Bekeer ons tot U, zo zullen wij zijn bekeerd zijn
Jongerenkonferentie Elst
’Ik ben opgegroeid in een pastorie als een keurige jongen. Maar toen de Heere mij liet zien wie ik was, ben ik vreselijk geschrokken. Ik liep als een ongelukkige over de wereld. De wereld had voor mij haar glans verloren. Maar toen ik mocht zien wie Christus was, lag er zo'n volheid in. Wie Mij vindt, vindt het Leven en trekt een welgevallen van de Heere. Toen kreeg ik ook de begeerte om met mijn tong Hem anderen aan te prijzen. Hoe ik Hem moet schilderen? Ik zeg het met de Bruid: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk'.
Diepe indruk maakten deze woorden van ds. M. Karens op de 240 jongeren bij de afronding van zijn vragenbeantwoording, op de vraag wat Christus voor hem zelf betekent. Hij sprak op de jongerenkonferentie in Eist op zaterdag 18 februari over: 'Wat is geloven? ' Vrijdagavond 1 7 februari sprak ds. j. j. van Eckeveld over 'Wedergeboorte en bekering'. Zaterdagmorgen was er ook nog een bijbelstudie over 'De Meeste(r) is de minste'. De intense aandachtwaarmee geluisterd werd, kwam ook tot uiting in de vele vragen die gesteld werden.
Wat is wedergeboorte?
Ds. Van Eckeveld begon zijn lezing met: 'Zonder wedergeboorte zijn we voor eeuwig verloren'. Hoe sta ik persoonlijk voor God? Ken ik de wedergeboorte, het geloof? Dat waren de vragen die centraal stonden.
Zoals de geboorte het begin is van het natuurlijk leven, zo is de wedergeboorte het begin van het geestelijk leven. Dat wordt meestal de wedergeboorte in engere zin genoemd. Daarnaast kent de Bijbel nog twee betekenissen van wedergeboorte. Wedergeboorte in ruimere zin is dan de voortgang van het geestelijk leven. Zo spreekt ook de NGB hierover: het geloof wederbaart een mens (artikel 24). In de eerste betekenis is geloof een vrucht van wedergeboorte, in het laatste geval is geloof de wortel ervan.
Daarnaast wordt in Mattheüs 19:28 nog een derde betekenis van wedergeboorte gegeven, namelijk de vernieuwing van hemel en aarde. In de lezing van ds. Van Eckeveld ging het vooral over de eerste betekenis, de levendmaking.
Tijd van wedergeboorte
Een veel gehoorde vraag is altijd: kan en moet ik de tijd van mijn wedergeboorte weten? Wilh. a Brakel schrijft in De Redelijke Godsdienst dat de meesten niet precies weten op welk tijdstip zij wedergeboren zijn.
Sommigen, zoals Paulus, wel. Maar voor anderen geldt: als je terugdenkt aan de eerste indrukken van dood en eeuwigheid, aan de jaloersheid op Gods volk, dan ben je te vroeg. Toen wasje nog niet wedergeboren. Maar als je denkt aan de eerste keer dat je iets van Christus mocht zien, dan ben je te laat. Toen was het al gebeurd. Brakels advies is: let niet op het tijdstip, maar op de vruchten.
Vruchten van de wedergeboorte
Ds. van Eckeveld noemde in zijn lezing verscheidene vruchten, waaraan je kunt zien of je wedergeboren bent. Als meest wezenlijke vrucht noemde hij het hongeren en dorsten naar de Heere jezus. Zoals een pasgeboren baby huilt, zo is er bij een kind van God droefheid over de zonde. Er ontstaat een heimwee naar God Die je mist, maar niet kunt missen. Er is een begeerte naar het Woord van God. Je kunt je Bijbel niet missen, je krijgt dat Woord lief, ook als het je veroordeelt, maar vooral als het spreekt over Christus. Ook geloof en bekering zijn vruchten van de wedergeboorte. De rode draad door alles heen is de liefde tot God.
Die vruchten kun je zelf niet altijd zien. Daar is licht van de Heilige Geest voor nodig. Het kan zijn dat het tijdstip van de wedergeboorte onbekend blijft, maar deze vruchten blijven niet onopgemerkt.
Droefheid naar God
Hoe ver en hoe diep moet die zondekennis gaan? Die vraag kwam in de bespreking naar voren. Brakel zegt hierover: 'Ik moet zo diep aan mijn zonde ontdekt worden, dat ik niet meer buiten Christus kan'. Mag je om zondekennis vragen of moet je vragen om Christus te leren kennen? , werd aan ds. Karens gevraagd. 'Wij mogen de Heere de weg niet voorschrijven, maar we mogen wel vragen of de Heere ons wil bekeren zoals Hij al Zijn volk bekeert. En dat gaat langs de weg van ontdekking aan onszelf, tot Christus. Wie weet dat hij ziek is, weet ook dat hij genezen moet worden; wie gevangen, ziet uit naar bevrijding. We mogen aan de Heere vragen om op een rechte wijze zalig te worden.'
Bekering - de verloren zoon
Zoals gezegd, bekering is een vrucht van wedergeboorte. In de wedergeboorte ben ik lijdelijk. Daar is het Gods werk. In de bekering is de mens werkzaam, aktief betrokken, hoewel ook de bekering werk van de Heilige Geest is. Er wordt soms verschil gemaakt tussen een eerste en dagelijkse bekering. De gelijkenis van de verloren zoon laat heel duidelijk de drie elementen van de ware bekering zien. Inkeer: de zoon kwam tot zichzelf. Zijn ogen gingen open. Afkeer: hij hield het niet meer uit bij de zwijnen. Terugkeer: huis en hart van vader trokken. Iedere stap dichterbij veroordeelde hem. Maar hij kreeg geen tijd om zijn schuldbelijdenis af te maken. Zijn vader kuste zijn lippen dicht. De kennis van de Persoon van Christus is te vergelijken met de kus van de vader.
Wijze van bekering
Wordt iedereen op dezelfde wijze bekeerd? Als het gaat over de drie stukken: ja. Maar de manier waarop de Heere die stukken leert, is bij ieder kind van God verschillend. Dat heeft te maken met het karakter. Brakel zegt dat sommigen als in één ogenblik bekeerd worden, bijvoorbeeld Zacheüs. Anderen, zoals de stokbewaarder, door grote verschrikkingen. Weer anderen worden op evangelische wijze door de liefde van Christus getrokken. Er zijn er die op een rustige, bedaarde wijze zich verlaten op Christus. En Gods meest gewone weg is dat Hij Zijn kinderen allengskens trekt, met veel afwisseling van droefheid en blijdschap.
Maar in de hartslag van het nieuwe leven: ellende, verlossing en dankbaarheid, ontmoeten al Gods kinderen elkaar. Philpot gebruikt het beeld van een eikeblad. Het verschil met bladeren van andere bomen is groot: een eikeblad haal je er zo uit.
Maar als je eikebladeren met elkaar vergelijkt, zie je dat ze allemaal verschillend zijn.
De middelen gebruiken
Wedergeboorte en bekering zijn het werk van God. Maar Hij gebruikt de middelen. Daarom moeten wij ze ook gebruiken, ja ernstig waarnemen. Welke middelen zijn er? Het lezen en bestuderen van de Schriften; de prediking; de voorbereiding op de kerkdienst; het gebed; de stille tijd, en de Heilige Doop, die wijst op de noodzaak èn de mogelijkheid van de wedergeboorte. Hoe komt het dat ik al jaren lang zoek en bid, maar de Heere niet
vind? Dit was één van de vragen aan ds. Van Eckeveld. 'Waar is het je om te doen? Gaat het je om de straf te ontgaan, ben je een hemelzoeker, of gaat het je om God Zelf? Tot de laatsten zeg ik: Gij die God zoekt in al uw zielsverdriet: houd aan, grijp moed, uw hart zal vrolijk leven. Op Zijn tijd zal God Zich ontfermen.'
Onwilligen
Waarom zou de Heere mij bekeren, als ik met mijn leven bewijs dat ik het niet wil? 'Het is maar goed, dat de Heere geen mensen bekeert die het willen, anders zou niemand zalig worden', stelde de predikant. 'Vijandschap staat hem niet in de weg. Hij verzoent vijanden met Zich, opdat Hij de eer zou ontvangen. En dat vanuit de verwondering.'
Verslappen in het gebed
Hoe komt het dat het gebed minder wordt, als verhoring uitblijft? 'Als er echt geloof is, dan kan het gebedsleven wel eens inzinken, maar dan kunnen we niet loslaten. Drie voorbeelden uit de Bijbel. Job zei: Al zou Hij me doden, zo zou ik nog op Hem hopen. De Kananese vrouw hoorde van Jezus dat ze er buiten viel. Toen hield ze niet op met bidden, maar haar roepen werd juist sterker. En Bartimeüs riep des te meer, toen de menigte zei dat hij moest zwijgen. Als het geloof inzinkt, wat moet je dan doen? Buig je knieën en zeg dat maar eerlijk tegen de Heere.
Onderzoek de Schriften: die geven rijke stof voor het gebed. En als God niet verhoort, moeten wij soms ook leren dat Hij ons niet verhoort öm ons gebed. Of omdat wij zo ernstig en aanhoudend bidden. Er kunnen ook verzwegen zonden zijn, die ons hinderen. Als God Zich verborgen houdt, moeten we onszelf onderzoeken.'
Jongeren en ambtsdragers
Hoe moeten ambtsdragers omgaan met jonge mensen in wie God is begonnen? 'Als het goed is, heb je als jongere behoefte aan eerlijkheid. Als je je hart kent, weet je hoe bedrieglijk dat is. Dan wil je daar over ook spreken met ambtsdragers. Die moeten jonge mensen uitlokken en niet wegslaan. Het is niet goed als gedacht wordt: als het van God is, dan houdt het wel stand. Nee, laat de Heere die klappen maar geven.
Dat hoeven mensen niette doen. Aan de andere kant is het van wezenlijk belang dat het begin goed is. Niet onze overtuiging, maar Gods Woord moet de norm zijn, als het gaat om de kenmerken, de vruchten van het nieuwe leven.'
Wat is geloven?
Ds. Karens ging in zijn lezing in op de vraag wat geloven is. Hij legde uit dat ons dagelijks taalgebruik over geloven ver afstaat van de bijbelse betekenis. 'Ik geloof van wel' is heel iets anders dan het oudtestamentische woord 'emuna', dat'vastheid, betrouwbaarheid' betekent. Het is verwant met het woord 'amen'. In Hebreën 11:1 staat heel duidelijk wat geloof is, namelijk een vaste grond van de dingen die men hoopt. Calvijn zegt erover, dat het is 'een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke gegrond op de waarheid van Zijn genadige belofte in Christus, door de Heilige Geest aan ons verstand wordt geopenbaard en in ons hart wordt verzegeld' (Institutie, III, 2, 7). Je zou ook kunnen zeggen dat het geloof drie elementen bevat: ennen (niet alleen met verstand, maar in liefde, in de omgang), toestemmen (amen zeggen) en vertrouwen (het mijnen, het toeëigenen). Als meest wezenlijke eigenschap van het geloof noemde de dominee het hongeren en dorsten naar Christus. Hij raadde aan het boekje van Comrie, Het ABC des geloofs te lezen.
Waar geloof en geloven
Iets dat waarde heeft, wordt altijd nagebootst. Denk maar aan geld. Zo gaat het ook met geloof. Er zijn vormen van geloof die deze naam eigenlijk niet waard zijn. Ds. Karens noemde het historisch geloof, dat in het verstand zit; het tijdgeloof, dat vooral het gevoelsleven raakt, en het wondergeloof, waar de wil heel sterk aanwezig is. In alle drie wordt de band met de hele Christus gemist.
De liefde ontbreekt erin. Het waar geloof zetelt in het hart. Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus zegt over het ware geloof, dat Gods kinderen worden ingelijfd (passief!) en al Zijn weldaden aannemen. Het geloof is als de hand van een bedelaar, die ontvangt wat hem wordt aangeboden. Die hand zelf maakt iemand niet zalig, maar het is het middel, het instrument waardoor Christus en de zaligheid worden ontvangen. Er is ook verschil tussen geloof en geloven. Het 'geloof' kan vergeleken worden met een hand of met een oog. Gods kind ontvangt in de wedergeboorte het geloof en ver-
liest dat nooit meer. Maar 'geloven' is het gebruiken van het geloof, zoals de hand gebruikt wordt voor het doen van dingen en het oog voor het zien. Een baby heeft alle funkties in zich om een volwassene te worden. Dooroefenen leert een kind lopen, praten, enzovoort. Zo moet ook Gods kind het geloof leren gebruiken, oefenen, door de Heilige Geest.
Strijd en opwas
Het geloof kent altijd strijd, aldus ds. Karens. Er zijn drie vijanden die Gods kinderen niet met rust laten, de duivel, de wereld en het eigen vlees. Er kan ook veel strijd komen door beproevingen die God zendt om het geloof te versterken. De gelovigen halen veel duisternis over zich heen door een slordige levenswandel of door gehoor te geven aan het ongeloof. Een vraag van een deelnemer was, of je moet verlangen naar strijd. Ds. Karens zei hierop: 'We moeten niet staan naar zwaarheid of naarheid, maar naar klaarheid, dat wil zeggen duidelijkheid. Wel is het zo dat wegen van druk ons dichter bij de Heere brengen.' Strijd brengt ook opwas van het geloof mee. En het ware geloof staat naar groei, wil opgroeien. Het is een slecht teken als we niet naar meer kennis van Christus verlangen. Een vraag naar aanleiding hiervan luidde: 'Is groei in het geloof hetzelfde als opwas in de genade? ' 'Ja, alhoewel de eerste uitdrukking meer in evangelische kringen wordt gebruikt. Het is belangrijk om erop te letten hoe die term wordt ingevuld. Het is niet zo dat wij steeds groter en beter worden. Johannes zegt: Hij moet wassen, en ik minder worden.'
Toevluchtnemend - verzekerd geloof
Vaak wordt er een verschil gemaakt tussen een toevluchtnemend geloof en een verzekerd geloof. Een voorbeeld van een toevluchtnemend geloof is de Kananese vrouw. Ze vluchtte met al haar nood en verlorenheid tot de Heere, in de wetenschap dat bij Hem alleen redding is.
Toch noemt jezus dit een groot geloof. Wezenlijk is er geen verschil met een verzekerd geloof, maar het laatste geeft wel meer troost, meer vruchten, is meer tot zegen voor de omgeving en tot meerdere eer van God. Als het geloof daadwerkelijk mag geloven, dan is er zekerheid. Hoe meer deze zekerheid mag worden ervaren, des te meer is er sprake van een verzekerd geloof. Er gaat zo weinig van Gods kinderen uit, omdat ze blijven 'steken' in een toe-
vluchtnemend geloof. De rust en zekerheid van Paulus in Romeinen 5:1 (Wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede bij God) wordt zo vaak gemist. Petrus' geloof vöör jezus' sterven was anders dan zijn geloof op de Pinksterdag. Toen had hij een verzekerd geloof.
Vragen
‘Wordt de oproep tot bekering niet ontkracht door telkens erbij te zeggen dat God het moet doen? ' We
mogen de oproep tot bekering nooit ontkrachten. Maar twee waarheden van Gods Woord blijven altijd overeind staan: et is God Die in u werkt, en: erkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven. (Filippenzen 2:12, 1 3) Als we de oproep ontkrachten, verschuilen we ons achter onze onmacht en kunnen we rustig door blijven leven.
‘Hoe kun je weten wanneer je de hand van het geloof mag dichtknijpen? ' Ds. Karens: 'Een bedelaar hoeft geen speciaal bevel te krijgen om z'n hand dicht te doen. Dat gaat als vanzelf. Hij kan niet anders. Zo gaat het ook in het geloof. De Heilige Geest werkt het geloof, maar ook hettoeëigenen.'
‘Maken we het ons niet moeilijk met alle theorie over geloof, bekering en wedergeboorte in plaats van kinderlijk te geloven? ' 'Inderdaad. We moeten enerzijds kennis verzamelen, maar aan de andere kant staat die kennis ons vaak in de weg. We moeten worden als een kind. Als God je bekeert, dan gaat al je kennis overboord. Als je dacht het te weten, dan leer je dat je nog niets weet. Dan word je afhankelijk.
‘Is het wachten uit Psalm 27:7 (berijmd) hetzelfde als ongeloof? ' 'Nee, David verkeert hier juist op de hoogte van het geloof. Wachten betekent niet 'met de armen over elkaar', maar vèrwachten, zich verlaten op de Heere.'
Vier woorden
Ds. Karens sloot zijn lezing af met vier woorden. Geloof is: de band met Christus door de Heilige Geest; de plant door het Evangelie in het hart gewerkt; de lege hand waarin al Christus' schatten worden gelegd en er is een stand waarin het geloof zich bevindt.
Met heel wat stof tot nadenken gingen de deelnemers aan de konferentie na de afsluiting weer naar huis...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1995
Daniel | 32 Pagina's
