Zweden strooit wat minder met kalk
Maatregel in de strijd tegen verzuring volgens sommige onderzoekers weegooid geld
Het is een imposant maar ook onheilspeUend gezicht, als in Zweden helilapters kalk uitstrooien over bossen en meren. Een grote witte wolk blijft nog vele minuten lang als een soort uitroepteken hangen na het bezoek van de ratelende wentelwieken. Het beeld baart in dit land echter allang geen opzien meer.
Het kalken van de meren en bossen is een maatregel tegen de verzuring. Een lapmiddel weliswaar, maar beter dan werkeloos toezien. Helemaal vanzelfsprekend is het toevoegen van kalk aan grond en water sinds kort echter evenmin. Er zijn twijfels gerezen over het nuttig effect. Kan het geld niet beter worden besteed? zo vraagt men zich af. Het gaat toch om omgerekend circa 70 miljoen gulden per jaar.
De Zweedse regering heeft aanvankelijk gezegd dat er over een paar jaar nog maar de helft van dat bedrag voor bekalking beschikbaar is. Inmiddels is de soep wat afgekoeld en staat er voor 1998 en verder nog 45 miljoen gulden per jaar op de begroting, zo meldt een woordvoerder van de nationale Zweedse organisatie voor miUeubescherming.
Het schrikbeeld van het aan de verzuring stervende natuurlijke milieu achtervolgt de industriële wereld al tientallen jaren. Om precies te zijn nu bijna dertig jaar. Zweden was ook het land waar inzake het probleem van de verzuring voor het eerst groot alarm werd geslagen. Als oorzaaic werd de uitstoot van de industrie aangewezen. Via de neerslag komen stoffen als zwaveldioxide immers, al dan niet met enige vertraging, weer terug naar de aardkorst, waar ze worden opgenomen door de grond en het oppervlaktewater.
Eens te meer werd sinds de jaren ‘60 en ‘70 duidelijk dat milieuvervuihng zich niet wenst te storen aan nationale grenzen. De rekening voor het verstoken van fossiele brandstoffen in Groot-Brittannië -om maar een voorbeeld te noemen- bleek te worden gepresenteerd in landen die aan dat stookgedrag zelf part noch deel hadden gehad. In die dertig jaar hebben industrie noch wetenschappers stilgezeten.
Verlanglijstje
De industrie is op veel plaatsen aan het werk gegaan om de uitstoot van de verzurende rook te verminderen. En waar dat nog niet is gebeurd -Oost-Europa met namestaan maatregelen hoog op het verlanglijstje. In wetenschappelijke kringen zijn verder de opvattingen over de oorzaken en gevolgen van de verzuring aanzienlijk genuanceerder geworden.
Zo wijzen onderzoekers van de universiteit van het Noord-Zweedse Umea erop dat verzuring niet een probleem is waarop alleen de tweede helft van deze eeuw patent heeft. In feite was er al van verzuring sprake bij het begin van het IJzeren Tijdperk in Europa, 2000 jaar geleden. Van een neutrale pH-waarde van 6,5 daalde de zuurgraad van het milieu als gevolg van menselijke activiteiten (het rooien en verbranden van bossen) naar 5,5. Sinds het begin van deze eeuw ging het verder bergafwaarts naar 4,5.
Bij die stelling plaatst de Nederlandse verzuringsdeskundige dr. ir. W. de Vries graag een kanttekening. Hij is als onderzoeker op het gebied van bodemverontreiniging door verzuring en zware metalen verbonden aan het DLO- Staringcentrum in Wageningen. De Vries: „Zeker zo belangrijk als de pH-waarde is de concentratie van schadelijk aluminium in de bodem. Je kunt daarom niet uitsluitend afgaan op de pHwaarde in het verleden. Een verschil van een 0,5 in die pH-waarde kan een twintig keer zo sterke verontreiniging met aluminium betekenen”.
Bij de bestrijdingsinzet tegen de verzuring wordt uitgegaan van terugkeer naar het ideaal van voor de Ijzertijd. Is dat terecht, vraagt ook een aantal Zweedse wetenschappers zich af, of kan men net zo goed volstaan met de waardes die overheersten tot de industriële revolutie?
Nog een stapje verder gaat een theorie van weer een andere onderzoeker uit Umea. Hij is tot de conclusie gekomen dat de oorzaken van de verzuring lang niet altijd uitsluitend bij de luchtverontreiniging moeten worden gezocht.
Volgens deze opvatting is bosbouw in sommige streken voor een groot deel de boosdoener. Groeiend bos onttrekt voedingsstoffen aan de bodem en veroorzaakt zo een verzurend effect. Vooral de spar is in dat opzicht nadelig. Aan de landbouwuniversiteit van Uppsala is berekend dat jonge (want groeiende) sparren bovendien sterker verzurend werken dan oudere. Gezien over de hele levensduur verzuurt een spar twee keer zoveel als andere boomsoorten. Aan het DLO-Staringcentrum is onderzocht dat een spar ook op een andere manier sterk verzurend werkt. De Vries: „De spar haalt in onze streken veel meer neerslag uit de lucht dan een den of een loofboom. Het gaat dan juist om oude sparren. Die hebben een groot kro nendak en zijn, in tegenstelling tot loofbomen, het hele jaar groen. Je moet ook bedenken dat het niet alleen om natte neerslag gaat, er is ook veel droge depositie, in de vorm van gassen bijvoorbeeld, die via de naalden uit de lucht in de bodem verdwijnt”.
Vrijuit
Ondertussen is het helaas niet zo dat de moderne maatschappij op grond van deze gegevens volledig vrijuit gaat. Juist de houtproductie en bosbouw van vandaag heeft gezorgd voor een eenzijdige aanplant van naaldhout, ook op plaatsen waar eerder eeuwenlang helemaal geen bos meer was. Daar komt nog bij, dat de bosbouw bij de oogst te veel hout weghaalt. Rottend hout zou de verzuring weer kunnen neutraliseren, maar de kans daarop is met de huidige werkwijze nauwelijks aanwezig, zo luidt de Zweedse opvatting.
Voor wie op deze theorie doorborduurt -en dat doen ze in Zwedenheeft de verzurende neerslag ‘plotseling’ ook een positief effect: hij bevat voedingsstoffen die ervoor zorgen dat de bomen niet helemaal zonder eten komen te zitten. Tegen de achtergrond van deze geluiden uit wetenschappelijke kringen is het logisch dat de Zweden zo langzamerhand het gevoel beginnen te krijgen dat ze geen kalk meer uitstorten over de bossen en meren, maar gewoon belastinggeld aan het weggooien zijn.
Vooriopig heeft het ‘kalkcircus’ evenwel nog het voordeel van de twijfel gekregen. De angst voor de verzuring -hoe dan ook niet geheel onterecht- is echter een stuk kleiner dan voorheen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 december 1996
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 december 1996
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's