Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Europa: christelijk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Europa: christelijk?

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Democratie hoort christelijk te zijn, of ze verdient haar naam niet. Een antichristelijke democratie is een karikatuur, die naar tirannie of anarchisme zal afglijden. Robert Schuman 1 Europa lijkt ‘van God los’. Er zijn veel christenen – waaronder vrijwel zeker het overgrote deel van de SGPstemmers – die dat betreuren. Er zijn zelfs seculiere intellectuelen die zo hun vragen of zelfs twijfels hebben bij een toenemende secularisering. 2 Daartegenover zijn er velen die een samenleven van God los alleen maar toejuichen. Ook in Europa?

Een verwijzing naar de christelijke wortels van de onze beschaving werd in 2003, in de preambule op het ontwerp van de Europese Grondwet, taboe verklaard. Zonder dat men zich nog te willen stilstaan bij de traditie waaraan deze waren ontleend, werden seculiere interpretaties van waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit tot richtsnoer voor politiek handelen verklaard. De vraag is of dat erg is. Moeten we er niet juist heel dankbaar voor zijn dat van oorsprong christelijke waarden de politieke agenda van Europa bepalen? Of is er meer aan de hand? Hebben die christelijke waarden een zodanig radicale betekenisverandering ondergaan, dat ze in haar tegendeel dreigen te veranderen?

Dit artikel verdedigt de volgende stellingen.

• Europa is in politieke zin het product van de Romeins-christelijke beschaving.

• De vrijheden die wij daarin hebben ontvangen, dreigen in het huidige antichristelijke klimaat dat domineert in de Europese instellingen in Brussel, verloren te gaan.

• Het opkomend populisme dient op zijn minst ook te worden gezien als protest tegen verlies van nationale soevereiniteit en christelijke politieke en culturele identiteit.

Het christendom: romeins…

Europa is, zo stelt filosoof Rémy Brague in zijn Europe, la voi romaine (1992)3 , een uitvinding van de Romeinen. Om te beginnen transformeerden zij een lokaal fenomeen (de klassieke cultuur van Athene) tot een internationale beweging (die van het zogenaamde hellenisme). Hetzelfde deed zich voor op het vlak van de godsdienst. Daar werd een eveneens lokaal fenomeen (de dienst aan de God van Israël) tot een beweging die zich verspreidde over de hele toenmalig bekende wereld (het christendom). In haar meest verheven uitingsvormen heeft deze beschaving steeds de kenmerken vertoond van wat de klassieken humilitas (bescheidenheid) noemden. Europeanen realiseerden zich niet zelf de scheppers te zijn van hun cultuur. Zij wisten zich blijvend schatplichtig aan de tradities van Athene en Jeruzalem.4 Gedurende de Middeleeuwen werd inderdaad Jeruzalem, en niet Rome gezien als het middelpunt van de wereld.

Brague haalt in dit verband de woorden van de dertiende-eeuwse franciscaan Roger Bacon aan:5

De wijsheid van de Latijnen is tot hen gekomen via vreemde talen; in werkelijkheid zijn zowel de hele Schrift als de hele Filosofie aan anderen ontleend.

Vernieuwing is in Europa gedurende het grootste deel van haar bestaan een kwestie van renaissance geweest: een steeds hernieuwde confrontatie met de bronnen van haar beschaving (ad fontes). Op deze manier was ze ook weer opnieuw in staat antwoorden te vinden op nieuwe uitdagingen. Daarbij is Europa zeer actief geweest – creatief, heel vaak ook destructief. De geschiedenis van Europa is er een van veel bloed, zweet en tranen. Via revolutie trachtte een christelijk Europa zich te ontdoen van haar Joodse wortels – of alles wat daaraan herinnerde (de geschiedenis van Marcion tot Adolf Hitler). Net zo goed als er perioden zijn geweest dat men zich van Europa van haar klassieke wortels wilde bevrijden om de geschiedenis vervolgens radicaal opnieuw te laten beginnen (van de doperse Jan van Leyden via revolutionairen als Robespierre en Marx tot een postmodernist als Michel Foucault).

Niettemin heeft Europa het onuitroeibare ‘antagonisme tussen Jeruzalem en Athene’ (Leo Strauss) gekoesterd en daaraan ook steeds nieuwe kracht en dynamiek ontleend.6 De klassieke deugden van Athene hielpen een gematigd Christendom het revolutionaire potentieel, dat Jeruzalem ook in zich had, te temperen. Daarbij bestond regelmatig (zeg maar: van Augustinus tot Aquino) de neiging de geestelijke bronnen waaruit zij putte al denkend tot eenheid te brengen. Maar tegelijk was er altijd ook het besef dat een samengaan van Kerk en Staat – met alle risico’s van tirannie en barbarij van dien – zich op basis van tradities die haar gevormd hadden, niet liet legitimeren.7

…Inclusief een scheiding van kerk en staat

De eerdergenoemde humilitas ontwikkelde zich niet omdat Europeanen daartoe van nature geneigd zouden zijn. Integendeel: ze was een correctie op de altijd aanwezige drang tot absolute macht bij zowel keizers, koningen als kerkelijke leiders. Net zoals de tradities van Jeruzalem en Athene in Europa weliswaar gezamenlijk optrekken, maar uiteindelijk niet tot elkaar kunnen worden herleid, zo geldt dat ook voor historisch gegroeide realiteiten waarin macht zich manifesteert. Het is onjuist om de daaruit voortvloeiende scheiding van geestelijk en wereldlijk gezag toe te schrijven aan de invloed van de Atheense democratie dan wel de moderne Verlichtingsdenkers. Al in het oude Israël vond de koning altijd de profeten tegenover zich. 8 En wanneer Jezus gevraagd wordt zich uit te spreken over wereldse zaken, dan weigert hij daarin de rol van scheidsrechter op zich te nemen. 9

Ondanks de politieke vertaling van de suprematie van het Christendom in het keizerschap sinds Constantijn, zou de gedachte dat het goddelijke en het menselijke of het kerkelijke en het politieke domein gescheiden zijn, kenmerkend blijven voor Europa. Dat leverde veelvuldig conflicten op. Denk aan de strijd tussen de paus en de vele keizers en koningen gedurende de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. Hoewel niet het resultaat van een vooropgezet plan, danken wij juist hieraan de opkomst van onze vrijheden.

Want, zo vatte Lord Acton samen in The History of Freedom in Christianity (1877):10

Indien de Kerk de tronen van de koningen die zij zalfde zondermeer was blijven ondersteunen, of indien de strijd snel was uitgelopen op een absolute overwinning van een van beiden, dan zou heel Europa zijn vervallen tot een despotisme als in Byzantium of Moskou. Want het doel [van zowel Kerk als koningen] was het absolute gezag.

Kenmerkend voor Europa is dat de uitkomst van die heftige strijd tussen troon en altaar positief is gewaardeerd als een legitieme uitdrukking van elementen die de traditie van zowel Jeruzalem als Athene ons aanreikt.

De erkenning dat er sprake is van een onherleidbare dualiteit van Kerk en Staat, heeft geleid tot de toekenning van grondrechten waarop elke burger in de verschillende landen van Europa aanspraak kan maken: vrijheid, niet alleen van geweten, maar ook van godsdienst en van meningsuiting.

…Nu bedreigd!

Ook die vrijheden waren het voorwerp van conflicten die Europa meer bloed, zweet en tranen hebben gekost dan ooit eerder in de wereldgeschiedenis vertoond. De aanval van totalitaire regimes van fascisme en communisme deden het oude continent op haar grondvesten schudden. Nadat het nazi-Duitsland van Hitler verslagen was, ontstond de gedachte aan nieuwe eenheid in Europa. Nooit meer oorlog was het devies. Zij het dat daarvoor nog wel eerst de dreiging van de Sovjet-Unie onder Stalin het hoofd diende te worden geboden. Toen ook dat conflict in het voordeel van de liberale democra-tische rechtsstaat was beslecht, leek het einde van de geschiedenis definitief aangebroken. 11

Voor sommigen was dat reden om te streven naar nog meer eenheid in Europa. Een eindeloze tijd van vrede en toenemende welvaart leek in het verschiet te liggen. En daarvan dienden zoveel mogelijk landen te profiteren. Dat alles uiteraard onder leiding van een Europese Unie die voortvarend aan de slag ging met economische ontwikkeling en het daartoe noodzakelijk geachte politieke eenheidsstreven.

Maar is dat wat we willen? Biedt Europa ons dezelfde vrijheden als de natiestaten die haar maakten tot wat ze nu is?

Zowel politiek filosoof Larry Siedentop, als oud-diplomaat Todd Huizinga stellen terecht dat de Europese Unie zelf niet eens voldoet aan de voorwaarden die gelden voor een democratische rechtsstaat. Europa wordt op dit moment geleid door een bestuurlijke elite die een absoluut moreel gelijk claimt en, op basis daarvan, steeds meer macht voor zichzelf opeist. In de geseculariseerde politieke omgeving van Brussel, waarin het Christendom niet langer erkend wordt als bron van beschaving en de Kerk als instituut geen tegenmacht (meer) vertegenwoordigt, ontbreken de controlemechanismen die noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de Unie zich ontwikkelt tot een nieuwe totalitaire staat.12

Is Europa nog romeins?

Kan Europa nog wel ‘Romeins genoemd worden? zo vraagt de eerder aangehaalde Rémy Brague zich terecht af. Tekenend is hoe een verwijzing naar de christelijke wortels van de Europese beschaving in 2003 bewust buiten de preambule van de voorgestelde Grondwet werd gehouden. De Conventie onder leiding van Giscard d’Estaing maakte radicaal de keuze voor het Franse en Italiaanse laïcisme, gekenmerkt door een zeer strenge scheiding van Kerk en Staat. Die scheiding is historisch verklaarbaar vanuit een sterke afkeer van de Rooms-Katholieke Kerk als publieke machtsfactor. Maar waarom juist dit extreme model hanteren voor een grondwet die van toepassing zou zijn voor heel de Europese Unie? De preambule verwijst nadrukkelijk naar humanisme en Verlichting als de oorsprong van vrijheid, gelijkheid en solidariteit in Europa. Terwijl beide bewegingen slechts voortbouwden op een lange christelijke traditie dat de diverse domeinen waarin macht zich organiseerde, elk een eigen betekenis gaf en daarmee positief waardeerde. Op Europees niveau zou daarbij veeleer een Grondwet passen die zoveel mogelijk de pluraliteit van de nationale constitutionele gevoelens respecteert, zo is internationaal jurist Joseph Weiler van mening.13 Door de laïcistische oriëntatie van de Franse en Italiaanse constituties superieur te achten aan die van bijvoorbeeld de Engelse, Griekse, Duitse of Nederlandse, getuigt men in Europa niet alleen van minachting voor haar eigen geschiedenis. Ze gaat daarmee lijnrecht in tegen de opvatting van Robert Schuman, samen met Jean Monnet de vader van de Europese gedachte. Die stelde:

Democratie hoort christelijk te zijn, of ze verdient haar naam niet. Een antichristelijke democratie is een karikatuur, die naar tirannie of anarchisme zal afglijden.

De roep om nauwere samenwerking binnen Europa was het antwoord op de verschrikkingen van totalitaire ideologieën als fascisme (en haar haat tegen de Joodse wortels van onze beschaving) en communisme (en haar afkeer van alles wat ons nog herinnerde aan het burgerlijk Christendom). Als zodanig zou men er een legitiem experiment in kunnen zien om haar burgers vrede en welvaart te garanderen. Europa is echter veel meer gebleken dan een vredesproject dat moreel te rechtvaardigen viel; het was tegelijk ook een machtsproject, waarbij politieke bevoegdheden van de lidstaten zouden worden overgedragen aan Brussel en Straatsburg. De belofte dat dit louter tot welzijn van burgers in Europa zou zijn, is ‘unzeitgemäß en zelfvernietigend’ gebleken (Luuk van Middelaar).14

Al langer was duidelijk dat Europa leed aan een schrijnend democratisch tekort. En als op nationaal niveau al de neiging bestaat om de belangen van een deel van het volk te negeren, hoeveel temeer zal dat gelden voor de Brusselse kaste van doorgaans hoopopgeleide bestuurders en ambtenaren, die de belangen van de lidstaten per definitie ondergeschikt acht aan die van de Unie. En er bestaat geen effectieve ma-nier om ‘de boeven eruit te gooien’ (Joseph Weiler). 15 Na enkele ‘mislukte’ referenda over de Europese Grondwet en het associatieakkoord met Oekraïne (waarbij de Europese Raad en Europese Commissie de uitslag nadrukkelijk naast zich neerlegden) en de euroen migratiecrisis (waarbij met name Noordwest-Europa de prijs betaalt voor federaal beleid), lijkt dat democratisch tekort zichzelf te ontwikkelen in de richting van een democratische crisis. Tegen die achtergrond is de opkomst van het populisme van de afgelopen jaren eerder vanzelfsprekend dan verrassend te noemen.

Het populisme betekent zo bezien ook niet per definitie een gevaar voor de Unie. Integendeel: het is een roep om versterking van haar representatieve karakter en een terugkeer naar de christelijke normen, waarden en vrijheden die Europa maakten tot wat ze was. De vraag in de aanloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement is alleen of Brussel vooralsnog bereid is naar die boodschap te luisteren.

Tegenover het multiculturalisme…

Zoals Schuman meende dat het Christendom noodzakelijk was om democratie niet te laten ontaarden in tirannie of anarchie, zo laat de eerdergenoemde Siedentop zien dat de huidige politieke crisis onvermijdelijk is geworden door de morele crisis waarin wij ons in Europa bevinden.16 Een intellectuele elite is ervan overtuigd dat wij niet langer schatplichtig zijn aan Jeruzalem en Athene. Integendeel, volgens haar is de geschiedenis pas echt in Parijs begonnen, volgens de ouderen in 1789, volgens een jongere generatie pas in 1968. De oude humilitas, die de christelijke cultuur gekenmerkt had, werd ingeruild voor een revolutionair bewustzijn dat uit was op afbraak van het bestaande. In plaats daarvan werden subversieve subculturen verheerlijkt – in naam van een uitgeholde tolerantie.

Aan oude christelijke waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit werd intussen een radicaal andere invulling gegeven. Het recht om naar eer en geweten te leven is verworden tot de opvatting dat iedereen moet kunnen doen waar hij, zij (of het) zin in heeft. Iedereen dient ook in volstrekt ongelijke gevallen gelijk behandeld te worden. En er is nu sprake van een generatie die daarbij voor eens en altijd wil goed maken wat wij in het verleden wij anderen aan kwaad hebben aangedaan.

Een linkse politieke elite, zo stelt filosoof Paul Gottfried, heeft zich voorgenomen om in naam van het humanisme alle schuld die het Westen op zich geladen had, uit te wissen. Het oude beeld van de lijdende rechtvaardige wordt door zowel humanisten als moderne christenen zodanig ‘gerecycled’ dat een nieuwe slachtoffercultus ontstaat. Inwoners van Derde Wereldlanden, vrouwen en anders geaarden zijn altijd uitgebuit, onderdrukt en gediscrimineerd. Daarvoor dienen wij te boeten. Bovendien hebben wij voor altijd het recht verspeeld onszelf superieur te wanen aan andere culturen, aldus een steeds spraakmakender intellectuele én politieke elite in Europa.17 De daarbij behorende ideologie van het multiculturalisme is niet alleen werkzaam op nationaal niveau, maar heerst vooral ook op federaal niveau. Zo stelde de ons welbekende Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie en kandidaat-voorzitter na-mens de Europese fractie van de socialisten kortgeleden: 18

Diversiteit is de toekomst van de mensheid. Er zal geen natie zijn, zelfs niet op de meest afgelegen plek op deze aarde, zonder diversiteit. Dat is de bestemming van de mensheid. En politici die aan hun electoraat een samenleving voorspiegelen die bestaat uit mensen van één bepaalde cultuur, baseren dat op een verleden dat nooit heeft bestaan, en zien uit naar een toekomst die er nooit zal komen. Europa zal een Europa van diversiteit zijn, net als alle andere delen van de wereld ooit divers zullen zijn. De enige vraag is hoe we met dat feit omgaan. Mijn antwoord is: door vast te houden aan onze waarden. Doen we dat niet, dan zal onze samenleving teloorgaan. […] Europa zal niet langer het Europa zijn dat wij gebouwd hebben. Europa zal niet langer een plek zijn van vrede en vrijheid…

In naam van de diversiteit wordt hier de christelijke cultuur, waaraan Europa haar kracht en vitaliteit ontleende, als niet relevant terzijde geschoven. Met een beroep op diversiteit wordt de biologische kracht om zichzelf te reproduceren en haar voortbestaan te garanderen, ondermijnd. In naam van deze diversiteit zullen Europese lidstaten massale immigratie vanuit vreemde landen en culturen dienen te accepteren. En met een beroep op diezelfde diversiteit zal de bevolking van Europa moeten leren leven met mensen die een godsdienst aanhangen die oproept tot een heilige strijd, en die strijd serieus nemen omdat ze uitgaan van een totaal andere omgang met de traditie en een totaal ander rechtssysteem van wij als christenen gewend zijn: die van de Islam.

De Islam kent wel een regelmatige heroriëntatie op haar eigen bron. Maar zij slaagde er tot nu toe nooit in te doen wat Romeinen wel konden: zich een oorsprong toe-eigenen waartegenover zij zich vreemd voelden. Door zich daarin te oefenen zijn Romeinen, en via hen de Europeanen, veel beter in staat geweest de altijd sluimerende barbaar in henzelf te onderkennen en te temmen. De Islam is er, daarentegen, niet in geslaagd een dergelijke discipline of habitus te ontwikkelen. En dat levert een cultuurconflict op dat zich niet (op korte termijn) laat oplossen. Niet door dat verschil weg te relativeren, zoals de ideologie van de diversiteit doet. Sterker nog, die zal het probleem verergeren. Want de import en versterking van een cultuur en een godsdienst die, net als de totalitaire ideologieën van fascisme en communisme, onze waarden niet accepteren, vergroot het risico op gewelddadige conflicten in onze samenleving. Is dat ook niet, in lijn met de visie van mannen als Gottfried, Huizinga en Siedentop, de boodschap van het populisme in Europa?

…De uitdaging van het populisme!

In mainstream media in Europa wordt regelmatig uitdrukking gegeven aan een zogenaamde angst voor rechts-populistische partijen die zich keren tegen zowel massale immigratie van moslims uit Derde Wereldlanden als het toenemende verlies van soevereiniteit door overdracht van nationale bevoegdheden aan de Europese Unie. We zagen Frans Timmermans waarschu-wen dat met de opkomst van het populisme de vrede en vrijheid in Europa bedreigd worden. Een dergelijke retoriek is begrijpelijk wanneer we bedenken dat populisten een bedreiging vormen voor de positie van gevestigde politieke partijen en een bestuurlijke elite die in Brussel de lakens uitdeelt. Zoals we gezien hebben, betreft het hier een elite die zich nadrukkelijk niet op christelijke normen en waarden beroept, maar zich laat inspireren door het humanisme en de ideologie van het multiculturalisme.

Ligt het dan niet voor de hand om als ‘Romeinse’ christenen, kinderen van Jeruzalem en Athene, het populisme als een medestander te zien in de strijd om behoud van een cultuur en de daarbij behorende politieke instellingen die Europa ooit groot maakten? Zonder daar nu al direct een afdoende antwoord op te geven, is het wel een van de achterliggende vragen die meespelen in een aantal van de bijdragen in dit themanummer van Zicht. Een vraag ook die de komende tijd meer aandacht verdient.


Noten

1 ‘Le domaine de César et celui de Dieu’ in Pour l’Europe (Geneva 1963). Lezing vertaald als ‘Het domein van Caesar en dat van God’ in Rob Riemen (red.), De terugkeer van Europa (Tilburg 2015), pp. 353-361, aldaar 357-358.

2 Zie bijvoorbeeld Ad Verbrugge, Tijd van onbehagen. Filosofische essays over een cultuur op drift (Amsterdam 2004) en Andreas Kinneging, Geografie van goed en kwaad (Antwerpen 2005).

3 Voor het eerst in het Nederlands verschenen onder de titel Europa, de Romeinse weg (Zoetermeer 2013); verwijzingen in dit artikel zijn naar deze vertaling.

4 Een vergelijkbare gedachte vinden we bij A.A. van Ruler, ‘De tolerantie in het christendom,’ in Verzameld Werk VI-A: De theocratie (Zoetermeer 2016), p. 874.

5 De Romeinse weg, p. 109.

6 Thomas Pangle (ed.), The Rebirth of Classical Political Rationalism. Essays and Lectures by Leo Strauss (Chicago 1989), pp. 72-73.

7 Europa, de Romeinse weg, pp. 206-209.

8 Zie J.A. Schippers (red.), Gerechtigheid verhoogt een volk. Bijbels genormeerde politiek in een democratische rechtsstaat (Apeldoorn 2016), pp. 177-178.

9 Europa, de Romeinse weg, pp. 202-206. Brague verwijst hier naar Lucas 12: 13-15, en vermeldt dat voor een dergelijke radicale scheiding van bevoegdheden zelfs geen parallellen in de rabbijnse traditie te vinden zijn; zie Hermann Strack & Paul Billerbeck (ed.), Kommentar zum Neuen Testament aus Talmud und Midrash II (München 1924), p. 190.

10 In R. Fears (ed.), Selected Writings of Lord Acton I (Indianapolis 1985), p. 33.

11 Zie Francis Fukuyama, The End of History, and the Last Man (New York 1992).

12 Siedentop, Democracy in Europe (London 2000) en Huizinga, The New Totalitarian Temptation. Global Governance and the Crisis of Democracy in Europe (New York 2016).

13 Un’ Europa cristiana (Milan 2003). In het Nederlands vertaald onder de titel Een christelijk Europa. Een verkennend essay (Deventer 2004), p. 33.

14 De nieuwe politiek van Europa (Groningen 2017), p. 328.

15 Een christelijk Europa, pp. 86-88.

16 Democracy in Europe, p. 189.

17 Multiculturalism and the Politics of Guilt (Columbia & London 2002), pp. 94-97. 18

18 http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-15-5754_en.htm.

19 Europa, de Romeinse weg, p. 142.

20 Zie o.a. Bassam Tibi. Political Islam, World Politics and Europe (New York 2008) en Islamism and Islam (New Haven 2012); David Suurland, Secular Totalitarian and Islamist Legal-political Philosophy (Leiden 2012) en ‘Totalitarisme, islamisme en het EVRM,’ in Afshin Ellian, Gelijn Molier & Bastiaan Rijpkema, De strijd om de democratie. Essays over democratische zelfverdediging (Amsterdam 2018), pp. 263-300.

21 Zie ook Huizinga, Was Europa von Trump lernen kann. Die Krise des alten Kontinents und das neue Amerika (Berlin 2017).

22 Zie o.a. Frank Furedi, Populism and the European Culture Wars. The Conflict of Values between Hungary and the EU (New York 2018).

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2019

Zicht | 104 Pagina's

Europa: christelijk?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2019

Zicht | 104 Pagina's