Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stille strijder, nuchtere Zeeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stille strijder, nuchtere Zeeuw

J. J. Verhage: „Je moet er niet naar streven om alles te willen weten, want dan misluk je bij voorbaat"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De VGS ? Dat betekent Verhages Gereformeerd Schoolonderwijs", zei eens oud-burgemeester Verplanke van Ridderkerk. Helemaal ongelijk had hij niet. Als er iemand de afgelopen jaren heeft meegewerkt aan de uitbouw van het reformatorisch onderwijs is het algemeen-secretaris J.J. Verhage. De nuchtere Zeeuw zelf vindt dat te veel eer. Deze week werd stilgestaan bij veertig jaar arbeidzaam leven. Vijftien jaar bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) en daarvoor een kwart eeuw als dienaar van de gemeentelijke overheid. Een gesprek met de man „met het mooiste beroep van Nederland".

Verhage, wie kent hem niet? In reformatorisch onderwijsland zijn de mensen die zich bij zijn naam geen gezicht voor kunnen stellen op de vingers van een hand te tellen. Verhage, het boegbeeld van de VGS. En, om meteen maar met de deur in huis te vallen: niet meer voor lang. 
„Over een jaar mag ik ermee ophouden", zegt de vorige maand 59 geworden Verhage in zijn riante woonkamer in Ridderkerk. „Ik zeg niet dat ik tot mijn vijfenzestigste hoop te werken. En ik ben ook niet van plan precies op mijn zestigste te stoppen. Maar het zal niet lang daarna zijn. Vanzelfsprekend onder het voorbehoud van bij leven en welzijn".
Op 27 augustus 1951 startte Verhage, die zijn jeugd doorbracht in Aagtekerke, zijn carrière als leerling-ambtenaar bij de gemeente Zoutelande. SGP-burgemeester Kodde zwaaide, in klederdracht, de scepter over dit Zeeuwse plaatsje. Toen al kwam Verhage in aanraking met de onderwijsbestuurders. Kodde was namelijk bestuurslid van de VGS. Na Zoutelande volgden baantjes in Sint Laurens en Serooskerke op Walcheren. De burgemeester van Serooskerke haalde Verhage binnen met de woorden: „Ik vraag niet wat je bent, ook niet wat je kunt, maar wat je wilt". Het lijkt hem tot op de dag van vandaag op het lijf geschreven.
In 1958 veranderde er heel wat voor de inmiddels getrouwde Zeeuw. Van een dorp met nog geen 2000 inwoners verhuisde hij als gemeenteambtenaar naar Ridderkerk, toen een kluit beton met 25.000 inwoners. Al snel werd hij ingelijfd bij de plaatselijke schoolvereniging. „Als je nieuweling tent, kom je met een blanco strafregister binnen", lacht Verhage. Niet veel later schoof hij als secretaris aan binnen het schoolbestuur.
Uit hoofde van deze bestuursfunctie bezocht hij in 1959 voor het eerst de jaarvergadering van de VGS. „Sindsdien heb ik nooit een vergadering verzuimd". Dit jaar beleefde hij zijn 33e VGS-jaarvergadering. „Hij leeft er iedere keer weer naar toe", zegt zijn vrouw.

Brief
Lang hoefde Verhage niet na te denken toen de reformatorische besturenorganisatie VGS uitkeek naar iemand voor het secretariaat. Ze hadden beter een duizendpoot kunnen vragen. Op 16 april 1976 trad Verhage in dienst als eerste betaalde medewerker van de VGS. Kantoor aan huis. „Moest er een brief naar alle schoolbesturen, dan werden mijn vrouw en twee dochters ingezet. Vouwen, in enveloppen doen, postzegels plakken; de grond lag hier bezaaid".
Om een indruk te geven: in 1977 waren bij de VGS de besturen van 59 kleuterscholen, 94 lagere scholen, negen scholen voor voortgezet onderwijs, vier vormingsinstituten en een pedagogische academie aangesloten. In totaal ging het om 25.000 leerlingen. Anno 1991 worden de besturen van 146 basisscholen, zestien scholen voor voortgezet onderwijs, vier vormingsinstituten en een hogeschool bediend. Nu gaat het om bijna 50.000 leerlingen.
De juridische assistentie bij de uitbouw kan voor een heel groot deel op het conto van Verhage worden geschreven. Hij is de man achter de schermen. „Ik sta van harte achter het reformatorisch onderwijs en zie ook de noodzaak van dienstverlening. Je werkt voor je eigen kring. We zijn klein. Dat geeft een vertrouwensrelatie. Soms voel je je net een klein baasje. Zo'n soort SRV-man die tot zaterdagavond toe zijn klanten bedient. Echt, het is het mooiste beroep van Nederland". 

Sluw
Op de vraag wat er dan wel zo leuk is, volgt meteen antwoord. „Beroepszaken inspireren me zo geweldig. Om ergens voor te strijden zonder dat het je zo in de schoot wordt geworpen". Als een aanvraag voor een nieuw te starten (afdeling aan een) reformatorische school voor voortgezet onderwijs door het ministerie van onderwijs wordt afgewezen, heeft het schoolbestuur recht om in beroep te gaan. De zaak komt dan voor de Raad van State. Hierbij heeft Verhage in veel gevallen schoolbesturen bijgestaan.

Zijn eerste gang naar dit rechtscollege staat Verhage nog helder voor de geest. Het beroep ging over het afgewezen havo in Goes. „Staatssecretaris De Jong van onderwijs wilde ons niet erkennen als aparte denominatie. Hij vond ons een sub-groepering". Sluw speelde Verhage het spel. Hij won. Niet voor het laatst: scholen in Apeldoorn, Kampen, Gorinchem en Amersfoort zijn er gekomen na een beroepsprocedure. „Op het ministerie kreeg men er op een gegeven moment een hekel aan dat wij weer in beroep gingen. Geweldig die beroepszaken. Ik vecht graag voor iets". Maar wel zonder opsmuk. De stille strijder.
Verhage erkent dat het stichten van een reformatorische school leidt tot verlies aan identiteit bij het protestants christelijk onderwijs. „Staatssecretaris De Jong verweet het reformatorisch onderwijs hieraan op deze wijze mee te werken. Toch is het wijs geweest om eigen scholen te stichten. Het kon. Nu zou het niet meer gaan. Nu we dit hebben, moeten we echter niet in zelfgenoegzaamheid opgaan".

Zwanger
Schoolbesturen leggen van alles aan de VGS voor. Verhage staat er niet meer alleen voor. „Je moet er niet naar streven om alles te willen weten, want dan misluk je bij voorbaat". Met een aantal medewerkers voorziet hij vanuit een doelmatig opgezet kantoor in Ridderkerk de brede bestuurslaag in reformatorisch onderwijsland van informatie. „Je hebt zaken waar ik alleen de grote lijnen van ken. Neem bij voorbeeld adv-verlof. Daar weet ik net zoveel van als de onderwijsjournalist van het RD".
„Er zijn schoolbesturen waar je bijna nooit van hoort. Er zijn ook schoolbesturen die voor ieder wissewasje bellen. Maar je bent er voor hen, ze betalen contributie, dus ga je aan het werk". De VGS als Groene Kruis voor het schoolbestuur. „Je krijgt de gekste vragen. Er belde onlangs iemand over een leerkracht die zwanger was. Zij krijgt standaard een aantal weken zwangerschapsverlof. Maar deze juf verwachtte een tweeling. Vraagt diegene of hij een dubbel aantal weken vrij mocht geven".
De deskundigheid verschilt per bestuur. „Bij het voortgezet onderwijs zit aardig wat kennis. Bij het basisonderwijs kunnen ze nog wel wat gebruiken". Toch lijkt het soms alsof de betrokkenheid van schoolbesturen bij het werk van de VGS beperkt is. Tijdens de jaarvergadering in de Rotterdamse Doelen heeft een arena vol broeders geen enkele vraag. Of het moet zijn over de prijs van de broodmaaltijd. Verhage lacht wat zuur. „Tja, ik werk weken aan een uitvoerig jaarverslag waarover bijna nooit vragen of opmerkingen komen. Misschien is dus alles duidelijk".

Geen dominee
Hij heeft zo zijn ideaalbeeld over de samenstelling van een schoolbestuur.
Voorzitter: „Die moet leiding kunnen geven. Het hoeft beslist geen dominee te zijn, die hebben het al druk genoeg".
Secretaris: „Moet iemand zijn die de pen kan vasthouden. Er zijn besturen die een ambtenaar als secretaris hebben. Dat merk je direct. Het kan niet meer zo zijn dat je iemand alleen kiest omdat hij principieel past".
Penningmeester: „Moet een halve accountant zijn. De deskundigheid zal zich in de toekomst automatisch vergroten. De achterban wordt meer en meer ontwikkeld".
In die vijftien jaar VGS heeft Verhage heel wat keren de koffie in het ministerie van onderwijs kunnen proeven. Een keer per jaar is er overleg met de staatssecretaris. Verhage zag er tot nu toe vier.
De Jong: „Een vriendelijk mens,' was ons echter niet zo welgezind".
Deetman: „Zeer terughoudend".
Ginjaar-Maas: „Spontane bewindsvrouwe, van haar hebben we heel wat gekregen".
Wallage: „Laat zich door een ambtenaar vertegenwoordigen".

Jammer
De ontwikkelingen op onderwijsgebied volgen elkaar in rap tempo op. De komende jaren is het bordje van schoolbesturen meer dan ooit gevuld. Formatiebudgetsysteem, basisvorming, schaalvergroting in het basisonderwijs zijn enkele termen uit de onderwijskeuken waar zeeën van werk en tijd achter schuil gaan.
Als moeilijkste taak voor de besturen op dit moment ziet Verhage het vinden van geschikte leerkrachten. „Als je geen mensen voor de klas hebt die voluit achter de zaak staan, krijg je identiteitsvervaging. Het is jammer dat er met name bij het basisonderwijs zo weinig mensen zijn die een leidinggevende functie willen vervullen. Als je er gaven voor hebr, heb je een zekere roeping". Intussen blijft Verhage zelf wars van de nieuwste technologische ontwikkelingen. Terwijl collega's op kantoor hun gedachten toevertrouwen aan de computer, blijft de algemeen-secretaris zijn bejaarde koffer-typemachine trouw. „Ik heb 'm pas helemaal na laten kijken. Het gaat prima"

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Stille strijder, nuchtere Zeeuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's