Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adeldom verplicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adeldom verplicht

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ik begin deze week de krant opsloeg, moest ik aan mijn opa denken. Hij had het eerbare beroep van incasseur bij het toenmalige nutsbedrijf Waterleidingmaatschappij Noordwest-Brabant. Dagelijks deed hij zijn ronde door de binnen- en buitengebieden van het Land van Heusden en Altena, van Sleeuwijk tot aan de Kil en uiteraard in het goede dorp Werkendam. Van huis tot huis werd het te innen bedrag in ontvangst genomen, in centen, dubbeltjes en kwartjes.

En dan brak de vrijdagavond aan. Opa legde op het grote bureau alle centen, dubbeltjes en kwartjes op rijtjes en telde het geld. Hij zag uit naar het moment dat zijn chef de bedragen kwam controleren. Met gepaste trots ontving hij de complimenten van z'n meerdere als alles weer tot op de halve cent klopte. Aan ons, zijn kleinkinderen, leerde hij de vermaarde spreuk: "Agge oe werk goed doet, worde graag gecontroleerd!"

Aan deze woorden moet ik denken nu de rol van de Onderwijs- inspectie weer ter discussie staat. Minister Hermans en staatssecretaris Adelmund willen het wettelijk kader van de inspectie oprekken; in ieder geval de praktijk van het integraal schooltoezicht een wettelijke basis geven. Tijdens zo'n bezoek van de inspectie wordt een basisschool finaal doorgelicht. Leerkrachten, leermiddelen, leerresultaten, hulp aan leerlingen, het pedagogisch klimaat, zo'n beetje alles wat er op school wordt gezegd, geschreven en gedaan wordt tegen het licht gehouden. De inspectie maakt als het ware een röntgenfoto van de school, die zij vervolgens publiceert. Deze werkwijze wil de minister uitbreiden om de kwaliteit van het onderwijs op te krikken.

De reacties die zo'n ballonnetje oproepen in de media en in de politiek zijn in zekere mate voorspelbaar. De vrijheid van onderwijs komt in het geding, de minister gaat onwettigheid legaliseren enzovoort. Al snel is iedereen in het protestants-christelijk en reformatorisch onderwijs het erover eens dat paars ons weer iets wil afpakken. De gekoesterde grondwettelijk vastgelegde vrijheid van richting en inrichting van het onderwijs wordt bedreigd. We moeten met hand en tand verzet plegen tegen iedere inmenging van de overheid in deze vrijheid.

Verfrissend vind ik de opvatting van SGP-kamerlid Van der Vlies. Ik herken in hem de nuchtere Hollander: Niet piepen voordat je geslagen wordt. Laten we eerst eens kijken wat de minister en de staats- secretaris willen. En controle, daar zijn we al helemaal niet op tegen. Laat de overheid haar verantwoordelijkheid nemen scholen te ondervragen over wat ze met de hun toevertrouwde kinderen en middelen doen.

Onderwijsvrijheid mag uiteraard nooit een vijgenblad zijn om de poverheid van falend schoolbeleid te bedekken. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Soms merk ik echter dat de onderwijsvrijheid wel een erg gemakkelijk excuus is om inspectieadviezen naar de prullenbak te verwijzen. Als de inspectie erop wijst dat onze methoden niet voldoen aan de kerndoelen die de overheid stelt en daarom adviseert een andere, betere methode te kiezen, is dat dan inperking van de onderwijsvrijheid? Kom nou, een methode, welke dan ook, behoort aan bepaalde kwaliteitseisen te voldoen. Daar hebben kinderen, ouders en uiteindelijk de overheid recht op. We moeten dat niet afdoen met een inbreuk op de onderwijsvrijheid. Dat vind ik flauw en in wezen niet eerlijk.

We moeten dankbaar zijn voor een overheidsinstantie die af en toe eens onder de deksels van onze pannetjes kijkt en terecht wijst op onvolkomenheden. Als een team een bepaalde methode heeft gekozen en daar de onderwijskundige en principiële argumenten bij heeft, staat het sterk. Identiteit en kwaliteit zijn geen tegenstellingen. Onze identiteit dwingt ons de beste kwaliteit te leveren voor de kinderen. Noblesse oblige: adeldom verplicht.

C. A. Egas, directeur van de School met de Bijbel in Bleskensgraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Adeldom verplicht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's