Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Ook avant-garde in de eredienst"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Ook avant-garde in de eredienst"

Jos van der Kooy, stadsorganist van Haarlem, over het promoten van de orgelkunst

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De breed samengestelde selectiecommissie was unaniem van oordeel dat Jos van der Kooy voorgedragen moest worden voor de benoeming van stadsorganist te Haarlem. Het stadsbestuur volgde het advies op. Vanaf 1 februari mag Jos van der Kooy zich de opvolger noemen van Piet Kee. Bij de benoeming tot stadsorganist van Haarlem heeft Van der Kooys gebleken bekwaamheid als improviserend musicus nadrukkelijk meegeteld.

Toen Jos van der Kooy hoorde dat hij in Haarlem was benoemd, was hij sprakeloos. „Er zijn veel goede organisten in ons land en je weet dat andere collega's er ook voor in aanmerking hadden kunnen komen", reageert hij. Dat de keus op hem gevallen is, doet echter niets af aan de kennis, de vaardigheden en de artisticiteit van die collega die het niet gekregen heeft, stelt hij met nadruk. De selectie was aan het internationaal samengestelde adviescollege. Naast de vroegere stadsorganisten Albert de Klerk en Piet Kee en de bij het tweejaarlijks Haarlems orgelfestival betrokken prof. dr. Ewald Kooiman, bestond dit college uit dr. Peter Hurford uit Engeland en de Oostenrijker prof. dr. Hans Haselböck. Beide laatsten kennen de Haarlemse situatie uitstekend. Voordeel is dat ze niet rondcirkelen in het Nederlandse orgelwereldje. Ze kozen noch voor een man of een vrouw, noch voor een inlander of een uitlander. Ze kozen voor een internationaal georiënteerd uitvoerend musicus, die een breed repertoire beheerst. Binnen dat brede repertoire, in de zin van het beheersen van veel stijlen, moest aandacht voor het nieuwe aantoonbaar zijn en moest de concertante improvisatie van hoog niveau op de voorgrond te staan.

Breed aanbod
Aanvankelijk heeft Jos van der Kooy geaarzeld om te solliciteren. Hij wilde zich eerst verdiepen in het functieprofiel. Een vrij omvangrijk stuk, zoals hij zelf zegt, dat in de eerste plaats eisen aan de kandidaat stelde vanuit het vak. Dat veld overziende dacht hij daaraan wel te voldoen. „Inderdaad heb ik een breed repertoire. Maar ik heb me nooit ergens op gespecialiseerd, hoewel ik wel een Franse onderscheiding heb gekregen. Daarnaast interesseert hedendaagse muziek me heel erg".
Ook op het gebied van de orgelimprovisatie heeft Jos van der Kooy zijn sporen verdiend. Dat was ook een van de functie-eisen. Zo won hij het nationaal orgelimprovisatieconcours Bolsward, twee keer Haarlem en St. Albans.
Het stadsorganistschap van Haarlem omvat echter meer. Van der Kooy: ,,Het is ook een samenstel van sociaalartistieke componenten. Als stadsorganist ben je betrokken bij het Haarlemse muziekgebeuren en speel je een rol bij het beheer van de orgels die in het bezit zijn van de gemeente Haarlem. Ook ben je adviseur van de raadscommissie voor kunst en cultuur".
In Haarlem wil men een breed aanbod van orgelmuziek hebben en een platform zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Jos van der Kooy maakt duidelijk dat hij daarin geen hobbyisme wil bedrijven of wil doordrammen met avant-gardistische muziek. Wél zal avant-garde deel uitmaken van zijn programma's. Ook moet de stadsorganist over de vaardigheid beschikken om groepen mensen het Bavo-orgel te laten zien. En niet in de laatste plaats is er de mede-betrokkenheid bij de organisatie van het Internationaal Orgelimprovisatieconcours.
De organisatorische en sociale aspecten zijn Jos van der Kooy niet vreemd. Hij geeft aan daarin al veel bezig geweest te zijn.
Ooit was de nieuwe stadsorganist van Haarlem cantor-organist van de Engelse kerk aan het Begijnhof in Amsterdam. Thans is hij cantor-organist van de Westerkerk in Amsterdam. Dat laatste blijft hij. In de Westerkerk begon hij een concertserie, richtte er opnieuw een cantorij op, houdt er lezingen over de relatie tussen kunst en muziek en religie. Bovendien nam hij het initiatief tot restauratie van het Duyschot/Vaterorgel. De restauratie, die momenteel door Flentrop —onder advies van Janjpngepier.en Van.der Kooy— wordt uitgevoerd,, zal omstreeks Kerst 1991 voltooid zijn.
In Haarlem is Jos van der Kooy geen kerkorganist. In die hoedanigheid functioneert Klaas Bolt. Het stadsorganistschap van Haarlem is een halftijdse functie. Daarom blijft Van der Kooy docent aan het conservatorium in Alkmaar. Dezelfde functie in Zwolle geeft hij op.

Breed en kwaliteit
Wat staat u bij uw nieuwe functie in Haarlem voor ogen?
Hoewel hij zich in formele zin de opvolger van Piet Kee mag noemen, voelt Van der Kooy zich ook de opvolger van het duo De Klerk/Kee. „Beiden hebben traditie geschreven in Haarlem. Al jong kwam ik daarmee in aanraking en die traditie is heel belangrijk geweest voor mijn vorming. Want rond het duo De Klerk/Kee was er een breed scala organisten in Haarlem te beluisteren. Die breedheid wil ik voortzetten".
Betekent het dat u pluraliteit nastreeft in het aanbod van organisten?
Daarover is Jos van der Kooy heel beslist. „Breedheid en pluraliteit op basis van kwaliteit". Het klinkt als „Over en uit"!

Ambassadeur
Glijdt het wereldvermaarde improvisatiegebeuren in Haarlem niet af naar een spektakel dat eigenlijk niet meer in een kerk thuishoort?
„Waarom? Waarom zouden we met avant-garde-technieken de Heere God niet kunnen loven? Ook in de kerkdienst doe ik soms heel moderne dingen". Van der Kooy ziet geen scheiding tussen ouderwets en modern. Hij meent dat je modern juist in de eredienst moet inpassen. „Maar het mag geen eenrichtingsverkeer zijn. Niet uitsluitend modern. Traditie is minstens zo belangrijk, maar deze mag niet statisch of dictatoriaal overheersen. Ze moet dynamisch zijn en inspirerend".
Dat hij als stadsorganist beschouwd wordt als orgelambassadeur, vindt hij een te zwaar geladen opvatting. „Uiteraard wil ik veel doen aan het promoten van de improvisatiekunst. Als gastdocent op dat gebied stel ik me graag beschikbaar en ook wil ik de Haarlemmers vertrouwd maken met de achtergronden van het orgel. Dat zou bij voorbeeld via de scholen kunnen. Haarlem heeft een internationale uitstraling, maar dat aspect mag niet ten koste gaan van mijn functioneren in Haarlem".
De nationale orgelkunst noemt Jos van der Kooy boeiend en inspirerend. Onder meer vanwege de grote verschillen in instrumenten die er zijn en de verschillende manieren van orgelspelen. Op internationaal vlak constateert hij nóg meer verscheidenheid. „Als Nederlanders moeten we niet uit het oog verliezen dat het geen eenrichtingsverkeer is. We moeten niet denigrerend doen over wat we dan noemen 'buitenlanders'".
Dogmatische scherpslijperij op het gebied van de muziek ligt hem helemaal niet. „Je moet leren je eigen oordeel te relativeren. Leren dat je veel van een ander kunt leren en leren actief te luisteren. We luisteren vaak te consumptief. Er is verschil tussen horen en bewust luisteren".
Jos van der Kooy toont zich ingenomen met de belangstelling die er is voor wat er in de kerk gebeurt. Hij is niet somber. „Er zijn het laatste jaar veel belangrijke organistenplaatsen vakant gekomen. Ze zijn allemaal door prima spelers opnieuw bezet'',  constateert hij.
Dat de kerk geen toekomst meer zou hebben voor organisten, is een bewering waarin hij niet gelooft. Wél wordt de kerk uitgedaagd, meent hij. „In de jaren zestig was er een vorm van actieve onkerkelijkheid. Een mentaliteit van lekker tegen de kerk aanschoppen. Nu zie je een zekere passieve onkerkelijkheid. Mensen zetten zich niet meer zo tegen de kerk af. Het is ze eigenlijk om het even. Door middel van kwaliteit en allure moeten de kerken die groep opnieuw activeren".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1990

Reformatorisch Dagblad | 29 Pagina's

,,Ook avant-garde in de eredienst"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1990

Reformatorisch Dagblad | 29 Pagina's