Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stanley Rensch, mensenrechtenactivist sinds Moi Wana

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stanley Rensch, mensenrechtenactivist sinds Moi Wana

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het paspoort van Stanley Rensch staat het jaartal 18 april 1940. „Ik zeg vaak dat mijn ouders verkeerd hebben geteld. Ik zou het geweldig vinden als ik 74 was. De ouderdom heeft grote waarde voor mij". Rensch (54) glimlacht breed, terwijl de zon haar stralenbundels door de lamellen op zijn gezicht laat vallen.

De bekende Surinaamse mensenrechtenactivist is een Marron, van de stam der Saramaccaners. Hij komt in I960 naar Nederland, behaalt in Utrecht zijn MOakte pedagogiek en vestigt zich in 1973 met zijn Drentse vrouw en kinderen in Paramaribo. Daar werkt hij op het ministerie van onderwijs. Ronald Venetiaan, de huidige president, is zijn baas. Met hoorbare nostalgie spreekt Rensch over het enthousiaste team waarvan hij deel uitmaakte. „We wilden via het onderwijs een fundament leggen voor het nieuwe Suriname. Het was leuk werken. Geen kwestie van zeven tot drie, nee, als het nodig was, bleef je tot elf'.

Hij kan nog altijd bij Venetiaan aankloppen. „Ik vraardeer hem. Ik vind het erg dat hij in deze business is terechtgekomen. Ik veroorloof me het recht hem als een broer te kritiseren wanneer dat nodig is".

Rensch was in 1975 voorstander van de staatkundige onafhankelijkheid. „Dat er niet aan bepaalde voorwaarden van de zelfstandigheid is voldaan, betekent dat je correcties moet aanbrengen. Nederland was bereid daarbij te helpen, en Suriname greep dit niet aan. Totdat Bouterse met zijn kale hoofd kwam".

Vorig jaar ondertekende hij het "Manifest voor de redding van Suriname", dat een referendum voorstelde ever de staatkundige toekomst van het land. „Suriname bleek niet in staat de mensenrechten te garanderen. Het ontbreekt aan innerlijke kracht", motiveert Rensch. Wereldwijd zie je een trend van verhoogde samenwerking, dus waarom zouden Nederland en Suriname dat op bepaalde terreinen niet gaan doen?

Hij werd in de jaren tachtig op vrij rigoureuze wijze met „dat tuig" geconfronteerd. „Ik was ervan overtuigd dat, v«inneer het politiek bestuurlijk niet goed gaat, dit beslist niet betekent dat militairen met wapens en discipline het alternatief bieden".

Rond 1986/1987 heeft hij de „buik vol" van de dictatuur. In februari 1986 wordt zijn broer gearresteerd. „Het begint je aan te grijpen en we hadden de decembermoorden van 1982 al gehad". In november 1986 richt het leger bij Moi Wana een bloedbad aan. „Jongens, dit loopt fout", zegt Rensch die zich dan honderd procent op de mensenrechten toelegt en Moiwana-'86 opricht

Moi Wana was een ingrijpende gebeurtenis. „Je probeerde voorzichtig mensen te benaderen, want de autoriteiten in Suriname schrokken zich natuurlijk een pukkel over de publiciteit Je verzamelt de informatie. Je maakte je notities in een schriftje en je legde het naast je bed".

De moord op zeven burgers in december 1987 bij Pokigron was een drama. De slachtoffers was een spade in de hand geduwd om het eigen graf te graven. Het zevende slachtoffer, een zwaargewonde man, rapporteerde het gebeurde vóór zijn dood. „Dat we die man een paar dagen na zijn dood met maden in zijn wonden vonden, en dat we dit op het spoor kwamen omdat er aasgieren in het gebied overvlogen, dat zijn beelden die je niet gemakkelijk vergeet Zelfs al zou je met dit werk ophouden, dan betekent dat niet dat je daarmee klaar bent Het is geen trauma hoor, maar het is wel een wijze van leven in die periode die je niet als normaal moet zien".

Het belangrijkste was ervoor te zorgen dat het materiaal bekendheid buiten Suriname kreeg. „Suriname is een vrij geïsoleerd land. Ik had het geluk dat ik vanuit Suriname in Nederland contacten kon leggen, die er voor zorgden dat ik niet zelf met Amnesty International hoefde te bellen. Soortgelijke contacten bezat ik in de VS".

Stanley Rensch ontsnapte op 6 december 1988 aan een aanslag. Eind 1987 had hij vrouw en kinderen naar Assen laten vertrekken. Of het link is, mensenrechtenactivist te zijn? Bagatelliseert: „Ik denk niet dat je daarbij moet stilstaan. Je neemt een beslissing en je stapt erin. Als je er eenmaal mee bezig bent zie je pas de juiste omvang van het gebied waarin je je hebt gestort en dan is het goed dat je dat van tevoren niet wist".

Inmiddels behoort Moiwana-'86 tot de gevestigde mensenrechtenorganisaties. Recent werd Rensch voorzitter van de stichting, terwijl mevrouw Ineke de Miranda hem als directeur opvolgt Rensch kampt met ziekte, pendelt als enige van de zes a zeven medewerkers van Moiv/ana'86 tussen Nederland en Suriname heen en weer. Hij wil ruim baan aan fris bloed geven en gaat zich vooral met beleidsvorming bezighouden. Als oud-leraar met liefde voor het onderwijs ziet hij mogelijkheden om mensenrechten in het leerpakket te integreren. Dat kan bij geschiedenis en bij rekenen. „Tellen is een abstract gegeven. Tellen leer je pas goed wanneer je het aan iets relateert. Een kind houdt veel van zijn moeder een, twee, drie moeders. Je kunt tellen ook associëren met het aantal mensen dat is vermoord..."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1994

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Stanley Rensch, mensenrechtenactivist sinds Moi Wana

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1994

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's