Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Amateurschilders kleuren vrolijk de Hanzehistorie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Amateurschilders kleuren vrolijk de Hanzehistorie

„Naief" heldere kijk op leven in Middeleeuwen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hanze en Hanzesteden: de naam komt u bekend voor, maar veel meer dan een vaag idee over middeleeuwse steden en hun handelsverbintenissen hebt u niet? Naïeve kunstschilders kunnen ons uit de droom helpen, want zij beelden vol levendige fantasie uit, hoe het leven ten tijde der Duitse Hanze moet zijn geweest. Trouwens, in Duitsland leeft de Hanze nog voort, maar niet langer alleen te land en te water. De grote Duitse luchtvaartmaatschappij heet immers Lufthansa. Maar ook de oude Hanze bestaat in naam: Drie oude Duitse steden noemen zich nog altijd (al of niet: vrije) Hanzestad: Bremen, Hamburg en Lübeck.

En die oude Hanze heeft een groot aantal zogenoemde „naïeve" schilders geïnspireerd tot kleurrijke en vrolijke doeken over dat leven en werken in zo'n laat-middeleeuwse stad. Ik zag meer dan honderd van die doeken dezer dagen in het kasteel van de Noordduitse stad Husum in Sleeswijk-Holstein, niet ver van het door Hollandse Remonstranten gestichte Friedrichstadt aan de Eider.

Hertog Adolf

Zonder vooropgezet plan bezocht ik deze stad en dat kasteel, dat nu — hoewel in de stad zelf gelegen — nog altijd de oude naam „Schloss vor Husum" draagt. Dat komt doordat de bouwheer ervan, de eerste (en Lutherse) hertog van het toen pas gestichte hertogdom Sleeswijk-Holstein-Gottorf, Adolf, het slot vanaf 1577 liet optrekken aan de noordzijde van deze havenstad die in open verbinding stond met handelssteden in de Nederlanden en Engeland.

Het kasteel kwam op de plaats van een vroeger klooster en de hertog zag de stad (en huisvesting voor hemzelf in Husum als een schone kans, die, handel sterk uit te breiden. In z'n slaapkamer in het slot had Adolf in elk geval een kaart van de Nederlanden hangen en hij bezocht de Republiek ook persoonlijk.

Over de bouwgeschiedenis van dit Relaissance- en later Barokslot waar ooit ook Deense koningen huisden, willen we het hier niet hebben. Wel over de beslist interessante tentoonstelling, die daar tot voor kort te zien was en die ook elders in de Bondsrepubliek nog te bezichtigen zal zijn: „De grote tijd van de Duitse Hanze — „leke-schilders" beelden gechiedenis uit".

Hanzevoorrrechten

Eerst iets over de middeleeuwse Hanze. Deze „Hansa" was oorspronkelijk het recht, dat kooplieden dienden te betalen om in een stad of heerlijkheid handel te mogen drijven. Kooplui in verschillende steden verleenden elkaar soms vrijdom van deze „hansa" en langzamerhand groeiden daaruit verenigingen van handelslui en van steden, die elkaar deze vrijheden toekenden en wederzijds steun verleenden.

De meest belangrijke en bekende hanze is wel de Noordduitse Hanze geworden, meestal kortweg „De (Duitse) Hanze" genaamd. In de bloeitijd ervan omvatte ze wel 150 steden, waarvan Lübeck in de 14e en 15e eeuw de invloedrijkste was. Die Duitse Hanze omvatte een gebied van onze Zuiderzee tot de Finse Golf, de Baltische landen en Thüringen, waarbij de gehele Oostzeehandel en die der noordelijke zeeën onder zijn controle stond. Ook had men monoiolies en privileges in Hollandse en Itaiaanse steden.

In de 16e eeuw zou deze stedelijke Hanze sterk in verval geraken, mede door de opkomst van de absolute vorstenheerschappij, door de sterke Hollandse concurrentie en doordat het zwaartepunt van de zeehandel verschoof in de richting van de Atlantische Oceaan door de ontdekkingsreizen naar Amerika en de Indien.

Hollandse steden

Overigens waren die Hanzeschepen (koggen) niet alleen een Duitse aangelegenheid, want we kennen ook een Vlaamse Hanze van Londen (geleid vanuit Brugge, met handehop Londen, vooral in de 12e en 13e eeuw), een Hanze der XVII Steden (13e eeuw, vooral Noordfranse en Nederlandse steden) en andere. De Duitse Hanze ontstond uit de al oudere Keulse en Bremer en Noordduitse. Met deze Duitse Hanze werkten Hollandse Hanzesteden nauw samen, zoals Groningen en de IJsselsteden: Zutphen, Deventer, Kampen.

Op periodieke Hanzedagen werd het gemeenschappelijk beleid uitgestippeld en de eens genomen besluiten („Rezesse") waren bindend voor de lidstaten. Als die niet meededen konden ze vervolgd worden („Verhansung"). Toen echter het verval van de Duitse Hanze zo ver was voortgeschreden, dat er op de laatste Hanzedag in 1669 nog maar zes steden aanwezig waren, was het met de grootheid van dit economisch stelsel gedaan.

Wel bleven de drie steden Bremen, Hamburg en Lübeck, die in 1630 tot een nauwe samenwerking hadden besloten, afzonderlijk de naam Hanzestad voeren en in onze tijd wordt dat, ook vanuit toeristisch oogpunt, nog eens extra benadrukt.

Schilderwedstrijd

Maar hoe ziet deze „naïeve" tentoonstelling de Hanze? Het is begonnen met het Museum Rade in het natuurpark Oberalster (Sleeswijk-Holstein), waar regelmatig grote thema-exposities werden en worden gehouden, bijv. over Berlijn, over de „Duits-Duitse grens en de DDR", over Sleeswijk-Holstein zelf: twee zeeën, één land.

Nu had de ook bij ons bekende Duitse cultuurhistoricus en volkenkundige Rolf Italiaander de kunstenaarskring van Museum Rade uitgenodigd, het thema „Duitse Hanze" in hun schilderwerk aan de orde stellen. Dat leverde liefst 248 schilderijen van ruim tachtig kunstenaars op, die te rekenen zijn tot de amateurs, de „Naïeven" of zondagsschilders. Uit deze wedstrijd kwamen in elk geval 138 werken voor expositie in aanmerking. In Schloss Husum zijn ze te zien — trouwens ook te koop; het betreft een verkoopexpositie al zullen vóór aflevering wel eerst de andere tentoonstellingsplaatsen zoals Kiel, Lübeck en Bonn moeten zijn aangedaan.

Boek met reproduktie

Uit genoemde 138 werken zijn er nog weer zestig uitgekozen om opgenomen te worden in een fraai uitgevoerd groot en in de originele kleuren geïllustreerd boek van Italiaander, „Die grosse Zeit der Deutschen Hanse". Dat boek van 104 blz., met plm. 60 kleurenplaten plus ca. 40 zwart-wit prenten, kost 38 DMark en doet mede dienst als tentoonstellingscatalogus. Het is uitgegeven door Husum Druck- und Verlagsgesellschaft te D-2250 Husum en ik vind het een juweeltje van een boek, zoals de expositie dat ook is.

De „kunstenaars" hebben echt veel plezier in hun werk gehad; dat is goed te zien aan bijv. de vrolijke lichte kleuren, de soms zeer humoristische wijze van afbeelden, de ontroerende aanpak ook. Sommige „Laienmaler" (leke-schilders) lijken wel semi-professionele illustratoren en het valt me op, dat men zich voor dit thema veel moeite moet hebben gegeven om behoorlijk studie van de Hanze te maken. Echt enorme blunders of anachronismen zag ik niet of over het hoofd...

Het kleurige en feestelijke leven en werken in de herfsttij der Middeleeuwen is goed getroffen. De schaduwzijden en de donkere ellenden van deze vroegkapitalistische samenleving blijven nogal achterwege. Deze „naïeven" zijn dan ook geen sociaal-historici. In hun werk doen sommigen denken aan de boekverluchters ten tijde der Duitse Hanze; ze moeten dit 15e-, 16e-eeuwse materiaal haast gekopieerd hebben, zo „echt" lijkt het.

Men zou die olieverven en aquarellen ook eens naar ons land moeten (kunnen) halen. Het Westfries Museum in Hoorn is dan 4e aangewezen plaats: vanwege het oude stadje, maar vooral vanwege de daar aanwezige „naieven", die door directeur W. A. Braasem zorgvuldig worden verzameld. Zo'n thema-wedstrijd voor zondagsschilders is wellicht een goed idee voor ónze amateur-ververs van Jaap ter Haar tot Bram Doorgeest. Zoiets als „Naieve schilders zien ons land", waarmee in 1978 veel succes werd geboekt.

Hollandse Hanze

Maar wat zien deze Duitse inzenders? Ten dele ook ons land in de Hanzetijd. Herbert Hoffmann schildert „Het oude raadhuis van Amsterdam" op karton. Lucia Lamot beeldt de Oude Waag in Amsterdam uit. Ingeborg Bartsch-Rodtnick geeft een schitterend miniatuurolieverfje van 14,5 bij 14,5 cm.: Hanzestad Deventer met de Waag aan de Brink. Lucie Undil toont ons in acryl op karton hoe Brugge met de haven en de tredkraan er volgens haar uitzag vijf eeuwen geleden en Ursula Niemann laat de stad Zwolle anno 1407 zien met Peperbus en Sassenpoort.

We zien het hele Hanzegebied door diverse schilders met verschillende technieken verbeeld: van Keulen tot Dantzig, Skandinavië, de Baltische staten, in olieverf en acryl op karton en linnen, op grote doeken en fijne miniatuurtjes.

De olieverf „Dagelijks leven in Lübeck omstreeks 1550" van Gisela Nürnbach kreeg, terecht, een prijs van de deelstaatregering Sleeswijk-Holstein en Heinz Sedlick kreeg voor zijn „handelspost in Indië" een evenzeer verdiende prijs van Museum Rade, dat mede door Rolf Italiaander zoveel aandacht schenkt aan deze niet-akademische schilderkunst. '

Zijn boek is niet alleen een bundeling van kleurenfoto's met toelichting, maar bevat ook „Gedachten over de Hanze" uit die vroegere eeuwen, een essay van Italiaander over de Hanze als thema der volkscultuur, één van prof. Klaus Friedland (historicus te Kiel) over „beeld en werkelijkheid in de geschiedenis van de Hanze", een authentieke tekst plm. anno 1550 over de gevaren der zeevaart, een lijst van steden die deel uitmaakten van de Duitse Hanze (inclusief Oldenzaal, Tiel, Thorn, Zaltbommel, Doesburg, Harderwijk en Ommen), en een overzicht met veel jaartallen over de Hanze-historie.

Elke beroepsgroep

Van 45 kunstenaars vinden we in dit boek een korte biografie en dan blijkt bijvoorbeeld, dat mevr. Nünbach, wier bekroonde „Dagelijks leven in Lübeck" ook de omslag van het boek vormt, een 52-jarige kantoorbediende is in Berlijn. Sedlick is leider van een hotelbedrijf.

Ik kom alle mogelijke beroepen tegen van deze schilders uit liefhebberij: een tandartsassistente, een gereedschappenmaker, een douanebeambte (opvolger derhalve van één der eerste en bekendste „naïeven", de Fransman Henri Rousseau le Douanier), een lerares steno en typen, een dierenverzorgster en een pottenbakster, die zich bekwaamde in de mooie techniek van het achter-glas-schilderen. En dan heb ik de fotograaf, de huisschilder, en de binnenhuisarchitekte nog niet genoemd.

En wist u, dat de Noordzee vroeger Westzee heette, naar analogie van de Oostzee, maar dat 16e-eeuwse Hollanders deze grote plas omdoopten in Noordzee? Op de grote kaart die in het boek is afgedrukt binnen voor- en achterplaat is die nieuwe naam al van kracht. Dit is de „Caerte van Oostlant" van Cornells Anthonisz., verschenen te Amsterdam en Antwerpen omstreeks 1543 en 1560 bij Amoldus Nicolai.

Historiefeiten

Zo komt men bij het bekijken van deze tentoonstelling heel wat te weten over de oude Duitse Hanze: de terechtstelling van de zeerovers-vrijbuiters Klaus Störtebeker en Gödeke Michael in Hamburg in 1401, het onthoofden van de Lübecker burgemeester Johann Wittenborg in 1363, leven en wandel van één der machtigste hanzeaten in Lübeck: de koopman Jürgen Wullenwever (rond 1525), oude ambachten zoals een touwslager en een kuiper, of de bedrijvigheid in de havens van Rostock of Riga.

U ziet het, dat doelloos rondlopen in een onbekend stadje kan een onvermoede maar gewaardeerde ontmoeting betekenen met de kunst en historie van die streek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1982

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's

Amateurschilders kleuren vrolijk de Hanzehistorie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1982

Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's