Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ontmoeting of bemoeienis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontmoeting of bemoeienis

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer spreken we van een Gods- ontmoeting en wanneer noemen we het een Gods- bemoeienis?

Eerste ontmoeting

Terecht veronderstelde de vraagsteller dat het mensen zijn geweest die deze termen hebben bedacht. Gevoelsmatig wil men waarschijnlijk uitdrukken dat het ervaren van Gods bemoeienis in het gena- deleven onderscheiden kan worden van een Godsontmoeting. Maar in het Bijbelse spraakgebruik treffen we letterlijk of woordelijk alléén dat laatste woord aan.

Daarbij moet worden opgemerkt dat de Bijbel zowel op positieve wijze als op schrikwekkende wijze spreekt over een Godsontmoe- ting. We lezen in Jesaja 64 vers 5a: ‘Gij ontmoet den vrolijke en die gerechtigheid doet, degenen die Uwer gedenken op Uw wegen’. Daar gaat het om een heerlijke Godsontmoeting! De kanttekening schrijft: ‘Te weten met Uw genade en goedertierenheid, en tot hun hulp, gelijk de engelen Jakob ontmoetten’ (13a). Maar in het vervolg van de kanttekening staat: ‘Op andere plaatsen betekent het een ontmoeting tot schade of kwetsing’. We wijzen op de huiveringwekkende woorden uit Hósea 13 vers 8: ‘Ik ontmoette hen als een beer die van jongen beroofd is, en scheurde het slot huns harten; en Ik verslond hen aldaar als een oude leeuw; het wild gedierte des velds verscheurde hen’.

De bedoeling van de vraagsteller bleek uit het schrijven heel duidelijk: mag ik weten van die rijke genade, van de verborgen omgang met de Heere? Er is weleens gezegd dat de eerste ont- moeting in de wedergeboorte plaatsvindt. De Heere neemt het hart van een zondaar volkomen in bezit. Het liefst zeggen we het met de woorden van onze Dordtse vaderen (DL, 3/4, par.11): ‘Voorts wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelven wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen’.

Na dat wondere Godswerk wordt het zielenleven door nieuwe ontmoetingen in stand gehouden. Soms wil de Heere Zijn kinderen ontmoeten in Zijn huis, onder de lees- of preek- dienst. Soms in de binnenkamer of in de eenzaamheid, waar hun ziel hongert en dorst naar Gods gemeenschap. Bijzonder zijn ook ontmoetingen die de Heere - in de Zoon van Zijn liefde - somtijds wil schenken onder de bediening van de Heilige Doop of bij het gebruiken van de heilige tekenen en zegelen van Zijn liefde, bij het Heilig Avondmaal. Heerlijke, grote zaak als we met Jakob mogen uitroepen: ‘Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest’ (Gen. 32:30b).

Nu zal de een eerder spreken van een Godsontmoeting dan de ander, maar kenmerkend voor elke ontmoeting is dat de Heere, in Immanuël, groot wordt en de mens klein. Iedere Godsdaad, elke ontmoeting brengt in het wonder. De Heere is vrij in het openbaren van Zichzelf maar zeker is dat er ont- moetingen zullen zijn, want de ware pelgrims naar Sion zullen geen vreemd God gaan ontmoeten...

Laatste ontmoeting

Ten slotte, het is ook een oud gezegde ‘dat de laatste ont- moeting de beste verzekering is’. Het is zo onbevattelijk groot, als het wonder van genade verheerlijkt wordt in een mensenziel. Onuitsprekelijk als de Gezegende van de Vader Zichzelf openbaart aan de ziel. De ziel mag weleens huppe- len van zielenvreugd als er een nieuwe ontmoeting mag zijn. In het leven van de Bijbelheiligen lezen we ook dat er soms lange(re) tijd tussen zat. Als het goed is, geeft dat een heilig verlangen naar een nieuwe ontmoeting. Want dat geeft weer zekerheid van de zielenstaat. Dan is de laatste ontmoeting de beste verzekering.

Lezer(es), kent u Godsontmoetingen? En wanneer was nu de laatste?


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Ontmoeting of bemoeienis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2022

De Saambinder | 20 Pagina's