Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Labee over: Gezangen en onze eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Labee over: Gezangen en onze eredienst

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom is er een sterke weerstand tegen gezangen in onze eredienst?

Geschiedenis

Inderdaad is er (hopelijk!) een sterke weerstand tegen gezangen in onze eredienst. Dat is overigens al eeuwen in Gods K(k)erk zo geweest. De grote reformator, J. Calvijn (1509-1564) wenste in de kerk niets te doen wat niet uitdrukkelijk in Gods Woord was voorgeschreven. Daarom wilde hij in de eredienst alleen dat liedboek gebruiken dat de Heere Zelf aan Zijn Kerk heeft gegeven. Buiten de psalmen liet Calvijn alleen de wet, de geloofsbelijdenis en de lofzang van Simeon zingen. J. Knox (± 1514-1578), de hervormer van Schotland, is zijn geestelijke leermeester gevolgd in het inzicht dat de Psalmen het liedboek van de kerk zijn. De Schotse praktijk was nog strikter dan die van Calvijn en dan de Nederlandse. Men zong uitsluitend de 150 psalmen. Daarbij moet nog worden opgemerkt dat de Schotse berijming dichter bij de Hebreeuwse brontekst blijft dan zowel de berijming van Datheen als die van 1773. Onze Dordtse Synode (1618-1619) bepaalde in de kerkorde: ‘In de kerken zullen alléén gezongen worden de 150 psalmen Davids, de Tien Geboden, het Gebed des Heeren, de Artikelen des Geloofs en de Lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon. Het gezang “O God, Die onze Vader zijt...” enz. wordt in de vrijheid der kerken gelaten, dat ze hetzelve gebruiken of niet, zoals zij goedvinden. De rest van de gezangen zal men uit de kerken weren en zo er misschien enige alrede in de kerken zijn ingevoerd, zullen die op de gevoeglijkste wijze daaruit verdreven worden’ (artikel 69).

Geïnspireerd

Er zijn daarnaast ook tegen veel gezangen grote bezwaren in te brengen. Zonder volledig te zijn, noemen we er twee: in tegenstelling tot de psalmen staat niet God en Zijn soevereiniteit centraal, maar de mens. Er wordt vaak en uitbundig over geloofsvreugde en geloofsblijdschap gezongen, maar niet over de strijd en aanvechting van Gods kinderen. We vrezen dat er via de gezangen een theologie en geloofsbeleving de kerk binnenkomt die haaks staat op de gereformeerde leer. Dan hebben we het nog niet over de muziekwijzen waarop meerdere, eigentijdse gezangen gezongen worden. Zeker, zij liggen ‘goed in het gehoor’ en op ‘sing-ins’, met wat opzwepende lichteffecten en muziekinstrumenten, raakt het jongeren zeker. Maar zij staan zo haaks op het diepe besef van Gods majesteit en heerlijkheid.

Sommigen hebben de kortzichtige opmerking gemaakt dat de Naam Jezus niet in de psalmen voorkomt. Wat bedoelen ze toch? Is Hij niet in eigen Persoon in de psalmen aanwezig? Zijn de psalmen niet vol van Hem?

Verder heeft één van onze predikanten eens gezegd: ‘De psalmen zijn geïnspireerd. Geestelijke liederen op z’n best geïllumineerd’. Een andere theoloog schreef: ‘Kunnen mensen die niet door de Heilige Geest geïnspireerd zijn het beter doen dan Hij het door middel van de psalmisten toen heeft gedaan? Getuigt het feit dat het boek der Psalmen is afgesloten er niet van dat dit boek nooit overtroffen kan worden of aan de kant geschoven mag worden? (...). Als we nu toch het boek van de Psalmen uit Gods eigen hand hebben ontvangen en als dit boek toch compleet is (...), wat hebben wij dan eigenlijk meer nodig? Wat van die dingen die God met en in Zijn Kerk doet, hetzij individueel of collectief, wordt er niet in bezongen? Welke geestelijke ervaring, van de zucht uit de diepste aanvechting en het diepste gevoel van hulpeloosheid tot de hoogst denkbare vorm van overwinnende vreugde, vinden we er niet in verwoord?’

In Gods huis beperken we ons dus tot de psalmen die de Heere ons gaf. Dat mag ook best bedacht worden op de preekstoel en op de orgelbank. Natuurlijk zijn er mooie citaten van vertrouwde dichters buiten de psalmen en prachtige, verantwoorde geestelijke liederen. Maar de spits moet liggen bij de woorden die de Heere ons Zelf gaf. En zullen we dat ook maar laten wegen buiten de eredienst?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Ds. Labee over: Gezangen en onze eredienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2020

De Saambinder | 20 Pagina's