Een dubbeltje voor het VU-busje
Gereformeerde huisvrouwen spaarden faculteiten bij elkaar
AMSTERDAM - De gereformeerde huisvrouwen die vanaf de jaren dertig dubbeltjes en kwartjes bijeenbrachten voor 'hun' Vrije Universiteit in Amsterdam, kenden hun plaats. Ze bleven zichzelf zien als hulpe van de man, maar betraden met hun succesvolle spaaractie een terrein dat voordien aan mannen voorbehouden was.
Het neveneffect van de Vrouwen VU-Hulp was dan ook emancipatie naar gereformeerd beginsel, aldus de historicus prof. dr. J. de Bruijn in zijn boek Helpende Handen, dat gistermiddag werd gepresenteerd. "De vaak belemmerde dadendrang van de gereformeerde vrouwen kon hier een uitweg vinden." De door een efficiënte organisatie gesteunde spaarzin betekende volgens de auteur een vernieuwing die de maatschappelijke betrokkenheid van vrouwen vergrootte, "maar tevens gevoed werd door en recht deed aan het traditioneel-calvinistische ideaalbeeld van de vrouw".
De gereformeerde vrouwen spaarden tussen 1932 en 1998 17,5 miljoen gulden bij elkaar voor de VU, die pas sinds 1970 geheel door de overheid wordt gefinancierd. Omgerekend naar de huidige waarde van de gulden komt dat neer op een bedrag van bijna 58 miljoen. De neerwaartse spiraal waarin het aantal spaarsters en de jaarlijkse opbrengst sinds het hoogtepunt in 1966 zijn terechtgekomen, lijkt echter onstuitbaar. Vrouwen VU-Hulp weerspiegelt de opkomst en afbrokkeling van de gereformeerde zuil.
Groene busje
De oorsprong van het groene spaarbusje met de afbeelding van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper, stichter van de VU, ligt in 1931. S. Verdam-Okma, echtgenote van VU-curator mr. J. Verdam, opperde het idee dat de gereformeerde vrouwen hun steentje zouden kunnen bijdragen aan het lenigen van de financiële nood van de universiteit. De VU had net een wis- en natuurkundige faculteit geopend maar kampte al snel met een exploitatietekort.
Verdam-Okma wilde "onze christenvrouwen" opwekken om wekelijks een dubbeltje van het huishoudgeld opzij te leggen voor de VU. De inhoud van het groene busje was een extraatje van moeder dat niet ten koste mocht gaan van de bijdrage die de gereformeerde mannen aan de VU gaven, memoreer de de Schiedamse predikant C. Vonk in 1934.
Het initiatief sloeg aan. In 1933, een jaar na het begin van de actie, hadden al bijna 26.000 busjes hun intrede in de gereformeerde gezinnen gedaan. "Vanuit de kelder van de Vrije Universiteit golfde het eene duizendtal na het andere de wereld in", juichte een persbericht. In 1937, bij de viering van de honderdste geboortedag van Kuyper, kon premier Colijn, president-directeur van de VU, bijna 312.000 gulden in ontvangst nemen.
Colijn toonde zich onder de indruk van "het geloof van het eenvoudige vrome volk, dat deze universiteit draagt." Hij prees de gereformeerde vrouwen, "die niet direct met de wetenschap in contact staan, maar die den stofdoek hanteeren, die de kachel kunnen poetsen en een dweil weten te hanteeren."
Medische faculteit
Na de oorlog konden de VU-vrouwen eindelijk sparen voor een doel dat hun al jaren na aan het hart lag: de oprichting van de medische faculteit. Hoewel de overheid 85 procent van de kosten voor haar rekening nam, moesten de gereformeerden toch nog een aanzienlijk bedrag opbrengen. De gereformeerde zuil bloeide als nooit tevoren en de Vrouwen VU-Hulp bloeide mee. In 1956 noteerde de organisatie de 100.000e spaarster. In 55 procent
van de gereformeerde gezinnen stond toen een busje. In 1966, bij de opening van het VU-ziekenhuis, had de spaaractie bijna 5 miljoen gulden opgeleverd.
Maar de tijden veranderden snel, en de VU en de vrouwen veranderden mee. De VU was vanaf de jaren zestig niet langer volledig afhankelijk van gereformeerd geld en werd steeds minder een gereformeerd bolwerk. De discussies die op de universiteit werden gevoerd, wekten bij de traditionele achterban niet zelden verontrusting. Ook de Vrouwen VU-Hulp ging nieuwe wegen. De gelijkwaardigheid van man en vrouw werd bespreekbaar op de jaarlijkse vrouwendagen. Projecten als een kinderdagverblijf en de studierichting vrouwenstudies kregen steun.
Afgehaakt
Het gevolg was dat veel traditionele spaarsters afhaakten. De afnemende kerkelijkheid en het tanende gereformeerde groepsbesef resulteerden in een geringe aanwas van jonge leden. Het aantal spaarsters daalde van ruim 115.000 in 1966 tot 41.000 in 1992, het jaar waarin het in onbruik geraakte groene busje definitief voor de acceptgiro moest wijken. In 1998 waren er nog 14.500 volhardende VU-vrouwen over.
Bij het 65-jarig bestaan in 1997 gaf Vrouwen VU-Hulp opdracht tot het schrijven van de geschiedenis van de organisatie. Het boek van De Bruijn, directeur van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme van de VU, is tevens onderdeel van een reeks historische publicaties met het oog op het 125-jarig bestaan van de VU in 2005.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's