Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De overstap van V(W)O naar WO

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De overstap van V(W)O naar WO

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het laatste nummer van de vorige jaargang had als thema De overstap. Zowel leerlingen als leerkrachten die een overstap maakten, gaven een impressie. Om het beeld compleet te maken alsnog een bijdrage van Annerieke Schreuder, die de overstap maakte van het V(W)O naar de universiteit.

Mijn naam is Annerieke Schreuder, ik ben 18 jaar oud en inmiddels 2e-jaarsstudente Nederlands. In dit artikel wil ik een korte impressie geven van hoe ik de overstap van het V(W)O naar het WO heb ervaren.

Als leerling maak je diverse overstappen in je leven en elke ervaar je dat weer anders. De eerste (bewuste) verandering was van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Ik was hard toe aan een nieuwe uitdaging, na zeven jaar basisonderwijs. Mijn VO-loopbaan is gestart in Barneveld, op het toenmalige Witsiuscollege. Na drie jaar onderbouw daar, vervolgde ik mijn schoolloopbaan in Amersfoort op het Van Lodensteincollege. Ik koos het Economie en Maatschappijprofiel, met als extra vakken biologie en Latijn.

Juni 2011 was het zover; ik was geslaagd voor mijn examens en dus mijn diploma op zak. Op dat moment voelt het best ‘leeg’, je hebt geen school meer waar je op terug kunt vallen. Klasgenoten verlies je uit het zicht. Je hebt een studie in het vizier, maar je hebt geen flauw idee wat je moet verwachten en bent ook best wel een beetje onzeker; gaat het allemaal wel lukken?

Studiekeuze
De weg van studiekeuze ging daaraan vooraf en dat was een weg met flink wat hobbels en kuilen. Was ik er eerst van overtuigd dat ik psychologie wilde studeren, toch kreeg ik daar ineens mijn twijfels bij. Er kwam een moment waarop ik alleen wist dat ik ‘iets met mensen wilde’. Bestuurskunde, bestuurs- en organisatiewetenschap, onderwijskunde, economie – het is allemaal de revue gepasseerd. Maar bij geen enkele van die opleidingen had ik het gevoel: ‘Dit is het!’. Op een voorlichtingsdag van de Universiteit Utrecht ben ik toen naar een hoorcollege Nederlands geweest. Maar één college gevolgd, ik zou niet meer weten waarover het precies ging, maar ik was verkocht. Dit wil ik, dit wordt het. En om u niet langer in spanning te houden: spijt heb ik nooit gehad. Er zijn nog diverse buien van twijfel overheen gegaan, maar in april 2011 heb ik me toch ingeschreven voor de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Utrecht.

Universiteit Utrecht
De keuze voor het WO was een bewuste. Ik wilde liever niet naar het HBO, omdat het beter bij mij past om me eerst in de theorie te verdiepen en dan pas praktijkgericht bezig te zijn. Daarnaast vond ik het prettig dat ik met een universitaire studie (naar mijn idee) meer mogelijkheden heb om me te ontwikkelen, met name omdat de studies vaak ‘breder’ zijn dan op het HBO.

De beslissing om in Utrecht te gaan studeren was snel gemaakt. De Universiteit Utrecht staat goed bekend, heeft, volgens diverse onderzoeken, de beste opleiding Nederlands en is voor mij goed te bereiken. Van deur naar deur doe ik er ongeveer vijf kwartier over, zodat ik wat afstand betreft ook niet op kamers hoef. ‘Hotel Mama’ biedt mij het voordeel van niet zelf hoeven koken, wassen en poetsen. Ook heb ik in mijn woonplaats Barneveld mijn vriend(en) en een bijbaantje op het Van Lodensteincollege, dus eigenlijk geen redenen om direct op kamers te gaan.

Omdat ik nog thuis woon, ben ik ook niet op een studentenvereniging gegaan. Ik heb wel bij DC gekeken en ook de Gereformeerde Gemeente-kring bezocht en vond het ook echt wel gezellig. Aan de andere kant ben ik druk met mijn studie en baan en besteed daar liever een paar avonden in de week aan. Als ik in Utrecht gewoond had, zou ik het, denk ik, wel gedaan hebben, omdat het natuurlijk fijn is om daar nieuwe vrienden te maken en ervaringen te kunnen delen.

Verschillen
Ervaringen wisselen is in de eerste periode dat je studeert echt broodnodig, omdat de eerste fase van je studie bol staat van nieuwe indrukken. Als provinciaaltje reis je af naar een grote (wereld)stad, je weet heg noch steg te vinden en waar al die universiteitsgebouwen nu zijn en welke bus je moet nemen om daar te komen? Niemand die je dat vertelt. Dat is gelijk het eerste verschil met het VO: zelfstandigheid. Er wordt van je verwacht dat je zelf weet hoe, waar en wat ervan je verwacht wordt. Er is niemand die nog zegt: ‘vergeet niet te plannen, de toets komt eraan!’. De enige begeleiding is één tutor op 100 studenten die je zélf moet benaderen als er iets aan de hand is.

Wat nog meer een kwestie van wennen is, is dat men op de universiteit verwacht dat je wetenschap bedrijft en dat is iets heel anders dan wat je geleerd hebt op het voortgezet onderwijs. Zonder kritische instelling kom je nergens en het schrijven van een nota of paper wordt heel anders als je elke keuze moet onderbouwen.

Het derde grote verschil is het feit dat je van reformatorisch onderwijs naar een volkomen seculiere wereld gaat. Dat kan de eerste tijd best even wennen zijn, als je ineens een docent hebt die vol overtuiging de evolutietheorie bespreekt. Je bent er natuurlijk wel op voorbereid, maar het is altijd weer een ‘schok’ (en dat blijft het ook voor mij!). Ik weet nog goed dat ik de eerste dag al klaar zat met m’n handen samen om de dag te beginnen met zingen, Bijbel lezen en gebed. Dat zit er zo ingebakken, dat je het op dat moment eigenlijk ook pas echt leert waarderen.

Je merkt het verschil van levensovertuiging natuurlijk ook in de omgang met medestudenten. Nu is het niet zo dat ze heel erg geïnteresseerd zijn in wat jij denkt of gelooft. Iedereen moet het maar voor zichzelf weten, ‘doe waar jij je fijn bij voelt’, maar je moet ook niet proberen om iemand iets ‘op te leggen’ of te overtuigen. De enige vragen die jij krijgt hebben vaak betrekking op feesten (‘Ja maar, ik ken christenen die wel meegaan stappen in de disco!’) en uiterlijk (‘Er zijn toch ook christenen die een broek dragen?’). Je merkt ook dat het beeld van de SGP(-vrouwen) heel vertekend is. Ik krijg bijvoorbeeld een keer een uitnodiging van iemand om me te gaan naar een of ander feest. Ik bedankte vriendelijk en heb toen ook uitgelegd waarom ik dat niet deed. Waarop ik de vraag kreeg of ik ook SGP stemde. Zijn reactie bestond uit oprecht verbazing: ‘Huh, jij? Maar jij ziet er zo schattig uit!?’ De gedachte bij de SGP was dus vooral van een radicale sekte en nu ontmoette hij ineens iemand die deze vreemde overtuiging ook deelde … In zulke situaties is het belangrijk dat je rustig blijft, duidelijk probeert uit te leggen wat je mening is en als je het even niet weet om ‘bedenktijd’ vraagt. Zo kun je nog iets nalezen of opzoeken om op een heldere manier uitleg te geven.

Wat dat betreft, vind ik het heel belangrijk dat er op het VO niet alleen geïnvesteerd wordt in apologetiek, wat overigens heel handig is, maar dat er ook meer lesgegeven wordt in de kerkvaders. In een alfa-studie gaan de eerste colleges vaak terug op mensen die veel gedaan hebben voor het desbetreffende vak en vaak vallen er dan namen als Thomas van Aquino, Luther, Calvijn etc. Het is dan echt een pre als je op dat moment parate kennis hebt daarvan en dat miste ik nog wel eens. Ook kan ik het niet nalaten te zeggen dat ik enorm veel profijt heb van het feit dat ik examen heb gedaan in Latijn. Ik was er echt geen ster in, maar het komt zo vaak terug in je studie! De geschiedenis van welk vak dan ook (alfa én bèta!) gaat vaak terug op wijsgeren uit de Klassieke Oudheid (Plato, Aristoteles etc.) en het is heel prettig als je daar wat van gelezen hebt en dus al wat van weet. Ik ben er daarom ook een groot voorstander van om het onderwijs in de klassieke talen weer in ere te herstellen!

Een belangrijke ontdekking in mijn stap van het VO naar WO was het logo van de Universiteit Utrecht, dat bestaat uit een zon waarin rondom een Latijnse tekst staat geschreven. Deze tekst luidt: ‘Sol Iustitiae Illustra Nos’ en werd de Univeristeit meegegeven door Gisbertus Voetius in 1636. De betekenis van deze spreuk laat elke keer weer zien hoe je je als (jonge) christen(-student) in afhankelijkheid moet opstellen, in je doen en laten op de univeristeit. ‘Verlicht ons, Zonne der gerechtigheid!’.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Criterium | 32 Pagina's

De overstap van V(W)O naar WO

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Criterium | 32 Pagina's