Onderaardse gang De Cannenburch bestaat echt
Wegens instortingsgevaar dichtgemetselde vluchtroute verdween in het vergeetboek
VAASSEN - Even buiten de dorpskom van het 1100-jarige Vaassen ligt kasteel De Cannenburch. De leeftijd van het dorp haalt het niet, maar met zijn zes eeuwen intensieve bewoning en een boeiende geschiedenis van belegeringen, legenden over geheime, griezelige gangen en gewelven en kerkers, maar ook met kamers vol met gouden en zilveren schatten, is het kasteel wel een van de boeiendste van ons land.
In 1365 kreeg Peter van Steenbergen, een bastaardzoon van de hertog van Gelre, een stuk grond bij het dorp Vaassen ten geschenke om er een versterkt huis op te bouwen. De bouwstenen voor het huis werden in de omgeving in open veldovens gebakken van klei die afkomstig was uit leemkuilen in de omgeving van Gortel.
Van Steenbergen noemde zijn nieuwe huis De Cannenburch. De betekenis van de naam is ons niet bekend. Doordat de Heeckerense en Bronkhorster twisten destijds in Gelre woedden, was het een rumoerige en gevaarlijke tijd, waarbij de beide partijen elkaar fel bestreden, met alle gevolgen van dien. Hierdoor kon ook Van Steenbergen niet lang in rust en vrede van zijn nieuwe bezit genieten. In 1372 werd De Cannenburch belegerd door de Heeckerense troepen, onder Jan van Chattillen, graaf van Blois.
Na een beleg van acht dagen, waarbij het kasteel herhaalde malen met donderbussen was beschoten, moesten de verdedigers zich overgeven. De Cannenburch werd door de Heeckerensen ingenomen en volgens de gewoonte van die tijd geplunderd. Nadat het krijgsgeweld voorbij was, herstelde Van Steenbergen zijn vernielde kasteel weer en tot 1387 bleef De Cannenburch bezit van zijn familie. Daarna werd het goed een Gelders leen.
Onderaardse gang
In de loop der eeuwen hebben veel verschillende adellijke families en personen het kasteel bewoond, waarvan Maarten van Rossum, de krijgsoverste van de hertog van Gelre, wel de bekendste is. Hij was het ook die het middeleeuwse huis aanmerkelijk vergrootte en verfraaide. Toen Van Rossum in 1543 het kasteel kocht, moet het niet veel meer dan een ruïne geweest zijn.
De familie Van Isendoorn à Blois was wel de familie die het langst, meer dan drie eeuwen (1558-1865), onafgebroken de scepter op De Cannenburch zwaaide. De Isendoorns waren uiterlijk trots en zelfbewust, maar vriendelijk en minzaam als men ze nader leerde kennen.
Het is te begrijpen dat er over een kasteel dat vele eeuwen lang bewoond is geweest, en een levende rol in 's lands historie heeft vervuld, veel verhalen verteld en geschreven werden. Ze zijn waar of wat aangedikt, maar in ieder geval interessant om te lezen. Er is een verhaal over een geheime onderaardse gang van De Cannenburch, waarvan wel beweerd wordt dat die tot naar het kasteel Het Oude Loo loopt. Vrij algemeen beweert men, juist ook onderzoekers en geschiedschrijvers, dat deze gang niet bestaat. Dit laatste moet ik met klem tegenspreken, omdat ik er op mijn 15e of 16e jaar (nu ongeveer 68 jaar geleden) zelf geweest ben.
Nadat we de keuken en de waterput onder in het kasteel gezien hadden, zei onze gids: „Nu gaan we naar de geheime onderaardse gang". We liepen zo'n tien of vijftien meter een gang in, waarna de gids voor een deur bleef staan die links van deze donkere gang lag. Hij ontsloot die deur, waarna hij ons vertelde dat hij eerst vijf of zes treden naar beneden zou gaan en op de onderste trede zou blijven staan, waarna wij één voor één bij hem mochten komen om even in de gang te kijken.
Instortingsgevaar
Wegens instortingsgevaar mocht namelijk niemand verder de gang in. Er kwam ons een kille, muffe lucht tegemoet. Bij het schijnsel van de sterke zaklantaarn van de gids konden we zeker dertig veertig meter de gang in kijken. Hij stond gedeeltelijk onder water en hier en daar lagen brokken stenen die uit de muur of de zolder waren gevallen. Verder vertelde de gids dat de gang in zuidelijke richting liep, maar of hij werkelijk naar het oude Loo liep, zoals wel beweerd werd, wist hij ook niet. Wel stond vast dat de toegang van de gang binnenkort, vanwege het instortingsgevaar, dichtgemetseld zou worden.
Dat er dus een geheime vluchtgang bij De Cannenburch is, staat voor honderd procent vast, maar of die ook naar het Oude Loo loopt is niet zeker. De gang kan ook ergens op een geheime plaats in het bos uitkomen, vanwaar men dan verder kon vluchten.
Ridderromans
Het eigenaardige van de zaak is dat, toen ik later nog eens onder in de gewelven van De Cannenburch kwam en ik veronderstelde dat de geheime gang wel dichtgemetseld zou zijn, de gids mij heel verwonderd aankeek en vroeg ot ik ook ridderromans gelezen had. En toen ik mijn jeugdervaringen wilde vertellen, begon iedereen te lachen, zodat ik me maar stil hield. Was de gids nu zo dom of hield hij zich zo?
Vanwaar die geheimzinnigheid? Ook toen ik vorig jaar een gids in De Cannenburch even alleen sprak en hem ernaar vroeg, kreeg ik geen direct antwoord en draaide deze er maar wat omheen.
Een ander verhaal dat in de archieven is vermeld, gaat over een der laatste telgen van de Isendoorns. Deze daalde langs een van de geheime trappen af en trad een onderaards gewelf binnen, waaruit hem een akelige lucht tegenkwam. Wat Van Isendoorn daar te zien kreeg, is geheim gebleven. Wel is gezegd dat, toen de kasteelheer, doodsbleek en door de schrik bevangen, uit de onderaardse gewelven terugkeerde, hij geheel ontdaan een metselaar opdracht gaf om onmiddellijk de ingang naar deze onderaardse gewelven dicht te metselen. Enkele uren later gaf de heer Van Isendoorn de geest. Zijn geheim nam hij mee in het graf.
Legende
Het volgende verhaal is door mij opgetekend uit de mond van een oude inwoner van Epe. Het gaat over de enorme schatten die zich nog in de gewelven van De Cannenburch zouden bevinden. In hoeverre dit alles op waarheid berust, kan ik niet controleren.
Volgens de overlevering was het op een herfstachtige namiddag en was de grote gelagkamer van het café De Valk in Vaassen tjokvol met boeren, voerlieden en veedrijvers, die in Apeldoorn naar de veemarkt waren geweest. Er werd veel gelachen en hard gepraat en er klonk een aanhoudend geroezemoes.
Bij een der tafeltjes overtrof het aantal decibellen geluid dat van de andere. Men praatte luid over de geheime schatkamer van De Cannenburch, waar de zilveren guldens en rijksdaalders zo hoog opgestapeld zouden liggen, dat ze bijna tot het plafond reikten. De meesten geloofden er niets van en lachten de verteller hard uit. Ook een voerman uit Zwolle lachte om het hardst en riep: „Als dat waar is, dan zou ik dat wel eens willen zien. Dat was me dan ook nog wel een zilveren rijksdaalder waard".
Hij had dit nog maar net gezegd of een onbekende heer, die al een poos stilzwijgend de gesprekken gevolgd had, kwam naar hem toe en vroeg de voerman of hij echt meende wat hij zei. „Natuurlijk", gaf de voerman ten antwoord. „Kom dan nu direct mee", beval de heer. De voerman keek wel raar op, maar wilde zich niet laten kennen en volgde gewillig. Enige ogenblikken later waren ze al bij De Cannenburch. Tot zijn grote verbazing werd, op een enkel teken van de heer, de zware, met ijzer beslagen deur van het kasteel geopend door een diep buigende bediende die hen binnenliet.
Na het deftige en mime voorportaal gingen ze door een zijdeur en gingen ze een smalle, duistere trap af De voerman, die zich nu al lang niet meer zo prettig voelde als in het café, bleef niets anders over dan zijn begeleider te volgen. Ze gingen de ene duistere gang in, de andere gang uit en nog een paar maal een smalle trap af, dan weer links af en dan weer rechts af. Er scheen geen eind aan te komen. De voerman had alle gevoel voor richting verloren en wist niet meer precies waar hij zich bevond. Het klamme zweet brak hem door de geheimzinnige spanning uit. Er werd geen woord gewisseld.
Geldberg
Eindelijk bleef de heer voor een zware deur staan, die in een nis verborgen lag. Bij het flauwe licht van een kaars, die de heer stilzwijgend ontstoken had, zag men duidelijk dat ook deze deur van stevig ijzerbeslag, zware scharnieren en sloten voorzien was. Met een forse sleutel werd de deur piepend en knerpend geopend, waarna hen een kille, muffe lucht tegemoet kwam. Wat de voerman toen zag, overtrof inderdaad zijn stoutste verwachtingen. Totaal verbaasd en met stomheid geslagen aanschouwde hij bij slechts het flikkerende vlammetje van de kaars inderdaad de glinstering van een reusachtige berg van guldens en rijksdaalders, die ook bijna tot het plafond reikte. Nadat hij enige ogenblikken dit ongewone beeld sprakeloos aanschouwd had, vroeg de heer: „Gezien?"
De voerman kon niet anders dan bevestigend antwoorden. Waarop de heer zei: „Goed, gooi jouw rijksdaalder er dan ook maar bij". Als in een droom voldeed de totaal verbaasde voerman aan dit bevel. Zwijgend liep het tweetal dezelfde weg weer terug tot bij de grote deur, die ook nu weer door een bediende werd geopend.
Terwijl de kasteelheer een lichte buiging maakte en de voerman een goede reis toewenste, stond deze enkele ogenblikken later weer buiten in de frisse avondlucht, waar het nu al bijna donker geworden was. Het silhouet van het eeuwenoude kasteel stak dreigend af tegen de vaalgrijze avondlucht. In de kale takken van een boom krasten nog een paar raven. Weer wist de voerman niet of hij wakker was of droomde. Maar toen hij in zijn zakken voelde, miste hij wel zijn eigen zilveren rijksdaalder, die nu bij al de honderden anderen in de gewelven van De Cannenburch lag. Tot zover deze legende.
Restauratie
Na de dood van de laatste Van Isendoorn raakte het kasteel in vreemde handen en werd de inboedel onder de erfgenamen verdeeld. Vaak stond het slot geheel leeg, waardoor het er natuurlijk niet beter op werd. In de jaren 1975-1981 is De Cannenburch, die nu eigendom van de Stichting Geldersche Kasteelen is, zorgvuldig gerestaureerd. Bij de herinrichting is er naar gestreefd de oorspronkelijke sfeer van een eeuwenoude Nederlandse edelmanswoning te behouden, waarin men volkomen geslaagd is. De Cannenburch, die in de zomermaanden voor het publiek is opengesteld, is een bezoek meer dan waard.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's