Adoptie buitenlandse kinderen lijkt haast onmogelijk te worden
Op de bureaus van de Vereniging Wereldkinderen stapelen de dossiers zich op tot grote hoogten
Adoptie van buitenlandse kinderen wordt voor veel echtparen buitengewoon moeilijk, zo niet onmogelijk. Sinds Sri Lanka vorig jaar juni buitenlandse adopties heeft verboden, zijn honderden mensen aangewezen op de bemiddeling van de Vereniging Wereldkinderen. Deze organisatie neemt adoptieaanvragen voor baby's tot één jaar niet langer in behandeling nu haar wachtlijst is gegroeid tot 1200 aanmeldingen.
Op de bureaus van de Vereniging Wereldkinderen stapelen de dossiers zich op tot grote hoogten. Meer dan 1200 aanvragen van mensen die hunkeren naar de adoptie van een buitenlands kind, liefst een baby, zijn ingezameld. Elke maand komen er zo'n honderd bij. „Tegen het einde van het jaar zouden dat tweeduizend aanvragen zijn. Wij kunnen het niet meer aan", zo tekent afdelingshoofd Jos Praat de sombere situatie, die voor menige aspirant-adoptieouder een bittere teleurstelling betekent.
Wereldkinderen geeft mensen die een buitenlands kindje willen adopteren vrijwel geen hoop meer. Praat: „Wij bemiddelen jaarlijks bij de adoptie van 450 tot 500 kinderen. In tachtig procent gaat dat om kinderen jonger dan een jaar. Aanvragen voor een baby zullen wij op een andere wijze gaan behandelen. Het klinkt wat onsympathiek, maar die aanvragen worden in een soort voorportaal geplaatst. Zij zullen pas in behandeling worden genomen als onze wachtlijst dat toestaat".
Mensen die in aanmerking willen komen voor een kind dat ouder is dan een jaar, of een gehandicapt kind, worden wel op de gebruikelijke wachtlijst geplaatst. Hun aantal is aanzienlijk kleiner. „Heel veel echtparen zijn ongewenst kinderloos. Zij willen toch heel graag een zo jong mogelijk kind verzorgen, om de ervaring van de babyperiode niet te missen", zo verklaart Praat de beweegredenen van mensen om vooral jonge baby's te willen adopteren.
Wereldkinderen kreeg sinds vorig jaar een stroom adoptieaanvragen te verwerken toen Sri Lanka de deur sloot voor gegadigden, die jaarlijks honderden baby's kwamen ophalen. In 1986 arriveerden in de armen van hun nieuwe ouders of begeleiders nog 565 kinderen, meest zuigelingen, uit Sri Lanka op Schiphol.
Kwade reuk
Op het tropische eiland in de Indische Oceaan kwam adoptie in een kwade reuk te staan na wijdverbreide geruchten over een gewetenloze handel in baby's. De door nationale verontwaardiging ingegeven politieonderzoeken leverden geen strafbare feiten op. Alleen al door het grote aanbod van ongewenste kinderen, veelal baby's van ongehuwde moeders, hoefden moeders niet geronseld te worden om hun kinderen tegen betaling af te staan. Wel lieten commerciële tussenpersonen op het eiland zich door de adoptieouders met relatief grote bedragen voor hun diensten honoreren. De Srilankaanse overheid kwam in juni vorig jaar aan de felle protesten van de publieke opinie tegemoet door buitenlandse adopties te verbieden. Vorig jaar werden voorlopig de laatste 275 Srilankaanse kinderen door Nederlandse echtparen geadopteerd.
De stichtingen Kind en Toekomst en Flash, die floreerden dank zij de bemiddeling in enige honderden kinderadopties per jaar, hebben sinds het Srilankaanse verbod een mager bestaan. Flash ontsloeg vier van haar zeven medewerkers op het kantoor te Nijmegen, onder wie de directeur. Op een wachtlijst staan volgens stichtingsvoorzitter H. Groen „meer dan enkele tientallen" mensen die hun hoop hebben gevestigd op „een heel klein kanaal vanuit Brazilië".
Groen: „Op smallere basis leeft de stichting gewoon voort. Het adoptiekanaal met Brazilië loopt redelijk. Hoe graag ik ook talloze adoptieouders hoop wil geven, ik kan geen zinnig woord zeggen over de situatie in Sri Lanka. Er is geen uitzicht op dat Sri Lanka adopties weer zal toestaan. Voor ons kanaal in Brazilië is de wachtlijst ook al heel lang. Wij schrijven daar niemand meer in en voor de rest kunnen wij niets doen".
Groen heeft Sri Lanka in december nog bezocht, maar vond geen aanwijzingen die hoop geven op een verandering van het regeringsverbod. De verantwoordelijke minister IS aan een hartaanval overleden. De nieuw benoemde bewindsman heeft Groen niet kunnen ontmoeten. „Hoe hij over adoptie denkt, weet ik gewoon niet".
Overvolle tehuizen
Voorzitter Bertie Heeg van Kind en Toekomst, net twee weken terug uit Sri Lanka, is vooral onthutst door de politieke verwarring en brute geweldsuitbarstingen op het eiland. „Het is echt heel afschuwelijk. Onder de mensen bestaat grote angst voor de toekomst". Het Srilankaanse ministerie van sociale zaken heeft volgens mevrouw Heeg langzamerhand wel oog gekregen voor de nood van de kinderen die niet meer geadopteerd mogen worden. Heeg: „Er zijn geen of nauwelijks mogelijkheden om kinderen in tehuizen op te nemen. De tehuizen zijn overvol. In de kranten zie je meer en meer berichten over kinderen die dood worden gevonden. Als de rivieren droog komen te liggen, worden in de bedding dode kinderen gevonden, die ergens aan vastgemaakt zijn".
De voorzittter van Kind en Toekomst hoopt dat het kanaal met Sri Lanka ooit weer eens geopend zal worden, maar durft zich hierover niet verder uit te spreken. Zowel Kind en Toekomst als Flash concentreert zich nu in Sri Lanka op hulpprojecten. Flash sponsort enkele kindertehuizen, steunt een organisatie voor maatschappelijke dienstverlening in de nabijheid van de hoofdstad Colombo en bekommert zich verder om de noden van een dorpsgemeenschap op het platteland. Kind en Toekomst helpt door bemiddeling van de kloosterorde Holy Family gezinnen in armoede.
Driejaar geduld
De stichting Adoptiecentrum Nederland Sri Lanka (ANCS) heeft in maart een laatste echtpaar aan een Srilankaans adoptiekind geholpen. Het paar stond vorig jaar juni nog op de wachtlijst, die met toestemming van de overheid in Sri Lanka mocht worden afgewerkt. „Wij wachten nu maar af", aldus voorzittter T. Wierstra. Hij spreekt van geruchten die erop zouden wijzen dat de adoptiestop in Sri Lanka niet definitief is. Voor of na de zomer zou de regering de grenzen weer open willen stellen voor buitenlanders die kinderen willen adopteren. Enige zekerheid kan Wierstra hierover niet geven.
Bij de BANND, de Vereniging Buitenlandse Adoptie Noord-Nederland, in Drachten is de klap vorig jaar minder hard gevoeld. De organisatie bemiddelde in een bescheiden aantal adopties uit Sri Lanka en richt zich tegenwoordig vooral op Zuid-Amerika. Volgens voorzitter T. Postma staan „een kleine honderd mensen" op een wachtlijst ingeschreven. Zij zullen anderhalf tot drie jaar geduld moeten hebben voordat hun lang gekoesterde wens in vervulling kan gaan.
Gezinsonderzoek
Na het adoptieverbod van de regering in Sri Lanka zagen honderden mensen zich vorig jaar aangewezen op de bemiddeling van de Vereniging Wereldkinderen, die de adoptie van kinderen uit India, Columbia, Korea en ook Brazilië, Ethiopië, Thailand en de Filippijnen verzorgt. Het ministerie van justitie registreert jaarlijks ruim 1200 aanvragen voor een buitenlandse adoptie. Aan de grote stroom aanvragen moest gewoon een einde komen, aldus Praat, het hoofd van de sociale afdeling, waar de wachtlijsten worden beheerd. Mensen die na een gezinsonderzoek een beginseltoestemming van het ministerie van justitie hebben gekregen om een kind te adopteren, dreigen nu al het slachtoffer te worden van de lange wachttijd. De door Justitie afgegeven verklaring is drie jaar geldig. Als deze verklaring haar geldigheid verliest, moet opnieuw onderzoek worden gedaan.
Wereldkinderen ziet geen mogeHjkheden om het aanbod van adoptiekinderen te vergroten. Praat: „Wereldkinderen is een kinderwelzijnsorganisatie. Wij richten ons in eerste instantie op sponsoring en projecthulp. Als mensen in het buitenland aangeven dat zij wel over onderwijs, maar niet over het benodigde geld beschikken, sponsoren wij een kind. Of er wordt een school neergezet, of een waterput geslagen. Wanneer duidelijk wordt dat kinderen in nood verkeren en adoptie de enige mogelijkheid is om hen een kans te geven op te groeien in gezinsverband, gaan wij pas denken aan adoptie. Er zijn wel contacten waar wat groei in zit, maar dat gaat heel langzaam. Het zal nooit zo zijn dat het aanbod van kinderen voldoende zal zijn voor onze organisatie voor 1200 aanvragen per jaar".
Zelfdoeners
Voor kandidaten die een buitenlands kind willen adopteren, staat de mogelijkheid open er zelf op uit te trekken. Drie jaar geleden begaven veertig echtparen zich naar het buitenland en adopteerden een kind zonder een beroep te doen op de diensten van een bemiddelingsorganisatie. Een woordvoerder van Justitie meldt een stijgende lijn van zelfdoeners: in 1986 waren het er 50, vorig jaar bedroeg hun aantal 60. Jos Praat van Wereldkinderen voorziet voor deze mensen problemen. „De wereld is door alle adoptieorganisaties afgereisd en men heeft overal conctacten. Mensen die het zelf gaan doen, komen er niet tussen en vallen mogelijk in handen van lieden met minder goede bedoelingen". Nederland is een open markt voor babyhandelaren, erkent Praat, die dit verschijnsel „een heel vervelend neveneffect" noemt dat uit de huidige situatie kan ontstaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's