Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een deskundig man, een somber mens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een deskundig man, een somber mens

L. M. P. Scholten: Zo sta ik bij velen te boek, als de man van het compromis

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pas helemaal aan het einde van het gesprek valt L. M. P. Scholten stil. In welke bijbeltekst hij zijn leven verklaard ziet. Dat was de vraag. In gedachten doorzoekt hij 66 bijbelboeken. En komt uit bij de Psalmen. "Psalm 119. Dat is het, denk ik. "Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet."" Ligt daar dan álles in? "Nee, natuurlijk niet. Het is maar één tekst uit het gehele Woord. Maar Psalm 119, daar komt een mens nooit over uitgedacht."

Deze maand neemt Scholten (65) afscheid van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). Zestien jaar lang was hij er directeur. Is hij tevreden, als hij omziet? "Tevreden? Ik zou een heleboel dingen, met de wetenschap die ik nu heb, anders gedaan hebben. Maar of ik het dan ook echt beter gedaan zou hebben, betwijfel ik."

Het afscheid doet hem veel, wellicht meer dan hij bekennen wil. Hij volstaat met: "Afscheid nemen is altijd een bijzonder punt in je leven. Maar het maakt nog wel heel wat uit hoe je afscheid neemt. Er zijn mensen die reikhalzend uitzien naar het moment waarop ze met de VUT kunnen gaan. Er zijn ook mensen die dan plotseling niet meer weten wat ze moeten doen. Dat is bij mij allemaal niet zo."

Ingrijpender dan het afscheid ervoer hij zijn hartinfarct, op zondag 11 november 2001. "Ik heb heel concreet de dood in de ogen gezien. We waren net terug uit de kerk; ik had zelf een preek gelezen van ds. M. Hofman. Over de schipbreuk van Paulus. Thuis voelde ik ineens dat het niet goed ging. Het begon met een vreemd gevoel aan mijn kaak. Toen ik tintelingen kreeg in de vingertoppen, die opliepen naar boven, dacht ik: Als dat mijn hart bereikt, dan is het einde daar. Mijn vrouw heeft 1-1-2 gebeld. Minuten duren dan uren. Ik dacht dat ik bezig was te sterven."

Scholten is er nog. "Maar alles wat er daarna komt, staat toch in een ander licht. Als je een stuk van je hart kwijt bent, ziet het leven er echt anders uit. Ik mocht nog maar 50 procent werken. Dat heb ik gedaan, in het begin, heb dat geprobeerd. Ik zal maar niet zeggen hoe dat percentage er inmiddels weer uitziet. De dingen moeten klaar. We zijn bezig met de correctie van de drukproeven van de Bijbel met kanttekeningen. Ik kan het schema niet in de war schoppen door het traject mijn tempo op te leggen."

Deskundigheid

Een op zijn terrein deskundig man. Zo staat Scholten te boek, bij liefhebbers én bij critici van de Statenvertaling. Zelf relativeert hij: "Ik zie me genoodzaakt dat tegen te spreken. Ik voel me niet zo deskundig als wenselijk zou zijn. Het lezen en doorgronden van de Bijbel in de grondtekst vraagt grote kennis van het Hebreeuws en het Grieks. Het Grieks beheers ik wel. Maar ik zou bedrevener willen zijn in het Hebreeuws."

Scholten legt voor zichzelf de lat graag hoog.

"Nou, ik heb wel eens de indruk dat anderen de lat voor zichzelf eerder te laag leggen. Gods Woord is zo ontzettend rijk dat wij met alle kennis die er kan zijn toch maar heel beperkte en nietige mensjes zijn. In het bijbelvertaalwerk zijn twee dingen nodig. In de eerste plaats pure talenkennis. Maar daarnaast kun je het geestelijke fundament waarop ook de bijbelschrijvers mochten staan, absoluut niet missen. Met alleen talenkennis ben je nog geen goed bijbelvertaler. Het omgekeerde is trouwens net zo goed waar."

Scholten staat ook bekend als een man met een wat sombere inslag.

"Noem het een lichte hang naar mismoedigheid. Toch, er staat er Eén boven alles wat we hier op aarde doen. Hij bepaalt en bestuurt alles. En als je dat echt mag geloven, is er geen reden tot mismoedigheid, kerkelijk niet en persoonlijk niet. Wel is er, op jezelf ziende, alle reden om een afkeer van jezelf te hebben, of om, zoals het avondmaalsformulier het zegt, een mishagen aan jezelf te hebben; dat is mooier uitgedrukt."

Toch zijn veel mensen, ook veel christenen, moedeloos. "Dat zou ook wel eens kunnen komen doordat men altijd maar de indruk heeft dat alles van hén afhangt. Dat moet wel moedeloos maken. Maar als er één ding is dat ik in mijn leven geleerd hebt, dan is het dat er niets van Scholten afhangt."

Een ernstig man, die Scholten, vinden velen. "Het leven ís ernstig."

Kanttekeningen

Scholten neemt wel afscheid, maar neemt niet achter de geraniums plaats. "Er is nog zo veel werk. We zijn druk met het afronden van het kanttekeningenproject, dat in het najaar klaar moet zijn. En daarnaast hoop ik binnenkort ook weer voor De Wachter Sions te kunnen schrijven."

Daarnaast wil de scheidende GBS-directeur een boek laten verschijnen. Memoires zijn aan hem niet besteed, vindt hij. "Die zijn zo belangrijk niet." Het boek moet gaan over het kerkrecht, toegespitst op de kerkelijke praktijk van zijn eigen kerkverband, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. "Ik zou me kunnen voorstellen dat er ook van buiten ons kerkverband belangstelling is voor zo'n boek, maar kerken hebben nu eenmaal hun eigen gegroeide kerkordelijke praktijken."

Gereformeerd

Bert Scholten werd op 4 juni 1939 geboren in Den Haag. Hij groeide op in een meelevend gereformeerd gezin. Later groeide hij van de Gereformeerde Kerken weg. Het was de vanzelfsprekendheid waarmee men daar sprak over geloof en bekering die hem tegenstond. "Gereformeerden waren geestelijk gearriveerde mensen. Het stuitte me steeds meer tegen de borst. Ik moet nog wel eens denken aan dat gezang dat ik toen vele malen heb horen zingen: "In het kruis zal 'k eeuwig roemen, en geen wet zal mij verdoemen, Christus droeg de vloek voor mij." Het is zo rechtzinnig als wat. Het is van Da Costa, maar dat gemakkelijke, hè, dat iedereen dat maar meegalmt, dan denk ik: Nee, dit is allemaal te glad. Zo is het ware geloof niet."

Er was een vast punt in de liturgie: Het lezen van de Tien Geboden. "Daarna werd als schuldbelijdenis gezongen Psalm 130:2, alleen de eerste helft. "Zo Gij in 't recht wilt treden, o Heer' en gadeslaan onz' ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan?" Op dat moment stopte de organist, waarna de predikant sprak: "Indien wij gezondigd hebben, wij hebben een Voorspraak bij de Vader." En dan zette de organist fortissimo in: "Maar neen, daar is vergeving altijd bij U geweest." Daarmee was de schuld weer beleden. Dat oppervlakkige, dat is vreselijk. Zonde en genade kennen veel te diepe dimensies dan dat we ons daar op die manier van af kunnen maken."

Zijn geestelijk tehuis vond Scholten in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. In 1963 deed hij in dat kerkverband belijdenis van het geloof. De geestelijke gearriveerdheid had plaatsgemaakt voor een geestelijke vraag: Hoe krijg ik een genadig God tot mijn deel? "Dat is de vraag waar alles om draait, een vraag die zich ook niet meer laat onderdrukken door alle geneugten van deze wereld."

Dat raakt de toe-eigening des heils. Dat zit nogal in de lucht vandaag.

"Ik heb wat tegen die term. Alleen het woord toe-eigening al! Typisch een term van mensen die het toch een beetje als een menselijke daad zien om zichzelf het heil toe te eigenen. Gods Geest eigent een mens Christus met al Zijn weldaden toe. Het mijnen door het geloof is een bijzondere weldaad die van dat toe-eigenen het gevolg is. De mens, dood in zonden en misdaden volgens de Bijbel, eigent zichzelf dus helemaal niets toe. Dat kan niet anders dan straks een grote vergissing worden."

Boodschap

Van Scholtens kerk wordt wel gezegd dat zij te weinig oog heeft voor de buitenwereld, voor zending en evangelisatie. Heeft de kerk geen woord voor de wereld? "De kerk behoort allereerst op God gericht te zijn. En als het de kerk gegeven is om te verstaan wat de Heere van haar vraagt, dan leidt dat heus niet tot een kerk die slechts oog heeft voor zichzelf. Maar dat leidt evenmin tot een kerk die alleen nog maar oog heeft voor de wereld, waar iedereen in een stuk triomfantelijk activisme de straat op gaat. Waar moet het ons ten diepste om gaan? Om het ene nodige te zoeken. En daarin mag je best een beetje in jezelf gekeerd zijn, want dat is een volstrekt persoonlijke zaak. En als het gaat om een woord voor de wereld: Wie zelf de boodschap door genade ter harte heeft leren nemen, die zal ook naar buiten toe zijn mond niet meer kunnen houden. Je buurman merkt dat heus wel, aan je gelaat en je gewaad, je daad en gepraat, aan je manier van leven."

In 1966 werd Scholten gevraagd om zijn medewerking te verlenen aan De Wachter Sions. Meer dan 37 jaar heeft hij zijn bijdragen aan het blad geleverd.

U kraakte menige noot.

"Noten zijn er om te zingen. Ze zijn er ook om te kraken, en dat doe ik ook wel eens. Ik heb altijd geprobeerd duidelijk te zijn, duidelijke taal te spreken, duidelijke standpunten te verwoorden, niet alsof alles altijd zwart-wit was, maar omwille van de helderheid."

Wellicht voelden sommigen zich ook wel eens wat bezeerd.

"Bezeerd? Als ik mensen pijn heb gedaan, dan heb ik het verkeerd gedaan. Dat is nooit mijn bedoeling geweest, maar bepaalde situaties vroegen nu eenmaal wel eens om een duidelijke waarschuwing."

Bent u een vechtjas?

"Niet waar, nee, echt niet waar. Ik ben niet iemand wiens eigen haan per se koning moet kraaien. Ik zocht liever het compromis dan de polarisatie. Zo sta ik bij velen te boek, als de man van het compromis."

Kerkelijke eenheid

Wat betekent kerkelijke eenheid voor u?

"Christus heeft in Johannes 17 gezegd: "Dat zij allen één zijn." Het zou ideaal zijn wanneer die geestelijke eenheid binnen één kerk tot uiting zou komen. Maar door de gebrokenheid van het kerkelijk leven is dat niet mogelijk. Je moet met betrekking tot kerkelijke eenheid niets forceren. Je kunt wel een paar zieke kippen in één hok gooien, maar daar worden die kippen nog niet beter van."

Bij veel kerken is er volgens Scholten het besef dat men de eigen zaken niet op orde heeft. "Overal zie je interne problemen, zo complex vaak dat je zegt: Alsjeblieft, laten we de problemen niet nog groter maken door geforceerd bij elkaar te gaan zitten. Eenheid is primair een gave, meer dan een opgave."

Dat er steeds minder oog is voor de wereldwijde katholiciteit van het christelijk geloof, erkent Scholten. "Het besef dat we geloven in een heilige algemene, christelijke kerk is tanende. Dat zou alzo niet moeten zijn."

Sinds vorig jaar spreken de Gereformeerde Gemeenten weer met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland over de scheuring van 1953. Scholten wil daar weinig over kwijt, want afgesproken is dat beide commissies rapporteren op hun synodevergaderingen. "Wel wil ik zeggen dat ik die gesprekken als nuttig heb ervaren. Het is verhelderend om elkaar weer eens over deze dingen te spreken. Er waren te veel karikaturen, er was te veel verkeerde beeldvorming. Maar de tegenstellingen zijn natuurlijk niet alleen een kwestie van misverstanden. Er is wel degelijk meer aan de hand."

In de gereformeerde gemeente in Nederland te Nieuwerkerk aan den IJssel is Scholten een van de vijf diakenen. Ouderlingen zijn er niet. "Dat is kerkrechtelijk natuurlijk niet in orde, maar wat moet je daaraan doen? Een gemeente is pas een volledige gemeente als alle drie de ambten vertegenwoordigd worden, maar als ze er nou niet zijn? Ik praat niets goed. Je kunt aan alles gewend raken, zodanig dat je een gemis niet eens meer als een gemis ervaart. Men heeft er bij mij ik denk wel honderdmaal op aangedrongen me te laten kandideren voor ouderling, maar ik heb er nooit vrijmoedigheid voor gehad."

U las zondags vaak wel de preek. Wat las u dan?

"Preken van predikanten van de Gereformeerde Gemeenten van 1907 tot 1953, en van onze eigen predikanten natuurlijk. Verder van zeventiende-, achttiende- en negentiende-eeuwse mensen, zoals van Van den Oever, Fransen, Philpot."

En Calvijn?

"Ik heb vaak met Calvijn in de handen gestaan, want zijn preken zijn inhoudelijk goed. Maar ze zijn in een dermate andere situatie geschreven dat ze voor ons op zondag niet goed bruikbaar zijn. Ik vrees dat mensen de kerk zouden uitgaan met de gedachte: Wat was dit een vreemde preek! Als je dat weet, dan moet je dat dus niet doen."

Vrij snel na Scholtens hartinfarct plaatste de GBS een advertentie voor een opvolger. Er waren wel sollicitanten, maar er volgde geen benoeming. Hoe moet het nu verder met de GBS? "Het bestuur is zich ervan bewust dat de stichting op een kruispunt van wegen staat. Daar is mijn vertrek slechts een onderdeeltje van. De GBS heeft jarenlang gewerkt aan restauratie van de Statenvertaling en van de kanttekeningen. Die fase wordt binnenkort afgesloten. Er is nu bezinning op waar de prioriteiten moeten gaan liggen. De vraag hoe mijn functie straks zal worden ingevuld, maakt daarvan deel uit."

Trouw

Hoe kijkt u aan tegen Trouw, waar u enkele jaren kerkredacteur was?

"Trouw is wel een kwaliteitskrant, maar geen christelijke krant meer."

En de CSFR, waarvan u vroeger deel uitmaakte?

"De CSFR is de breeveertien opgegaan."

En het RD?

Het RD heeft zich ontwikkeld tot een goede krant, maar de krant moet uitkijken dat hij niet te breed wordt. Het RD loopt het gevaar zich te vervreemden van de koers van zijn initiatiefnemers. Die vervreemding zie ik vooral liggen in een steeds verdergaande acceptatie van de moderne cultuur."

Zie ook pag. 21

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004

Reformatorisch Dagblad | 23 Pagina's

Een deskundig man, een somber mens

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004

Reformatorisch Dagblad | 23 Pagina's