Jong zijn en de Heere vrezen
in gesprek met ds. P. Mulder
In de preek hoor je de uitdrukking 'de vreze des Heeren' wel eens. Wat is een leven in 'de vreze des Heeren' eigenlijk ' Hoe merk je aan iemand, dat hij de Heere vrees/'.' Hoe wordt 'de vreze des Heeren' in iemand gewerkt'.' Kan een jongere de Heere vrezen'.' Over deze vragen, die misschien in jouw hart leven, hadden hï? een gesprek met ds. P. Mulder, de nieuwe hoofdredakteur van ‘Daniël’.
Er wordt wel eens gezegd: de meeste mensen worden jong bekeerd. Bent u het daarmee eens.’
Brakel zegt dat de meesten van Gods kinderen tussen hun zestiende en vierentwintigste levensjaar bekeerd worden. Ik denk dat velen van hen inderdaad teruggaan naar hun jonge jaren, wanneer ze spreken over wat de Heere aan hen gedaan heeft. Sommigen zelfs tot hun kinderjaren. Toch zijn er zeker ook die pas op latere leeftijd tot bekering komen. Zeker is waar dat je jonge jaren een heel belangrijke tijd vormen, juist ten aanzien van de diepste dingen van een mensenleven in het licht van het Woord van God. Want in je jonge jaren wordt toch je levenshouding voor een groot deel gevormd en worden je levenslijnen uitgezet. Daarom is het ontzettend belangrijk hoe er thuis over de dingen van de dienst des Heeren gesproken wordt en hoe ermee omgegaan wordt en dat de kinderen zien. dat deze zaken voor hun vader en moeder werkelijkheid zijn. Wat zijn jongeren bevoorrecht die van nabij zien wat de vreze des Heeren inhoudt.
En hoe is dat vandaag naar uw waarneming?
Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Wij zijn geen hartenkenners. En veelal kan men achteraf de dingen beter benoemen dan op het moment. Maar jongeren in wie het werk des Heeren duidelijk tot uiting komt? Ik denk eerlijk gezegd: je komt wel eens zulke jongeren tegen maar het zijn uitzonderingen. Er zijn er wel die belangstelling hebben, maar om nu te zeggen dat het dieper gaat. dat weet ik niet. Ik kan natuurlijk niet in harten kijken. En er is ook wel schuchterheid. Ook moet er veelal eerst wel wat rijping plaatshebben voordat er met enige vrijmoedigheid over gesproken kan worden. Aan de andere kant moeten we ook stellen dat de vreze des Heeren wortelt in de wedergeboorte en dat zal toch in iemands leven openbaar komen.
U zei dat de vreze des Heeren de wedergeboorte wortelt. Wat betekent dat?
Wij mensen staan in feite buiten God. ook al zijn we trouw kerkelijk meelevend. Wanneer de Heere door Zijn Geest het hart door wedergeboorte vernieuwt, wordt dat anders. Dan gaat zo'n jongen of meisje naar God vragen en gaat hij zijn zonde leren zien en ervaren dat hij buiten de gemeenschap met God staat. Maar omdat de liefde Gods in het hart is uitgestort, gaat zo één toch naar de Heere zoeken. Als dat beginsel in iemands leven ligt. zal dat ook enigermate in zijn leven openbaar komen.
Er zullen ook wel jongeren zijn die er eigenlijk niet zo goed over durven spreken. Niet omdat ze dat niet zouden willen, maar omdat anders de mensen wat van hen zouden denken. Bij iemand waar iets van het beginnende werk van de Heilige Geest in gevonden wordt, ligt het vaak zo dat hij niet zoveel erover weet te zeggen en meer vragen dan antwoorden heeft, meer gemis dan rijkdom heeft.
Wel zal zo iemand ernaar leven. Hij zal geen behoefte hebben mee te doen aan
zwart-geld-praktijken en zijn oren te neigen naar moderne muziek. Maar je kunt - zonder overigens over iemands hart te oordelen - niet van iedereen die zo leeft, zeggen dat hij wedergeboren is en de I leere vreest.
U noemde enkele kenmerken van een leven in de vreze des Heeren. maar gaf ook aan dat er anderen zijn bij wie deze uiterlijke dingen naar voren komen. Kunt u wat nader aangeven, wat de Heere vreze nu eigenlijk inhoudt?
Een leven in de vreze des Heeren is een teer leven dat hel gevolg is van de wedergeboorte. Het is het werk van de Heilige Geest in een mensenleven. Iemand die de Heere vreest, is er door het licht van Woord en Geest achter gebracht dat hij met God in rekening staat, dat hij tegen God zondigt en dat hij de gemeenschap mei God mist. Maar vrucht van de wedergeboorte is nu dat zo'n jongen of meisje temidden van dat alles toch naar de Heere vraagt en verlangt. Zo wordt het de worsteling 'hoe word ik tot God bekeerd' en vaak zal het gebed zijn: ..Heere. doorgrond en ken mijn hart”.
Deze droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. Dan wil je zo leven, dat Zijn Naam geen oneer aangedaan wordt. Hoezeer je hierin vaak jezelf tegenvalt, toch ligt in dit leven meer vreugde dan de wereld ooit bieden kan. omdat de Heere wel eens iels van Zijn gunst doel ervaren. Zo komt er een jezelf toebetrouwen aan Hem, een hartelijke omgang mei Hem. Hoezeer je ook telkens ervaart dat onze zonden in de weg slaan en scheiding maken. De liefde dringt zo iemand om bij de Heere en Zijn gemeente te willen horen. Als het werk van de Heilige Geest wat doorgaat in zo'n hart. worden zonde en schuld grote werkelijkheden en dat tegenover een rechtvaardig en goeddoend God. Alle pogingen van levensverbetering, bidden enzovoort, om zelfde vrede met God te herstellen, leiden schipbreuk. Dan gaan we denken dat het onmogelijk is voor zo één. Maar in die weg wil de Heere de weg der zaligheid in het Evangelie in Christus juist openbaren. Dan is het een wonder dal het voor zo één nog kan. Als er enig zicht mag ontstaan op Zijn heerlijkheid en gewilligheid en op eigen onmacht om God te dienen dan is er verbrokenheid en verwondering dat daartoe nu juist Jezus gepredikt wordt. Zo gaat hel geloof doorbreken door de Heilige Geest. Dat doet met zonde en verlorenheid op Hem hopen en naar Zijn Woord vragen.
Als je aan jongeren vraagt, 'wil je de Heeren vrezen, wil je bekeerd worden? ', dan zullen veel jongeren ja' zeggen. Wanneer je dan vervolgens vraagt: 'vrees jij de Heere? '. dan zullen er van die ja-zeggers veel 'nee' zeggen. Kan dal? Kunnen we de Heere wel willen vrezen en het toch niet doen?
Ten diepste kan dit niet. maar ja. zo hoor je dat wel in de praktijk zeggen. Ik denk dal hier een stukje kerkelijke opvoeding aan ten grondslag ligt. Niemand zal zeggen, dat hij niet bekeerd wil worden. Wat houdt 'bekeerd worden" in'? Dat is een totale omkering van de zonden, van de wereld en van je zelfgenoegzaamheid af en een loekcring naar God. naar Zijn Woord, naar Christus. We kunnen natuurlijk een keurige belijdenis hebben, maar ten diepste zitten we allen zo vast aan de zonden, dat we er niet van af willen. Niemand breekt uit zichzelf met de zonde. Daarom: er is een wonder van de Heilige Geest nodig in ons leven. De catechismus begint met te zeggen dal het nodig is te weten hoe groot mijn zonde en ellende is. Dat woord 'zonde' staat daar in alle konkreetheid. Dat kan bij iemand bijvoorbeeld zijn dat hij zo in zijn werk opgaat, dat zijn werk zijn afgod is. Zonde is ten diepste dat de Heere niet de eerste plaats in ons leven inneemt. Bekering houdt in dat er een breuk met de zonde komt en een zoeken voor de Heere te leven.
Waarom vinden wij het vaak zo moeilijk om te belijden: ..Ik heb de Heere lief'. Als de Heere nu zoveel werk aan je ten koste legt en je legt geen getuigenis daarvan af. komt de Heere dan wel voldoende aan de eer. die Hem toekomt?
Ten eersle moeten we bedenken dat niemand van nature de Heere liefheeft, hoeveel arbeid de Heere ook in de uitwendige roeping aan ons ten koste legt. Dat is heel erg en dat is ook onze schuld en schande. Maar tegelijk moeten we duidelijk stellen dat er eerst iets van Zijn liefde in ons hart uitgestort zal moeten zijn. Vervolgens is het helaas waar dat nauwelijks spreken over geestelijke zaken onder ons helaas al te vaak voorkomt. Aan de andere kant kan ik ook niet onder de indruk komen van mensen die zo makkelijk zeggen: ..Ik heb de Heere lief'. Het ware geloof kent hel gebed 'Doorgrond en ken mijn hart". Het kent schroom omdat het zichzelf zo vaak tegenkomt.
Je kunt de vraag misschien ook zo stellen: ..Waarmee leggen wij getuigenis af? " In de eerste plaats, denk ik. met ons zijn. met onze manier van onder de mensen verkeren, met de manier waarop wij over de dingen van de Bijbel spreken. Ik denk dat een kenmerk van de dienst des Heeren is: zo te willen leven dat Zijn Naam geen oneer aangedaan wordt. Want achter mijn leven zie ik de Naam des Heeren. Dat komt voort uit de liefde tot Hem. Daarbij val je jezelf tegen en dat geeft gebed. Die teerheid is toch een grondtoon
die richting geeft aan de levenswandel in de vreze des Heercn. Als iemand wat opwas in het leven deigenade mag kennen, dan zal hij er vaak wat 'gemakkelijker' over spreken.
Is het voor jongeren niet moeilijker om de Heere te vrezen clan voor ouderen?
Hel is de Heilige Geest Die ons stilzet en dan wordt het anders in ons leven. Dat ligt voor een jongere niet anders dan voor een oudere en in die zin is het niet moeilijker. Wel is het voor jongeren zeker onder elkaar moeilijk om le spreken over geestelijke zaken en daarnaar te leven. Er zal dan toch vaak het gevoel zijn dal je een aparte bent. Maar ik denk dat dat ook voor ouderen geldt op hun werk of zelfs in hun gezin waarin het geen gewoonte is over deze dingen te spreken.
Er staan in de Bijbel verschillende dingen over jonge mensen. Ik denk bijvoorbeeld aan Psalm 8:3. Spreuken 8:17. Lukas 18:16 en Joel 2:28. Wat hebben deze teksten ons te zeggen?
Ten eerste zijn het. dacht ik. algemene beloften voor de Kerk dal de Heere uit de jongeren Zijn gemeente zal bouwen. Daar is voor de Kerk verwachting bij de Heere vandaan. Soms ook wil de Heere vanuit zulke woorden troost geven ten aanzien van jongstervende kinderen. Hij schenkt dan werkzaamheden met en geloof vanuit z.o'n schriftwoord dat een jonggestorven kind goed heen is.
Maar soms worden jongeren persoonlijk aangesproken, zoals in Spr. 8:32 en Pred. 12:1?
Jonge mensen worden aangespoord de Heere vroeg te zoeken. Niet als een rechthebbende. maar 'wie Hem nced'rig valt te voet. zal van Hem Zijn wegen leren'. De dienst des Heeren is zo waardevol, je zult er nooit spijt van krijgen. Zie toch. juist als je jong bent. de rijkdom van de dienst des Heeren. Het komt Hem toe. Hij is het zo waard gediend te worden, en je zult er geen spijt van krijgen.
Ik denk in dit verband aan Spreuken 9. Aan het begin gaat de roepstem van de Heere uit: ..Wie is slecht, hij kere zich herwaarts". En aan het eind van dat hoofdstuk gebruikt de zotte vrouw (symbool van zonde, wereld, duivel) precies dezelfde woorden. Dat vind ik een heel heldere weergave van de twee lokstemmen die vooral tot onze jongeren komen. De zonde en wereld trekken met geld. carrière, vermaak, seks enzovoort. Maar de Heere is in Spreuken 9 de Eerste Die roept. Zo ook bij ons: Hij liet ons reeds als kind dopen. En de zotte vrouw biedt aan 'gestolen wateren' en het einde is de dood. Maar de Heere houdt hel leven voor. De Heere nodigt welmenend en hartelijk allen die onder het evangelie zitten. F.n in het bijzonder nodigt Hij als het ware de jongeren. Hij nodigt en waarschuwt. Denk aan je Schepper in de dagen van je jeugd eer dat de kwade dagen komen en de jaren in welke je zeggen zult: ik heb er geen lust meer toe. Zoekt daarom de Heere terwijl Hij te vinden is: roept Hem aan terwijl Hij nabij is. Verlaat de slechtigheden. Vraagt naar Zijn sterkte (lees ook D.L. II.5 en III/IV.8).
Toch ervaar je dal je hel niet zelf kunt.
Wanneer de oproep klinkt 'bekeert u'. dan is de reaktie vaak: 'een mens kan zich niet bekeren'. Wijlen ds. Van Haarcn schrijft dan: ..Heb je het weieens geprobeerd? Eén van beiden: of het is de nood van je ziel en dan weet de Heere ervan, of je praat anderen na. F.n met het laatste kun je niet voor God bestaan.”
Anderzijds moeten we niet in de remonstrantse dwaling vervallen: God roept de mens. dus heeft de mens hel vermogen het evangelie aan te nemen. De gevallen mens verkeert in zijn doodsstaat voor God. Maar hij is ten volle verantwoordelijk. En tegelijk is het volkomen waar dat niemand tot Christus komt. tenzij de Vader hem trekt. De toepassing door de Heilige Geest is nodig. Alleen wie wederomaeboren is. komt
lol hel gelooi in de van hel I vangel ie. roepstem
Uiii beiekc 'ut het 'je hart cutn de Heen geien' (Spr 2< )' Hel haii is hei ccniiuni van ons leven. I)e lleere roept en als Schepper en in hel 1 \angelie de hele mens. niet alleen liet gevoel, ol''alleen hel versland. Als dat Woord krachl gaal doen (door de Heilige Geest), dan ga je leren hoe je hart afkerig van de Heere is. Enerzijds trekt het hart. waarin de Heere dan werkt, naar de Heere toe. anderzijds leer je hoe onmogelijk hel is zelf je hart aan de Heere te geven. Zo wordt de bede werkelijkheid: Heere bekeer Gij mij. zo zal ik bekeerd zijn.
De tekst uit Jesajci .5.5. 'O. alle gij dorstigen, komt tot de wateren....'. sluit hierbij aan en wordt ook vaak in een preek aangehaald, maar hoe is dat 'tot de Heere gaan ? In de nodigingen die in het Woord staan, ligt verschil. Een tekst als 'Wendt u naar Mi j toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde' (Jes. 45:22). is algemeen. Hier in Jesaja 55 heb je geen uitspraak die gericht is tol dorstigen. Calvijn merkt bij deze tekst op dat de juiste voorbereiding om te komen is dorstig te zijn. Natuurlijk moeten we er dan achter denken: .Hoe wordt een mens dorstig? ". Dal is door het werk van de Heilige Geest. Zo ga je de dorsl naar God ervaren, waar Psalm 42 over spreekt. Je kunt niet meer buiten Hem leven, en toch zijn het je zonden die scheiding maken. Dat heimwee kun je zelf niet vervullen. Het schuldbesef zelf niet wegnemen.
‘Komen tot....' is dat komen tot Christus in het gebed of moeten we hier iels anders onder verstaan?
Dat heimwee in je hart doet je bidden: de zondelast maakt je bedrukt en bevreesd omdat je ziet dat je zo niet voor God kunt verschijnen. Als daar dan nog bij komt dat je ervaar! vanuit jezelf het Evangelie niet te kunnen aannemen, raak je helemaal in de klem. Het is het geheim van het werk van de Heilige Geest. Die dan voor de bevrijding zorgt.
Het betekent dat je je eigen ellendigheid en dorst en onmogelijkheid in 1 evend. daarvan gaat afzien. Door de werking van de Heilige Geest wordt op de nodiging van het Woord de blik omhoog gericht op de beloften van het Evangelie en op de Belover van het Evangelie. Dat is het geheim datje de vervulling van die geestelijke dorst nu niet meer. zoals je voorheen vaak hebt gedaan, zoekt in en bij jezelf, maar buiten jezelf in die Ander. In jezelf is alleen maar ellende, maar in Hem is de vervulling te vinden, de rust van de ziel en de vredige gemeenschap met de Heere. Daarom krijgt Hij zo'n grote waarde, omdal Hij de Vervuiler van al mijn nood wordt en dan gaat Hij die dorst lessen met Zichzelf. Dat werkt een omzettende verootmoediging en verwondering uit dat de Heere naar zo'n zondaar wil omzien. ..Hartelijk zal ik U liefhebben". zeg je dan.
Heeft een tekst als Jesaja 55:1 alleen een boodschap voor dorstigen of ook voor iedereen? De Schrift is heel rijk en heeft voor allerlei mensen in allerlei situaties een boodschap. Als er bijvoorbeeld staat 'verlaat de slechtigheden'. is dat een oproep tot mensen die in bepaalde zonden leven om deze te verlaten. Hen tekst als 'Komt allen lot Mij die vermoeid en belast zijl', is een boodschap tot vermoeiden en belasten. In aansluiting bij Calvijn en Hellenbroek zou ik willen zeggen dat bijvoorbeeld Jesaja 55:1 toch een boodschap heeft voor alle Adamskinderen. Want alle
mensen zijn van nature dorstig, in die zin dat ze iets missen, namelijk de gemeenschap met God. De vraag is ol' men zich daarvan bewust is. Van nature niemand: isschien wel met het verstand maar niet met het hart. Toch heeft zo'n schriftwoord wat te zeggen tot die mensen. ..F.r is niemand voor wie Christus niet nodig is", zegt Calvijn. ..F.n daarom worden allen hier genodigd." Natuurlijk weet hij ook wel dat 'degenen die verzadigd zijn van aardse begeerlijkheden geen plaats zullen inruimen voor Christus'. Hellenbroek zegt dan naar aanleiding van Jesaja 55:1 tot mensen die niet dorstig zijn: .Let op uw nood: verweeg de toekomst die verschrikkelijk zal zijn: ie het geluk van de heilsgoederen: et op het vrije aanbod. Loopt zo ellendig als ge zijt tot de volle Jezus en leg u zo zondig, verdoemelijk, zo machteloos als ge zijt aan zijn voeten neer en wens op alle voorwaarden door Hem behouden te worden. Wacht op reinigmaking...”
Wanneer het gaat over hei komen tot Christus wordt er weieens bijgevoegd dat we met lege handen moeten komen. Wat wordt daarmee bedoeld? Dat je geen waardigheid moet leggen in je gebed, in je belijdenis van zonden, in het verlaten van de zonden, in de begeerte om tot Hem te gaan. Dat zijn op zichzelf wel goede werkzaamheden, die ook wel gekend moeten worden, maar ze zijn geen grond voor de zaligheid, 't Kan zijn dat we op een punt komen dat wc voor deze werkzaamheden niets meer kunnen rekenen. Komt dan maar met lege handen, zo ellendig, zo schuldig als je bent.
Als we het gesprek samenvatten, dan is naar voren gekomen dat een leven in de vreze des Heeren is dat je je meer en meer bewust wordt van je eigen zonden en onmacht, dat je de Heere in alles nodig krijgt en ook dat er een tere levenswandel gevonden wordt. Een ander aspekt van een leven in de vreze des Heeren is de blijdschap en het vermaak waar bijvoorbeeld Psalm 84 over spreekt. Kunt u daar nog wat over zeggen?
Het vermaak in de dienst des Heeren is zeker een aspekt. Ook het bewonderen van de Heere in Zijn wijsheid, het opmerken van de hand des Heeren en Zi jn leiding in je leven, in je werk. maar ook in het wereldbestuur. De Heere erkennen in Zijn grootheid, goedheid, wijsheid, liefdevolheid. ook in Zijn kastijding en terechtwijzing, hoort wezenlijk bij de vreze des Heeren. Er komt dan een vreugde in de Heere en Zijn dienst. Deze blijdschap, of beter gezegd dankbaarheid, zal zich voornamelijk uiten in het onderhouden van Gods geboden en het gebed. Zo tekent de catechismus het leven der dankbaarheid van de christen die voor Hem zoekt te leven en Hem telkens nodig heeft.
Zie je bij Gods kinderen niet vaak dat de droefheid overheerst en je van de vreugde weinig merkt? Wat betekent dan een tekst als 'Verblijdt u te allen tijd' (l Thess. 5)?
Ik zou bij Gods kinderen liever willen spreken van een vreugde met schroom. Ik bedoel daarmee dat het een vreugde is die zich niet uit op een wereldse manier. Tegelijk is het een blijdschap die alle verstand te boven gaat. Het is gemengd met verwondering en verootmoediging dal de 1 Jee re zo goed is voor zo'n slecht mens. De Zone Gods gaf Zijn leven voor vijanden die ook na hun bekering weglopers en zondaars blijven. Daarom wordt de blijdschap door schroom getoonzet. Het gaat niet om de blije mens, maar om de grote God. En daarbij: telkens is er de zonde, die de blijdschap in en de gemeenschap met de Heere verstoort. Deze schroom maakt de blijdschap van de christen wezenlijk anders dan de blijdschap van de wereld. Tegelijk mag je zeggen dat de vreugde in God door Christus, wanneer de Heilige Geest die werken wil. het ganse hart en het ganse leven vervult. Daar blijft geen leegte bij over. geen wrange nasmaak en geen verwijt. Nee. dat mag met volle teugen uitgezegd en uitgezongen worden. Hier af en toe. Straks ongestoord.
Arjen van Trigt
Jan de Wildt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1992
Daniel | 32 Pagina's