. En: "Deze Jezus hebt gijlieden gedood." Er werden er 3000 gedoopt. Het enige dat we dus kunnen doen, is de verhalen vertellen die wij gehoord hebben van onze vaderen, die ons overgeleverd zijn. Psalm 78. Ik keer me tegen bepaalde evangelisatiemethoden, campagnes, alpha-cursussen. Maar we zijn wel geroepen om gehoorzaam te luisteren naar de Schrift."
Een kerk die niet werft, sterft.
"Er staat niet: een kerk die geen wervingscampagnes voert, sterft. "Die niet werft" betekent: die niet levend is. Die kerk is dus al dood. De gemeente groeit nog wel, maar ten koste van andere gemeentes."
Zo kritisch als Van de Beek is over de evangelicals, zo onkritisch is hij richting de kerk van Rome, schreef dr. J. Hoek. Rome, met zijn Mariadevotie, met zijn nooit herroepen vervloekingen van Trente.
"Rome staat voor mij voor de eenheid van de kerk. Ik betwijfel of de hiërarchie van Rome erger is dan onze bureaucratie op de Haydnlaan. Natuurlijk, Rome faalt op alle manieren, maar heeft wel de structuur om teruggeroepen te worden, vanuit de bronnen, vanuit de Vroege Kerk. Aan de protestantse faculteiten gaat de ene leerstoel patristiek (de discipline die zich bezig houdt met de kerkvaders; red.) na de andere eraan. Het gaat mij om het "Ik geloof in één heilige, algemene, christelijke kerk." Om het geloof wat ons samenbindt, dat ene geloof van Nicéa. Ik wil de mariologie niet overnemen, en al evenmin het leerstuk van de onfeilbaarheid van de paus. Maar dit zie ik wel: dat de Roomse Kerk niet is overgeleverd aan de waan van de dag. De paus is ook aan Trente verbonden. Keur ik Trente goed? Nee. Al zeg ik meteen: ook de Reformatie had haar eenzijdigheden."
"Er is een algemene genade die zo ver reikt als de schepping", schrijft u. Welke plaats ziet u weggelegd voor de bijzondere genade?
"Christus is het hoofd van de ganse schepping. In de hele wereld wordt weerspiegeld Wie Christus is. In Zijn goedheid, en in Zijn lijden. Het lijden van deze tegenwoordige wereld uit Romeinen 8. Iedereen leeft op rekening van Christus. Alleen: de meeste mensen hebben het niet door."
Betekent dit dat ieder wordt behouden?
"Nee. Dat is een conclusie die toch niet juist is. We leven allemaal uit Zijn genade. En er zijn mensen die dat niet willen zien. Hoe zich dat logisch verhoudt, weet ik niet. De Schrift leert óók dat er mensen zullen worden overgeleverd aan de buitenste duisternis. In dat opzicht preken we veel te weinig over hel en verdoemenis. Verlorenheid, verderf, de Pottenbakker: het zijn schriftuurlijke noties. Christus deelt Zijn lichaam aan de wereld. Maar de mensen willen dat niet zien, denken dat ze zelf het centrum van deze wereld zijn. Daarom heeft de moderne mens ook zo'n moeite met de verkiezingsleer. Omdat zijn ego in de weg staat. Maar wie niet gestorven is, zal ook niet leven. Dat er een oordeel is, is zeker. Maar wat daar precies zal gebeuren, wil ik niet uitspreken. Maar, geen alverzoening dus.
Samenvattend, zegt de Amsterdamse hoogleraar, "nadenken over evangelisatie leidt ons naar het slot van Johannes 21. "Petrus, heb je me waarlijk lief?" Petrus in tranen. "Hoed mijn schapen." Enzovoorts. En het is nog maar net achter de rug, of Petrus vraagt: Maar deze, wat zal deze? Dan zegt Jezus: "Wat gaat het u aan? Volgt gij Mij!" Dus: landingsplaatsen voor de Geest? Wat gaat het jou aan? Volg jij Mij."
Reformatorisch of evangelisch: duel of duet? luidt de titel van een congres in Ede, aanstaande dinsdag. Wat is uw antwoord?
"Duet. En ik wenste dat het een duet zal zijn in een samen zoeken wat de Schrift ons te zeggen heeft. Niet om samen progressie te boeken. Want dan eindigt het in een duel."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2004
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2004
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's