Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zone Davids, ontferm U mijner

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zone Davids, ontferm U mijner

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanuit de nood van mijn leven bedel ik vaak in mijn gebed ‘Heere Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner’. Maar nu hoorde ik zeggen dat het helemaal niet mag, omdat ik die Zaligmaker niet ken.

Kennen

De vraagsteller gebruikt ongeveer de woorden die we lezen in Lukas 18 vers 38: ‘En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Da- vids, ontferm U mijner!’ Zowel Mattheüs als Markus beschrijven deze geschiedenis, in Mattheüs 20 en Markus 10. Mattheüs verhaalt daarbij dat er twéé blinden aan de weg zitten te bedelen, Markus noemt de naam van één van hen: Bartimeüs.

Het blijft een bijzonder gedeelte uit het Evangelie: de genezing van deze blinde(n) is het laatste grote genezingswonder van de Zaligmaker, genoemd voor Zijn intocht in Jeruzalem. De Middelaar is op weg naar Zijn kruis. Maar op weg naar Golgotha neemt Hij een arme, blinde bedelaar mee. Een man die oog krijgt voor de onuitsprekelijke waardij van Koning Jezus. En dat alles vindt plaats bij Jericho, een stad onder de vloek, die nooit her- bouwd had mogen worden.

De bedelende, blinde Bartimeüs vraagt aan de schare wat er toch aan de hand is. Vermoedelijk heeft hij de vele voetstappen gehoord die langstrokken. Dan krijgt hij de boodschap dat ‘Jezus de Nazaréner’ voorbijgaat. De bekende ds. H.F. Kohlbrugge (1803- 1875) laten we even aan het woord uit zijn Schriftverklaringen: ‘O, roept hij, wat zegt u daar? Nee, onder die naam ken ik Hem niet. Die smaadnaam “Nazaréner” mag u Hem geven, voor mij is Hij dat niet en niet als “Nazaréner” maar als “Zone Davids” roep ik Hem aan! En daarom: Jezus! Gij Zoon van David! ontferm U mijner!

O, hoe lang had die arme blinde misschien al op Hem zitten wachten. Zeker had hij wel van Hem gehoord, hoe Hij de ogen der blinden opende en misschien vaak gedacht: o, zo Hij toch eens ook hier voorbijkwam, als dat toch eens gebeurde, als dat geluk mij eens te beurt viel, hoe zou ik, arm en ellendig bedelkind, dan beginnen te roepen en te schreien om ontferming.

Daarom roept hij nu ook: Jezus! Gij Zoon van David! ontferm U over mij. Nee, niet Jezus, de “Nazaréner” maar Jezus, Die Zijn volk zalig maakt van hun zonden, Gij, de beloofde Zoon van David, van Wie gezegd wordt: Hij opent de ogen der blinden, de melaatsen reinigt Hij, de kreupelen heelt Hij, de doden maakt Hij levend, de troostelozen vertroost Hij en ontfermt Zich over de ellendigen. In deze zijn eenvoudige nood- kreet, in dit aanroepen van de Heere als “Zone Davids” bindt hij alle beloften omtrent Christus, die hij uit de Profeten en de Psalmen kent, als in een bundelke samen om de Heere staande te houden, opdat Hij Zich over hem ontfermen zou.

Waarom bidt hij nu tot de Heere? Om ontferming. Heeft die man geen andere last op de schouders dan dat hij blind en arm is? Ach, hij heeft nog een geheel andere last te dragen en dat zijn zijn zonden. Hij draagt alzo een drievoudige last, als blinde, als arme en als overtreder van de geboden Gods!

Daarom sluit hij al zijn nood en ellende samen in die éne bede om ontferming!’

Eén van onze oude predikanten heeft het weleens zo uitge- drukt: ‘Je kunt Jezus ook kennen in Zijn onmisbaarheid’. En als dat geleerd is, kan het niet anders of er wordt ook een ‘roepen’ geboren.

Roepen

Het zal de vraagsteller wel duidelijk zijn geworden, dat we hem of haar het roepen niet willen beletten. Integendeel, vanuit de geschiedenis van Bartimeüs valt daar juist nog wat licht op. De voorbijgangers willen hem tot zwijgen brengen.

Ze bestraften hem zelfs, opdat hij zwijgen zou. Maar het staat in de Heilige Schrift zo heerlijk: ‘maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner!’

Ook heden, bij alle stemmen van buiten en van binnen, mogen we daarop wijzen. En zeker als we weten hoe de Zaligmaker met deze ongelukkige heeft gehandeld! Vraag het dan maar, bedel het maar gedurig zoals we het eens lazen:

Genees de blindheid van mijn hart,

Verleen mij schuldvergiffenis.

Ik vind geen rust in al mijn smart,

Tot mij ’t gezicht geschonken is.


VRAAG?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Zone Davids, ontferm U mijner

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

De Saambinder | 20 Pagina's