Van koeherkenning tot melkrobot
Ontwikkeling naar volledig geautomatiseerde boerderij in jaar 2000 in volle gang
Automatisering is voor velen de sleutel tot nieuwe mogelijkheden en een garantie voor een gestroomlijnde toekomst. Voor anderen echter is het niet meer dan een stuk gereedschap, een noodzakelijk kwaad, dat nodig is om als bedrijf het hoofd boven water te houden.
Zoals veel bedrijfstakken lijkt ook de agrarische wereld steeds meer gedompeld te worden in de verworvenheden èn de wetmatigheden van de moderne informaticamaatschappij. Zo wordt ten behoeve van de melkveehouderij in het miljoenenproject B 2000 een scenario ontwikkeld voor de volledig geautomatiseerde en gerobotiseerde boerderij in het jaar 2000. We zijn voor u gaan kijken en doen verslag.
Dierherkenning
Het is opvallend dat veel ontwikkelingen vaak schoksgewijs verlopen. Dit geldt ook voor de melkveehouderij. Een belangrijk jaar voor deze bedrijfstak was 1975. Was sinds de jaren zestig reeds grote arbeidswinst ontstaan door de opkomst van het machinaal melken, in 1975 werd een nieuwe fase ingeluid met de introductie van het elektronische herkenningssysteem, dat enkele jaren daarvoor was ontwikkeld in de Wageningse laboratoria van IMAG/TFDL. Hierdoor werd de weg geopend naar het veel meer omvattende terrein van boerderij-automatisering. Als Klaartje III in de melkstal werd gemolken, werd tegelijkertijd met een speciale zend/ontvang- installatie de om haar halsband aangebrachte transponder uitgelezen. Deze transponder kan eruitzien als een plastic blokje waarin het herkenningsnummer in een elektronische schakeling (en later ook op een chip) is aangebracht. Onder dit nummer werden dan de tijdens het melken uitgevoerde metingen in een kleine procescomputer opgeslagen. Via dit koenummer werd het ook mogelijk de koeien automatisch optimale doses krachtvoer te verstrekken.
Als koe 86 (voorheen alleen bekend als Klaartje III) zich wat leeg voelde en eens in de krachtvoer-automaat ging neuzen, dan werd haar, na het automatisch vaststellen van haar nummer, binnen enkele seconden een afgepaste portie krachtvoer via de procescomputer verstrekt. De door de procescomputer verzamelde gegevens werden aangevuld met handmatig ingetoetste data en vormden zo de basis voor een geautomatiseerd bedrijfsmanagementsysteem
Dat deze eerste fase van invoering van moderne informatietechnologie in de melkveehouderij een overtuigende rendementsverbetering heeft opgeleverd, blijkt wel uit het feit dat momenteel op meer dan 5000 boerderijen zo'n 400.000 koeien met een code-chip zijn uitgerust, als een soort elektronische koeiebel om de hals dan wel met gele oormerken, voorzien van een zeer kleine transponder.
Automatisch melken
Twee decennia later is het 1995. Laten we eens een kijkje nemen bij boer Toekomstma. De wekker van de boerin loopt om half acht af. Immers, over drie kwartier moeten de twee oudste kinderen met de bus mee naar school. Tijdens het smeren van de boterhammen kijkt zij terloops op het beeldscherm of de melkrobot afgelopen nacht zijn werk goed heeft gedaan. Geen problemen gelukkig, want het automatisch melksysteem, dat zij in het voorjaar voor zo'n 250.000 gulden hebben aangeschaft, zag er maar bar ingewikkel uit toen het werd geplaatst. Alleen jammer dat koe 115 alweer een dreigende mastitis (uierontsteking) blijkt te hebben. Dat staat trouwens ook al op de printer, waar de zogeheten "attentielijst" wordt afgedrukt, met gegevens over alle koeien waarmee volgens de computerinterpretatie iets aan hand is. Ze scheurt dit boodschappenlijstje, waarop ook nog vermeld is dat koeien 34 en 120 tochtig (bronstig) geworden zijn, af, zodat boer Toekomstma straks de nodige maatregelen kan treffen. Dit toekomstfragment is niet zo onwaarschijnlijk als het op het eerste gezicht lijkt. Het jaar 1985 ligt precies halverwege 1975 met de automatische koelherkenning en 1995 met de melkrobot.
In 1985 besluit een aantal bedrijven (Philips, Vicon en Nedap), samen met de onderzoeksinstituten IIVIAG en NRS en met ondersteuning van de overheid (EZ), een ambitieus miljoenenproject te starten onder de naam B2000. Daarbij gaat het om een geïntegreerde aanpak van alle facetten van de automatisering van de boerderij in het „jaar 2000". In dit project staat heel nadrukkelijk de 'melkrobot' centraal, in vakkringen doorgaans wat neutraler aangeduid als "automatisch melksysteem" (AMS).
Als alle organisatorische en technische problemen uiteindelijk zijn overwonnen, zal dit systeem de boer in de jaren negentig verlossen van heel wat uren routinewerk, dat op vaak ongelegen tijden moet worden uitgevoerd. Het is dan de bedoeling dat de koeien op hun eigen initiatief zich door de machine laten melken, door simpel de melk-unit binnen te stappen.
Toerisme
IMAG heeft aangetoond dat wanneer een koe zich maar vaak genoeg (gemiddeld vier keer per dag) meldt, de melkproduktie door dit frequentere melken zo'n 10 tot 15 procent zal gaan stijgen. Voor de hoogproduktieve koeien is dit een uitkomst, omdat de normaal overvolle (bij twee keer daags melken) uiers dan bijtijds worden ontlast. Om het rendement nog verder op te voeren, zal niet alleen het (dure) krachtvoer maar ook het moeilijker te doseren ruwvoer aan iedere koe afzonderlijk in optimale, geprogrammeerde porties dienen te worden verstrekt. Dit brengt dan weer met zich mee dat de dieren niet alleen 's winters maar het hele jaar door op stal moeten blijven, hetgeen weer grote gevolgen heeft voor de huisvesting van de runderen. Het is niet denkbeeldig dat koeien in de toekomst alleen nog maar sporadisch in de weide worden aangetroffen, bij voorbeeld ten behoeve van het toerisme.
Integratie
Overigens is niet alleen Vicon binnen het project B 2000 momenteel druk doende het AMS-systeem te vervolmaken en in de nieuwe bedrijfsvoering te integreren, ook Gaiscoigne-Melotte werkt binnen ons vaderland aan een eigen oplossing om het melken te automatiseren, Verder wordt er op mondiaal niveau alleen door de Fransen (in Montpellier) serieus aan gesleuteld.
De verschillen in aanpak zijn echter groot. Dit is echter maar een deel van een geïntegreerde aanpak van de high-tech-bedrijfsvoering van de toekomstige melkveehouderij. Samenhangende en betrouwbare oplossingen moeten gevonden worden voor zaken als hygiëne, detectie van ziektebeelden (onder andere mastitis), kwaliteitsbewaking van de melk, speciale voederstrategieën, niet alleen voor een optimale melkproduktie, maar ook om met het onvermijdelijke afval het milieu zo min mogelijk te belasten.
Ook bewaren?
Vanuit technisch gezichtspunt kan m deze bedrijfstak worden gesproken van zeer geavanceerd ontwikkelingswerk, waarbij de meest uiteenlopende technologieën worden toegepast. Een typisch Nederlandse uiting van durf en ondernemingszin, waardoor onze leidende positie op agrarisch gebied versterkt , kan worden. Maar nu de keerzijde. Kent menige boer nog al zijn dieren bij hun naam, het contact zal steeds meer worden , gereduceerd tot de uitdraai van de attentielijsten door de computer. Dit is onvermijdelijk vanwege de economisch noodzakelijke schaalvergroting. Berekeningen wijzen uit dat de toekomstige melkautomaat met bijbehorende infrastructuur pas rendabel kan worden bij een bedrijfsgrootte van circa tachtig melkkoeien. De boer van nu wordt de ondernemer dan wel bedrijfsleider van morgen, worstelend met scherpe marges op de open markt na 1992. Het wordt welhaast onontkoombaar te moeten kiezen tussen een grootschalige onderneming en op 'ambachtelijke' wijze doorgaan, met een groot risico van sluiting wanneer subsidies niet meer een beschermende paraplu vormen. Toch is een bezinning op de ethische prijs van de lokkende materiële vooruitgang niet overbodig. Gelukkig komt zowel in kerk als (industriële) samenleving steeds meer een diepgaande bezorgdheid tot uiting , ten aanzien van de ontwrichting van de schepping door de ongebreidelde menselijke expansiedrift en consumptiedwang. Het onnodig belasten van het milieu met onze afvalstoffen is bepaald geen vrijblijvende aangelegenheid meer. Ook het welzijn van de dieren (ethologie) in de agrarische produktie komt steeds meer in het gezichtsveld. In de research, als bakermat voor toekomstige ontwikkelingen, verschuift het accent van het kwantitatieve "steeds meer" in de richting van het kwalitatieve "steeds beter". Dat betekent, behalve betere produkten, ook meer aandacht voor het welzijn van de betrokken dieren en de belasting van het milieu. Gelukkig kunnnen ook hier de technische ontwikkelingen evenzeer dienstbaar voor worden gemaakt.
Keuzen
Verantwoord rentmeesterschap ligt niet automatisch in het verlengde van rentabiliteit alleen. Het bouwen mag niet ten koste gaan van het bewaren van de schepping. Dan moeten belangrijke keuzen worden gemaakt, in verantwoording aan onze Schepper. Dat beseffen we nu meer dan ooit.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 1989
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 februari 1989
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's