Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In gesprek met… ds. Zwartbol

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In gesprek met… ds. Zwartbol

Omgaan met de jeugd

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de pastorie te Stavenisse worden we gastvrij ontvangen door ds. Zwartbol en zijn vrouw. Liever geeft hij geen interview, maar na enig aandringen van de redactie is hij toch hiertoe bereid.

Wilt u kort vertellen hoe u tot het ambt gekomen bent?
Als we ons niet bedriegen, hebben we hier heel lang mee gelopen, wel tien jaar. We werden toen in Kinderdijk geroepen tot het ambt van ouderling en dachten eigenlijk: misschien slaat de roeping daar wel op. Maar de roeping en de last om een woord te spreken, konden we toch niet kwijt raken. Ik heb wel gevraagd: “Heere neem het toch van me af en wilt U het mij vanuit Uw Woord bekend maken hoe het is?” Uit de nood der ziel, onder biddend opzien nam ik de Bijbel en las die woorden uit Gods Woord: En Ik leg Mijn woorden in uw mond, en bedek u onder de schaduw Mijner hand, om den hemel te planten, en daar ging kracht vanuit. Ik werd ervoor ingewonnen. De opdracht was: Predik het Woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. En: zie Ik zende u als schapen in het midden der wolven. Ik heb vijf jaar in Ede/Wekerom gestaan en daar een goede tijd gehad. Ik wilde niet weg, maar moest. Een klein jongsken zal ze drijven, sprak de Heere. Lichamelijk werd ik afgebroken. Ik werd toen ziek en totaal ontkracht en kon haast niet meer lezen en wist niet wat ik doen moest. Toen las ik ten laatste in de Evangelische Jesaja van Ds. Hellenbroek onder de verzuchting of de Heere mij nog de weg wilde wijzen, deze woorden aan het eind van de verklaring van dit vers: “Stel u altoos toch gans handelbaar aan: Is er een stem achter u die u toeroept, dit is de weg, wandelt in denzelven; stelt u eenvoudig onderwerpelijk en waarhenen de Geest is om te gaan, gaat daar toch. En dan kan Ik u verzekeren, ’t zal u zo liefelijk, zo nuttig, zo zalig zijn.” Mijn verzet moest en mocht ik opgeven en God alleen bleef over. Verwondering en aanbidding en geen plaatsje meer waardig te zijn en toch een plaatsje in Stavenisse gekregen.

U bent naast al het andere werk dat u te doen hebt, lid van het bestuur van de Rehobothschool. Wat ziet u als uw voornaamste taak?
In Stavenisse is het traditie dat een dominee of andere ambtsdrager zitting heeft in het bestuur. De kinderen hebben ook een plaatsje in mijn hart, kan ik wel zeggen. De nood ervan wordt gevoeld. Het bewaken van de identiteit zie ik als mijn voornaamste taak. We willen weten welke lesstof geboden en hoe het onderwijs gegeven wordt. Ik probeer regelmatig de school eens binnen te lopen, ook in de pauze wel samen koffie te drinken. We gaan ook op bezoek in de klas en bespreken dan met het personeelslid hoe we dat ervaren hebben. Ze kunnen ook zelf hun vragen stellen. Daarna wordt verslag gedaan aan de directeur en in de bestuursvergadering is dit een vast agendapunt.

Computers, en in het algemeen ICT, worden steeds belangrijker. Jongeren hebben hierin een grote voorsprong op ouderen. Zou een soort media-educatie voor de jongeren niet gewenst zijn? Of is distantie beter dan leren verantwoord om te gaan met de moderne media?
De leerlingen wegwijs maken in de mogelijkheden van ICT is niet verkeerd. Met name ook dat ze zich bewust zijn van mogelijkheden, maar ook de gevaren die er ook aan verbonden zijn. We hebben op school ook digiborden en je kunt daar mooie dingen mee doen. In het gebruik van ICT moeten we wel terughoudend zijn. Maar dit onderwijs moet niet in de zin van de begeleide confrontatie zijn. Daar ben ik helemaal op tegen. Lees maar eens wat Teellinck ervan zegt. Je moet ze niet met het kwaad confronteren. Ze weten vaak toch al meer dan goed is.

In een artikel over catechese werd gewaarschuwd voor een niet te remmen vernieuwingsdrang waarin sommige kerken terecht zijn gekomen. De auteur schreef dat in het verband van de eenvoud in leer en leven waarbij we bewaard zouden moeten worden. In deze tijd van veel weelde is die eenvoud soms ver te zoeken. Ligt hier niet een taak voor gezin, kerk en school? Zo ja, welke taak ziet u dan voor elk weggelegd?
We zitten allemaal midden in de vernieuwingsdrang. Waarschuwen tegen de zucht naar weelde is goed, maar ik moet zeggen dat we (denk ik) er niet zo veel mee te maken hebben. In Ede/Wekerom is het over het algemeen een eenvoudige gemeente en in Stavenisse leeft dit ook niet zo.

Wat gebruikt u bij de voorbereiding van de catechisatie?
Ik geef catechisatie uit de boekjes van Ledeboer en Hellenbroek. Als voorbereiding gebruik ik allereerst Gods Woord met de kanttekeningen. Ook de Aantekeningen van ds. Fraanje, Aegidius Francken ‘Kern der christelijke leer en catechisatieschetsen’; ‘Catechisatieschetsen’ van J. de Jager, ‘Maandagse Catechisatiën’ van Smytegelt en Watson. Ik houd het graag bij het oude. Bij alle vragen noteer ik een aantal aandachtspunten. Je moet blijven studeren. Een goede voorbereiding is echt nodig.

Komt het over bij de jeugd?
Ik denk het wel. Het is wel moeilijker om het aan de jongeren van 13 tot 17 jaar te brengen, al heb ik er gelukkig in het algemeen niet echt problemen mee. Ik stel veel vragen en ze komen zelf ook met vragen. Bijvoorbeeld over de psalmberijming. Waarom zingen wij Datheen? Daar ga ik uitvoerig op in en dat vergt wel een goede voorbereiding. Er waren toch dichtgenootschappen betrokken bij 1773 waar de geest van de Verlichting ingang had gevonden. Die van Datheen is in de strijd, de vervolging, geboren.

U gaat niet allerlei hulpmiddelen gebruiken om de stof over te dragen? Een bord, flap-over en dergelijke.
Power point zou ik niet doen. Er is niets tegen het gebruik van een bord, maar ik doe het zelf niet. Ik probeer de geloofsleer over te dragen. Met het vertellen van persoonlijke ervaringen moet je oppassen, al kan het wel eens op zijn plaats zijn. Predik het Woord, zo is het ook bij catechisatie.

De kloof tussen jongeren en ouderen is er ook (enigszins) op het gebied van de taal. Wat kan of moet eraan gedaan worden om de boodschap die in kerk en op catechisatie gebracht wordt, ook voor de jeugd zo verstaanbaar mogelijk te maken? Of hoeft de boodschap niet eenvoudiger te zijn, maar moet de jeugd meer kennis van de taal van de Bijbel en godsdienstige termen worden bijgebracht?
Eenvoudiger hoeft niet. Ik houd niet van populair taalgebruik. Laat de jeugd maar opgroeien bij oude termen. Ze raken anders vervreemd van het taalgebruik van Gods Woord en de oudvaders. Ik hoop dat ze die toch lezen. Voor de periode tussen Kerst en Oud en Nieuw vraag ik de catechisanten één preek te lezen. Ik zeg erbij: Vraag dan voordat je eraan begint of de HEERE het wil zegenen. Ook vraag ik op een briefje de punten, het thema en liefst nog een uittreksel te geven van de preek. Ze doen het bijna allemaal en sommigen geven heel uitvoerig de inhoud van de preek, bijvoorbeeld van Smytegelt weer. De briefjes behandel ik op de catechisatie en ga dan op enkele punten in. Ze moeten wel zien dat je er iets mee doet.

Men zegt wel: De dominees gebruiken zoveel gezelschapstaal. Die staat toch niet altijd in Gods Woord.
Ik ben daar zelf voorzichtig mee. Ik probeer bij Gods Woord te blijven. Ik gebruik de oude woorden die daar in staan, wel. Je moet ze wel uitleggen. Dan valt het wel mee met het begrijpen. Smytegelt vinden ze soms al moeilijk! In die tijd werd er toch zo gepreekt, terwijl veel mensen niet konden lezen of schrijven. Toch was er veel zegen onder die preken. Nu zijn ze dikwijls hoog opgeleid en ze snappen het niet meer. Waar ligt dan het probleem, als we eerlijk zijn? Er komt ook altijd nog veel jeugd in de kerk. Dat verblijdt ons toch steeds weer, ook in de doorde- weekse kerkdiensten, en we ervaren het toch wel dat er onder de jeugd nog meer leeft dan wij soms denken en dat ook met betrekking tot Gods Woord.

Er wordt wel eens gezegd dat God Zijn hand zo stil houdt in deze tijd. Onder de jeugd zien we weinig werkelijke bekommering over het zielenheil. Ziet u nog toekomst voor de jeugd?
De tijd is zeer ernstig en nog veel ernstiger dan wij denken, maar toch is er hoop voor de jeugd. De Heere heeft mij als ik me niet bedrieg, tot twee maal toe bepaald bij deze woorden: Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween en uw ogen van tranen, want er is loon voor uw arbeid, spreekt de HEERE en er is verwachting voor uw nakomelingen. En ook bij deze tekst: En maakt de huisgezinnen als kudden. De oude ds. Van de Meer is hier ook al eens bij bepaald geworden in zijn leven. Zo sterk dat hij meende het nog mee te zullen maken.
Ik heb in Papendrecht voor de jeugd gesproken. Eigenlijk was ik er niet zo voor, voor die bijeenkomsten, maar ik moest mijn mening wel herzien. Ik sprak over “het krachtigste wapen” en heb daar veel vragen gekregen. Soms ontroerende vragen, waar de nood van de ziel uit sprak. Ik heb toen tegen mezelf gezegd: Ik heb niet geweten dat dit er ook nog is. Ik geloof zeker dat er nog toegebracht zullen worden, maar wat daaraan zal vooraf of mee samen gaan, weten we niet. Het kan in de benauwdheid der tijden zijn. Er zijn veel verkeerde dingen van de jeugd te zeggen, maar we moeten toch nooit negatief zijn over de jeugd. De jongeren hebben het ook moeilijk in deze tijd. En zoals ik al gezegd heb, de jongeren komen ook door de week nog naar de kerk. Ze willen het Woord toch nog horen. We moeten in de preek ook niet negatief zijn, dus niet alleen zeggen wat het niet is, maar bovenal ook wat het wel is. Lodenstein zou zeggen: “Anders krijgen we een negatieve godsdienst.”

Merkt u ook dat jongeren niet zo lang achter elkaar kunnen luisteren of valt dat mee?
Het valt mee, maar ik vind wel dat alles met orde moet gebeuren, ook wat de duur van de preek betreft. We hebben hier drie keer op een zondag dienst en ze zijn niet veel langer dan anderhalf uur. Door de week kan dat wel eens wat anders zijn, maar ook dan moeten we op de tijd letten. Uitzonderingen kunnen er zeker wel eens zijn, maar men moet er ook geen gewoonte van maken.

Gaat u in (met name) de catechismusprediking ook in op actuele ontwikkelingen in de maatschappij en wijst u hen op gevaren die in deze tijd dreigen?
Ja, ik ga soms in op dingen die op dat moment spelen. Gaat het over de zondagsheiliging, dan kun je verwijzen naar berichten in de krant over de openstelling van winkels en de 24-uurseconomie. Ik vertel dan wel eens over een moeder die van haar kinderen een vakantie van een week in een hotel aangeboden kreeg. Ze zei: Ik heb zulk een goede Koning, Die geeft me niet een week of nog wat meer dagen, maar 52 rustdagen.
Maar dan stel je ook de vraag daarop: En zelf, wat doe ík dan op zondag? Als ik gepreekt heb en wij komen thuis, brengen we dan een groot deel van de dag slapende door? Je moet tenslotte proberen toch met de waarheid tot jezelf in te keren. Of als het gaat over het gebed. Jongens, hoe doe je dat als je op het schip bent? Bid je voor het eten als je op je werk bent of doe je het maar gauw even zo dat niemand het ziet? Zo gebeurt het wel eens vaker dat je aan de hand van het dagelijkse leven en actuele gebeurtenissen iets zegt in de preek.

U bent ook bij de koning en de koningin op bezoek geweest, las ik. Dat is wel een bijzondere gebeurtenis.
Ja, een keer bij de koning en ook een keer bij de koningin. Dan zie je hoe zenuwachtig mensen zijn als ze op bezoek gaan bij een aardse koning(in). Hoe moet het dan toch zijn als we voor de Koning der koningen moeten verschijnen? Je wordt zo maar niet toegelaten bij de koning. Je moet een toegangsbewijs hebben. Je moet je kunnen legitimeren. Dat wordt één en andermaal gevraagd. Dan wordt er ook nog nagegaan of je wel op de lijst van personen staat die door de koning genodigd zijn. Zo zal het er toch maar op aankomen of onze namen geschreven zijn in het boek des levens. Anders zullen we niet toegelaten worden.

Veel mensen, waaronder zeker ook de jeugd, staan kritisch tegenover het instituut ‘de kerk’. Wat zal volgens u uiteindelijk de jeugd het meest aan de kerk kunnen binden?
Ik kan niet zeggen dat de mensen van de Oud Gereformeerde Gemeenten zo kritisch zijn of dat er zo veel kerkverlaters zijn. In Ede/Wekerom heb ik het bijna helemaal niet meegemaakt en ook hier komt dat weinig voor. De jeugd bind je niet door allerlei activiteiten zoals gezellig bij elkaar zijn en daarna een strandwandeling maken en allerlei verenigingen. Calvijn zegt: Als Gods Woord het niet meer doet, wat moet het dan nog doen! Dat Woord alleen, gepaard met Gods Geest kan zijn kracht doen.

Dat is zeker waar. Maar u was toch wel positief over de jongerenavond in Papendrecht. Zo worden er op veel plaatsen jongerenavonden georganiseerd. Ze staan onder toezicht van de kerkenraad.
Ja, het hangt wel veel af van de manier waarop zo’n avond ingevuld wordt. Wat ik belangrijk vind, is dat de drempel om naar de pastorie te komen, ook voor jongeren, niet hoog is. Ze komen hier zeker wel eens praten als ze ergens geen raad mee weten. Dat kost soms heel wat tijd, maar ik heb dat er wel voor over.

Hebt u nog een opmerking ter afsluiting?
Het is een tijd van verwarring, ook op kerkelijk terrein. Ik heb te doen met onze jeugd. Ze weten soms niet meer wat ze ervan moeten denken. Toch volvoert God Zijn raad dwars door alles heen. Wij zeggen wel: het gaat niet goed. Maar het gaat wel goed. Er zullen er nog moeten worden toegebracht. Wat zo gemist wordt, is de beleving van de schuld. Dat bepraten helpt niet. Als God de mens in de schuld brengt, gaat de mond dicht. Mijn wens is ook dat nog eens bij elkaar gebracht mag worden wat werkelijk bij elkaar hoort.

Dominee, hartelijk dank voor de tijd die u hebt willen vrijmaken voor dit interview.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Criterium | 32 Pagina's

In gesprek met… ds. Zwartbol

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Criterium | 32 Pagina's