Zinzendorf: vereerd en vergeten
Leden van de Broedergemeente krijgen allen eenzelfde grafsteen
Híj woonde aan de ene kant van de berg, zíj aan de andere. Hij heette graaf Von Zinzendorf, wiens 300-jarige geboortedag volgende week wordt herdacht. Zij waren Moravische vluchtelingen, die hun toevlucht hadden gezocht op het grondgebied van de graaf. Daar, niet ver van het huidige Polen en Tsjechië, ontstond Herrnhut, de nederzetting waarvan de naam met zorg gekozen was. Herrnhut. Onder de hoede des Heeren.
De Oberlausitz, in het zuiden van de voormalige DDR, is mooi. Zonder meer. Uitgestrekte landerijen en koolzaadvelden op glooiend heuvelland worden afgewisseld door bos op de steilere hellingen. Boerderijen en talloze kleine dorpjes lijken wat willekeurig rondgestrooid tussen al dat natuurschoon.
De meeste automobilisten ontgaat dit alles. Zij razen over Autobahn nummer 4 van Dresden via grensovergang Görlitz naar Polen. Wie naar Herrnhut reist, moet afslag Bautzen-Ost nemen. De volgende stad, Löbau, is al helemaal niet berekend op het westerse verkeersaanbod. De toerist die de geboorteplaats van graaf Von Zinzendorf wil bezoeken, moet wat geduld hebben.
Stad of kolonie
Nog tamelijk onverwacht is daar Herrnhut, tegen het buurdorp Strahwalde aangeplakt. "Stadt Herrnhut", vertelt het plaatsnaambord. Een gevoel van teleurstelling laat zich moeilijk onderdrukken. Herrnhut een stad? Kwam ik hier niet om een indruk op te doen van een rustieke kolonie, die hier bijna drie eeuwen geleden werd gesticht? Moet ik het met een complete stad doen?
Archivaris Paul Peucker zal later uitleggen dat Herrnhut in 1929 stadsrechten kreeg, ruim twee eeuwen nadat de gevluchte Moravische broeders op het landgoed van Zinzendorf neerstreken. Ze kregen gastvrij onthaal, hoewel de graaf aanvankelijk enige afstand bewaarde. Zijn buitenverblijf had hij laten bouwen in Berthelsdorf, de Moraviërs kregen een plaats toegewezen aan de andere kant van de berg.
Herrnhut telt slechts 1500 inwoners, ongeveer hetzelfde aantal als 200 jaar geleden. De kerkleiding is lange tijd streng geweest, legt Peucker de uitgebleven groei uit. "Iedereen die in Herrnhut kwam wonen of werken, moest tot de Broedergemeente behoren. Daardoor zijn de kansen om verder door te groeien, blijven liggen." Anno 2000 behoort ongeveer eenderde van het dorp nog tot de Broedergemeente.
Pleinen Een bescheiden bord wijst de weg naar de Zinzendorfplatz. Dat kan niet missen. En inderdaad, daar staat de kerk van de Evangelische Broedergemeente, centraal gelegen tussen grote huizen. Dit is een van de pleinen, een typisch kenmerk van de hernhutters. Rechts naast de kerk staat het Zinzendorf-huis. Op deze plaats stond het pand waar Zinzendorf, met onderbrekingen weliswaar, van 1727 tot zijn overlijden in 1760 woonde.
Wie op zijn gemak door Herrnhut wandelt, ziet nog veel meer gebouwen uit de achttiende eeuw. Daar is bijvoorbeeld de oude "waskeuken", die ervoor zorgde dat de vrouwen niet telkens naar de beek hoefden te lopen om hun kleding te wassen. Daar is het weeshuis, het pelgrimshuis, daar zijn de musea, die ruimschoots aandacht besteden aan het Zinzendorf-jubileumjaar.
Toch valt het geheel wat tegen in vergelijking met bijvoorbeeld de pleinen rond Slot Zeist, waar in mei 1746 een Broedergemeente werd gesticht. In Zeist is de oorspronkelijke harmonie van het complex bewaard gebleven en dat is in Herrnhut niet het geval. De geschiedenis is daar mede debet aan. Daarvoor moeten we terug naar de Tweede Wereldoorlog.
Het dorp is niet getroffen door zwaar oorlogsgeweld of bombardementen. De ramp voltrok zich pas na de bevrijding. Na de capitulatie van Duitsland op 7 mei 1945 vocht een kleine groep militairen rond Herrnhut nog door. Al snel kwam aan deze strijd een einde, waarna de Russen in de nacht van 8 op 9 mei hun overwinning vierden. Het feest liep echter uit de hand, het vreugdevuur werd te enthousiast opgestookt; meer dan veertig huizen en de kerk, gebouwd in 1756, lagen de volgende morgen in de as.
DDR-barok
En dan is er het gymnasium, dat tegenover de kerk staat, op grondgebied dat ooit tot de pleinen behoorde. Een foeilelijke kolos, hoogstandje, of beter dieptepunt van socialistische cultuurbarbaren. "DDR-barok", spot Hans Reeb, die verantwoordelijk is voor de pr rond het Zinzendorf-jubileum. De school is er bewust neergezet, zegt Peucker. Als een teken van het socialistische bewind, bedoeld om het monopolie van de Broedergemeente in Herrnhut te breken.
Aan de andere kant had de regering toch een zekere waardering voor de hernhutters, zegt Peucker. Vooral de eenheid van wonen en werken en de grote nadruk op de zorg voor de hele gemeenschap spraken aan. Herrnhut was dan niet socialistisch, maar toch wel sociaal, redeneerden de partijbonzen. En dus werden de eigen bedrijven niet onteigend. Voor christenen was dit een uitgezochte kans om bij een kerkelijk bedrijf te kunnen werken.
Ook de drukke B178, die dwars door Herrnhut gaat, is een storende factor. De Volkswagens en BMW's die over het asfalt zoeven, storen zich niet aan de geschiedenis van Zinzendorf en zijn volgelingen, aan de rust die Herrnhut ooit kenmerkte. Er moeten wel plannen gereedliggen om een rondweg rond Herrnhut aan te leggen, weet Hans Reeb. Maar de financiën zijn niet rond.
Begraafplaats
Samen met Hans lopen we de Hutberg op, een heuvel van 373 meter hoog, waar de hernhutters hun doden begraven. Hier loopt elk jaar met paasochtend, voordat het licht wordt, de gemeente, om op de begraafplaats bij het opgaan van de zon de overwinning van Christus over de dood te gedenken en om de namen te noemen van de in het achterliggende jaar overledenen. Het is een onderdeel van de liturgie binnen de Broedergemeente.
Boven de poort die toegang verleent tot de dodenakker is te lezen: "Christus is opgestaan uit de doden." Wie de begraafplaats verlaat, leest op dezelfde poort: "Christus is de Eersteling dergenen die ontslapen zijn."
Als je door de poort gelopen bent, komen er vragen op. Want deze begraafplaats heeft bijzondere kenmerken. Alle grafstenen, volgens vast patroon neergelegd, zijn even groot. En niet één ervan staat. Hans Reeb legt uit: "Alle broeders en zusters zijn gelijk, het ene graf is niet meer dan het andere." Zoals in vroeger tijden de kerkzaal zich vulde -mannen en vrouwen gescheiden, iedereen schuift aan op de eerste plaats die leeg is- zo worden ook de doden begraven. Familiegraven kennen de hernhutters niet. Dat is weer gebaseerd op het woord van de Heere Jezus dat er bij de opstanding uit de doden niet gehuwd zal worden.
Graftombes
De teksten op de grafstenen verschillen nauwelijks van elkaar. Naam, geboortedatum, geboorteplaats, sterfdatum en een bijbeltekst. Ook dat is een bewuste keus. Opnieuw: alle broeders en zusters zijn gelijk. Kleine variaties zijn mogelijk. Op de steen van Christian David bijvoorbeeld. "Des Herrn Knecht", staat erop. En verder: "Een timmerman. Velde de eerste boom voor de bouw van Herrnhut." Daar ligt ook de steen van Theodora Charitas, Zinzendorfs lieveling, die op 2-jarige leeftijd overleed. "Nata 24 oktober 1730, renata 3 december 1732." Nata: geboren, renata: wedergeboren, of ook wel: herleefd.
En die zeven graftombes dan, wat betekenen die? Reeb verontschuldigt zich haast. Die zijn van de Ortsherrschaft, legt hij uit. Van de plaatselijke adel dus, die in de achttiende eeuw het gebied rond Herrnhut bestuurde, van de "onvergetelijke man Gods" Nicolaus Ludwig, graaf en heer Von Zinzendorf en Pottendorf, van zijn eerste en tweede echtgenote, van zijn jeugdvriend graaf van Wattewille, van zijn jongste dochter, die op 11 mei 1789 haar "pelgrimstocht" beëindigde, nadat ze "vele gevaren te land en ter zee" had doorstaan.
Dagteksten
Aan de andere kant van de Hutberg ligt, op een kilometer afstand, Berthelsdorf, het buitenverblijf van Zinzendorf in de tijd dat hij in Dresden raadsheer was aan het hof van de keurvorst van Sachsen. Berthelsdorf is een paar minuten met de auto. Maar nee, geen auto, ik ga lopen. Morgen.
Een overnachting is geregeld in het eigen pension van de Broedergemeente. De beheerder verontschuldigt zich voor de sobere uitrusting. "DDR-standaard." Geeft niet. Eenvoud is ook een kenmerk van de hernhutters.
Op een bureautje ligt niet alleen een Bijbel, maar ook de zogeheten Losungen, de dagteksten van de Broedergemeente. Per dag een tekst uit het Oude Testament, een uit het Nieuwe en een spreuk. Ik tref het, op 26 april. De spreuk is van Zinzendorf zelf. Hij had ook van Martin Luther King kunnen zijn. Of van Bonhoeffer, of de rooms-katholieke theoloog Karl Rahner. Of van Luther, Kierkegaard.
Genesis 12:2 is de tekst voor vandaag. En Galaten 3:13-14. De spreuk is een lofprijzing op Christus, Die mens werd en Die "voor mij en de hele wereld een eeuwig losgeld heeft betaald." De verzoening was voor Zinzendorf een wezenlijk onderdeel van het Evangelie. En wel een algemene verzoening.
Berthelsdorf
De volgende morgen loop ik over een pad dwars door de weilanden naar Berthelsdorf. Het lawaai van de B178 blijft gelukkig achter de Hutberg hangen. Een zoele wind waait over de velden. Vogels fluiten hun voorjaarszang. Verder is het hier stil. Hier liep Zinzendorf ook. Hoewel de graaf zich doorgaans per koets liet vervoeren, stapte hij ook wel eens uit, om, zo schreef hij, gesprekken met de Heiland te voeren. In Berthelsdorf staan sierlijke optrekjes naast grauwe huizen. Door heel het dorp staan fruitbomen in bloei. Maar ik kwam hier voor sporen van Zinzendorf. Waar zijn die? Zinzendorf was destijds vol lof over de plaatselijke evangelisch-lutherse predikant. Dus op naar de kerktoren. Deur dicht. Bezoekers, graag melden bij de pastorie, meldt een bordje. Aanbellen. Niemand thuis.
"Daar, in het slot, woonde Zinzendorf", wijst de 85-jarige mevrouw Lorenz. "Zie je hoe vervallen het is? Er is geen geld om het op te knappen." Het slot, dat Zinzendorf ooit voor zichzelf liet bouwen, is totaal verwaarloosd. Karrenvrachten afval ontsieren het terrein. Verder niemand te zien.
Is Zinzendorf hier totaal vergeten? Wie kan me toch iets over hem vertellen? Naar het gemeentehuis. Weer mis. Woensdag gesloten. Misschien dat groepje mensen dat met schoppen en kruiwagens vlak voor het slot de grond aan het gelijkmaken is? Dit wordt een fiets- en voetpad, weten ze. Zinzendorf? "Nooit van gehoord. Vraag het eens aan die meneer."
Na wat heen en weer gepraat komt de aap uit de mouw. Het is de eigenaar van drankenhandel Germer in Herrnhut, die de oude kerk- en gebedszaal in het slot heeft gekocht. Ik heb beet! Er is hier toch iemand die van Zinzendorf afweet. Onder de gebedszaal zat in de tijd van Zinzendorf de brouwerij, weet Gelmer. In de winter werd ijs uit de meertjes gehaald en onder de grond opgeslagen. Maar dan moet Gelmer weer verder. Zijn drankenhandel roept.
Er is een vereniging opgericht om het te kopen, vertelt Peucker later, maar die viste ernaast. Een firma uit Berlijn heeft het complex nu opgekocht. De deelstaat Sachsen wil de koop ongedaan maken. Dat is een slepend proces. De tijd dringt, vindt Peucker. "Nog een winter of twee en het dak stort in."
Linden
Zinzendorf bracht een groot deel van zijn kinderjaren door op het slot in Grosshennersdorf, een kilometer of zes voorbij Herrnhut. Bij een lange lindenlaan moet je linksaf, zei Paul. Linden. Die heb ik meer gezien, hier in de buurt van Herrnhut. Linden staan er op de begraafplaats, linden markeren de weg tussen Herrnhut en Berthelsdorf en nu, op weg naar Grosshennersdorf, opnieuw linden. Bladeren van lindenbomen hebben de vorm van een hart, legt Hans Reeb uit. En Zinzendorfs theologie was er een van het hart. 't Is maar een theorie. Maar toch, fantastisch klinkt ze niet.
De Lindenallee voert rechtstreeks "zum alten Schloss", meldt een bescheiden bordje. Naar het oude slot dus. Het woord ruïne is beter op zijn plaats. Alleen de voorgevel staat nog redelijk fier overeind. De vlucht van twee valken van en naar hun nest hoog in de muur kondigt de lente aan. Ze vliegen door het venster vanwaaruit Zinzendorf als jongen briefjes gooide. Het waren briefjes voor de Heere Jezus. Zinzendorf geloofde vast dat ze hun bestemming vonden.
Het enige wat redelijk nieuw lijkt, is het hek om het slotcomplex. "Instortingsgevaar", staat er op een handvol bordjes. Naast de ruïne wacht een grauw wooncomplex geduldig op nieuwe bewoners. Een oude vrouw schuifelt over het stoffige pad. "Ik heb hier gewoond, ja. Of Zinzendorf hier gewoond heeft?" Ze wijst naar de vervallen muren: "Daar." Is u vroeger op school wel eens over Zinzendorf verteld? "Nee. Maar ik ben vergeetachtig." 88 jaar oud is ze.
Dáár, in Herrnhut, wordt straks de 300-jarige geboortedag van Zinzendorf gevierd. Gasten van over de hele wereld wonen de feestelijkheden bij. Maar hier, in Grohennersdorf, en daar, in Berthelsdorf, is de graaf al lang vergeten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's