„Marienschwester" bedrijven weer de oude ketterij van de Gnostiek
Ds. J. W. Verhey in „Prot Nederland"
In het RD van gisteren brachten wij een artikel over de zogeheten protestantse kloosterorde van de Mariazusters in Darmstadt, zulks n.a.v. een artikel in „In de Rechte Straat". "Wij maakten daarbij reeds melding van een artikel van ds. J. W. Verhey uit Den Haag - Loosduinen, gepubliceerd in het maandblad "Protestants Nederland". Wegens plaatsgebrek moest dit tweede stuk blijven overstaan. Hiernaast wordt het nu bijna volledig gepubliceerd.
Ds. Verhey schrijft het volgende: "Oorspronkelijk werden de zusters van dit "protestantse" klooster bijeengebracht door schuldbesef en dan met name van de schuld van het Duitse volk tegenover de Joden in de laatste wereldoorlog. Dat schijnt nog tot uitdrukking te komen in het staande gebruiken van het ontbijt, waardoor men wil gedenken de appels van de Joden in de kampen.
Meisjes van 18-30 jaar worden toegelaten, maar pas na een proef van minstens 7 l/2 jaar kunnen zij de "bruidwijding" ontvangen, waarbij ze haar leven in nederigheid, armoede, kruisnavolging en kuisheid stellen in dienst van Jezus. Afzonderlijk wonen de „doornenzusters"; dat zijn werkende vrouwen van boven de dertig jaar en gehuwde vrouwen. Men heeft op zijn „Kanan" verschillende gebouwen: de Jezus-roepkapel: het Jezus-vreugde-huis; het Jezus-werkhuis (waarin de drukkerij en het atelier voor de beeldhouwende zusters). In de staat Israël staat nu het Abrahamshuis, waar vermoeide Israëli op verhaal kunnen komen.
Uiteraard is er voor deze „protestantse" kloostergemeenschap nogal wat belangstelling en dank zij de vraag in onze tijd naar "mystieke" lektuur komen de boeken van de moeder-overste vlot van de pers.
Mystiek
Het zou teveel plaats vragen hier nog meer te vertellen over de geschiedenis en de inrichting van dit klooster. Met mijn vingerwijzing naar de vraag naar „mystieke" lektuur bedoel ik u attent te maken op de gevaren, die hier dreigen voor ons, protestanten. Het is helaas nog steeds nodig erop te wijzen, dat er een hemelsbreed verschil is tussen reformatorisch leven en de vlucht in de mystiek.
Men spreekt in onze kringen nog wel eens van ware mystiek.
En men bedoelt dan zich te weren tegen pure verstandelijkheid en dode orthodoxie. Maar men verliest dan maar al te vaak uit het oog, dat er zelfs met schriftelijke termen een zeer onschriftuurlijke leer wordt gebracht. Het is waarlijk niet vandaag of gisteren. Men moet er de doorwrochte studie van wijlen ds. J. W. Tunderman maar eens op nalezen over: Marnix van St. Aldegonde en de subjectivische stromingen in de 16e eeuw (Goes plus minus 1940). Men zoekt steeds weer een "verborgen omgang" met God, onmiddellijk, waarbij het Woord van God moet wijken voor het inwendige licht en de direkte openbaring, de persoonlijke stem! Zo is het ook bij Basilea Schlink. Zij "krijgt" opdrachten en zij beleeft "verrassende verhoringen" op haar leeftijdgebeden.
Mode
Nu behoort het tot de godsdienstige mode van onze tijd om dat allemaal erg mooi te vinden en het zonder meer op rekening van de Heilige Geest te zetten. En dan moet de conclusie zijn, dat Gods Geest
waar Hij wil wonen en werken, ver van de ingezonken kerken, waar mensen zich maar geheel willen wijden aan de dienst van Jezus. Voor wie werkelijk naar de Schriften wil luisteren is het natuurlijk zaak of in dit alles de HEERE gediend wordt naar Zijn Woord. En als men daar de goede leer niet brengt, dan geldt toch wat de Schrift zegt (ook al is dat woord vandaag niet "in" bij de oecumenisten): ontvangt ze niet in uw huis!
Nu — een voorbeeld van de onschriftuurlijke mystiek lees ik o.m. op blz. 73 van het boekje „Altijd is God groter".
Heiligen
Terwille van de eenheid werden de vijftig eenpersoonskamers, waarover de „Schwesternschaft" de beschikking heeft, verdiepingsgewijs genoemd naar grote Godsmannen en geestelijke Vaders —niet alleen van de bijbelse en hervormingsfiguren, maar ook van „Katholieke!" „En op welke wijze de liefdegemeente (-gemeenschap wellicht?) door deze namen ontstaat hebben wij dikwijls beleefd. Bijvoorbeeld vraagt een gast ons bij aankomst: "Mag ik in de kamer ..Tersteegen" logeren?" Of een ander verzoekt om de kamer "kleine Theresia". "Hij (of zij) heeft mij de laatste keer zulk een zegen bereid en een gevoel van echte levensverwantschap geschonken". Alstublieft — hier hebt u de zegen van en door de gestorven heiligen! Zondag 11, vraag en antwoord 30 is nog actueel! De roomse leer over „de gemeenschap der heiligen" (die een totaal andere is dan die van de Schrift) vinden wij voluit in de volgende zin: „Ja, al deze Godsmannen en -vrouwen leven, al zijn ze reeds heengegaan en oefenen hun invloed uit op degenen die hun intrek nemen in de kamers, die naar hen zijn genoemd". Dit gaat toch wel alle schriftuurlijke perken te buiten. De Schrift zegt: "de doden weten niets". En wat hier staat wordt beslist niet goed gemaakt, door wat er op volgt" over hun spreken door hun woorden, die aan de wanden zijn aangebracht en door hun levensgeschiedenis, die op tafel ligt.
Op blz. 77 van dat boekje staat het volgende:
„Zo weten wij ons juist door de oecumenische opdracht zeer nauw verbonden met het lijden van Jezus, Zijn lijden om Zijn jongeren — die elkander niet liefhebben. Onze vroegere moederhuiskapel heet dan ook: „Kapel van het lijden van Jezus". Als wij elke middag om drie uur, het stervensuur van Jezus, Hem daar in Zijn lijden aanbidden, dan wordt Zijn lijden, dat Hij toen droeg, en dat wij in dat uur gedenken, steeds tot „het lijden van Jezus NU". Wij weten, dat God een levende God is. En daar wij volgens de Schrift de Heilige Geest, een der Personen van de godheid, in deze tijd kunnen bedroeven (Ef. 4 : 30), dan geldt dat evenzeer voor het hart van Jezus en van de Vader, want wij belijden de drieënige God als een eenheid. Thans lijden dus de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Daarom zijn wij geroepen om het hart van Jezus te verblijden, te verkwikken en te troosten in het leed om tallozen, die Hem verraden en verloochenen..." Dat gaat dan op blz. 78 zo verder:
Opdracht
"Daarom is de oecumenische opdracht ook hierin een heilige opdracht, omdat wij daarin deel hebben aan het lijden van het hart van Jezus, dat bloedt terwille van Zijn verscheurde Lichaam — een opdracht, die ons tot in ons diepste innerlijk beweegt en uit liefde tot Jezus dringt om alles te doen tot heling van die wonden, tot elke prijs".
't Zal allemaal wel minder onheilig bedoeld zijn dan het er staat. Maar het is bijna godslasterlijk. Natuurlijk komt ook de mystieke allegorie opdraven:
"Want ware Jezus duizendmaal in Bethlehem geboren en niet in u — zo waart gij duizendmaal verloren". Me dunkt: één keer verloren gaan is al erg genoeg! Maar dan volgt er op deze regels van Angelus Silezius: „Zo vertelde ik mijn dochters, dat wij ditmaal een Kerstfeest als „Bethlehem nu!" zouden vieren. Vandaag moest Bethlehem onder ons tot nieuw leven komen in dat, wat het destijds betekend had. Wij moesten voor het Jezuskind (ziet u, dat wordt daar gezegd van onze nu al 2000 jaar verhoogde Heer!!) alles worden wat Hij op aarde nodig had: een herder, die Hem aanbidt; een grot, die Hem herbergt; een kribbe, waarin Hij gelegd wordt; een ezel, die altijd „ja" zegt en zich maar vracht laat opladen; stro, dat Hem verwarmt".
In een Duits boekje van Armin Hippel getiteld: „Mystischer Geist oder Christus-Geist?" wordt het verband aangetoond tussen de herleefde roomse Maria-cultus van de Mariënschwestern en de oude gnostiek. Terecht. De gnostiek heeft niet alleen de brug gevormd tussen de Artemis-cultus en de Mariaverering van de afvallige christenen, die zowel in het Oosten als in het Westen de boventoon ging voeren, maar die gnostiek heeft ook de grond gelegd voor het kloosterleven, waarin op een of andere eigenwillige godsdienstige wijze de verheerlijking van het „geestelijke" boven het verachtelijke „vlees" tot uitdrukking wordt gebracht", aldus ds. Verhey.
__________________________________________________________________
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 september 1972
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 september 1972
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's