Tulp

Als ik in het begin van de 17^e eeuw had geleefd, was ik een rijk man geweest. Mijn tuin staat namelijk vol tulpen. In de jaren 1620/1630 werden voor tulpenbollen honderden en soms wel enkele duizenden guldens betaald. Er was zelfs een soort dat dezelfde waarde had als een Amsterdams grachtenpand. Hoe kleurrijker de tulp, des te kostbaarder hij was. Vooral de geelgestreepte rode tulp (zodat hij op een vlam lijkt) was duur. Laat ik er daarvan nou net een heel rijtje hebben staan! Ik had de eigenaar van een hele Amsterdamse straat kunnen zijn als ik in de 17 e eeuw had geleefd. Anderzijds zie ik ook het voorrecht dat ik een 21 e -eeuwse tulpenbezitter ben en zelfs nog geen nederig stulpje bezit. In de 17 e eeuw zou ik geen moment rust hebben en 24/7 bewaking moeten inhuren, vanwege het gevaar van tulpendiefstal. En ik zou als superrijke nog veel moeilijker het Koninkrijk van God binnengaan dan het nu al is; een kameel gaat gemakkelijker door het oog van een naald. Levend in de 21 e eeuw kan ik mijn tulpen onbezorgd laten bloeien in de voortuin langs de openbare weg. Behalve dat ik er zelf van geniet, kan ik er de voorbijgangers, rechtvaardigen en onrechtvaardigen, van laten meegenieten. Dat heeft me een paar jaar geleden slechts een paar euro aan tulpenbollen gekost. En voor niets staan ze ieder voorjaar weer onweerstaanbaar mooi in bloei. Daar zorgt de Schepper voor. Ik kan me bezighouden met het zoeken van Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Daar spoort Hij me via Zijn toegift van de tulpenpracht toe aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen