Olifanten niet welkom in Almere
Toekomstig dierenasiel niet alleen logeerhuis voor honden en katten
HILVERSUM - Jaarlijks passeren miljoenen dieren de Nederlandse grens. De meeste volgens de wettelijke manier, maar steeds meer beestenspul komt illegaal binnen. Aapjes, schildpadden, je kunt het zo mal niet bedenken. Ze komen als souvenir van een vakantie of puur voor de handel. Maar als het aapje of het slangetje groter wordt, is de lol er snel van af. En groot is de ellende als de douane weer een paar kisten met zeldzame vogels heeft onderschept. Want waar moet je met die beesten naartoe? Na jaren van behelpen krijgt Almere aan het einde van dit jaar eindelijk een dierenasiel.
Het wordt er niet zomaar een, want als het aan Tjeerd Veenstra ligt, komen er niet alleen honden en katten. Hij wil voor het einde van dit jaar beginnen met de bouw van een opvangcentrum voor alle diersoorten, inheemse of uitheemse, bedreigd of onbedreigd. Toestemming van de gemeente heeft Veenstra al, maar in de begroting van 500.000 gulden zit nog een aanzienlijk gat.
Veenstra is sinds tien jaar beheerder van asiel Crailo in Hilversum, een toevluchtsoord voor honden en katten. Hij is bovendien de oprichter van de Stichting Algemeen Dierenverzorgingscentrum Midden-Nederland. En hij is degene die ervoor heeft gezorgd dat Almere een eigen asiel krijgt. Allerlei diersoorten zijn er welkom. „Ik hoop alleen niet dat ze met olifanten of iets dergelijks aan komen zetten".
Veenstra is ervan overtuigd dat Almere een geschikte plaats is voor zijn dierenopvangcentrum. „In de eerste plaats is er in Almere geen dierenambulance. In de tweede plaats heeft Almere geen eigen asiel, ondanks het feit dat het aantal honden en katten er gigantisch is. Zwerf- en afstandshonden en -katten worden nu ondergebracht in een gebouw van gemeentewerken op De Steiger, maar dat is niet ideaal. De dieren zitten onder één dak met het chemisch afval dat daar staat opgeslagen. Bovendien wordt de zaak gerund door gemeenteambtenaren. Die sluiten om vier uur de deuren en tot de volgende morgen wordt er niet meer naar de beesten omgekeken".
Tijdelijk
Dat laatste geeft ook P. Buiten van gemeentewerken Almere toe. „De honden zitten in een loods, bij de katten. Het is ook maar een tijdelijk onderkomen. Ze gaan zo snel mogelijk naar het asiel Polderweg in Amsterdam. Meestal nog dezelfde dag dat ze binnengebracht worden. We hebben hier maar twee hokken. Het is geen ideale situatie, maar we werken al zolang als Almere bestaat op deze manier. En er heeft nog nooit een hond geklaagd".
Bij het Hilversumse Crailo wordt men iedere dag met de situatie in Almere geconfronteerd. „Vaak bellen mensen ons op of komen ze langs omdat er in Almere geen asiel is". Maar het gaat niet altijd om honden of katten. Steeds vaker gebeurt het dat mensen bellen die tropische vogels, reptielen en uitheemse diersoorten aanbieden. In Crailo kunnen ze die niet plaatsen. Straks in Almere wel. Veenstra: „De behoefte aan opvang voor uitheemse diersoorten wordt steeds goter. Er is niet voldoende opvang. De illegale handel in dieren stijgt enorm en de opsporingsinstanties willen er steeds meer aan gaan doen".
Volgens T. Schleedoom, werkzaam bij de Algemene Inspectie Dienst, wordt het onderbrengen van in beslag genomen dieren een steeds groter probleem. „We hebben in toenemende mate problemen met het onderbrengen van levende dieren, met name van slangen, apen en papegaaien. Tot nu toe brachten we ze vooral onder bij dierentuinen en goedwillende particulieren, maar door ons aanhoudend succes zitten die nu vol".
Veenstra wordt regelmatig gebeld door particulieren die niet meer weten wat ze met hun dier moeten doen. „Neem nou de roodwangschildpadden. Ze worden met tienduizenden uit Amerika getransporteerd. De riolen zitten er hier al vol mee. Mensen Foto Axipress schaffen zo'n beestje aan en weten na een tijdje niet meer wat ze ermee moeten doen. Dus spoelen ze het maar door het toilet".
Veenstra springt met zijn plannen in op het ruimtetekort voor de opvang van in- en uitheemse diersoorten. Maar bij opvang alleen wil hij het niet laten. „Als de financiën het toelaten willen we de dieren terugbrengen naar het land waar ze thuishoren. Daarvoor moet je wel eerst het karakter van het beest goed observeren. Als het dier zich niet kan aanpassen, heeft het weinig zin hem de natuur in te sturen. Tegen een in gevangenschap geboren dier kun je niet zeggen: „Zie maar hoe je aan je eten komt", terwijl hij zijn voer altijd keurig in een bakje heeft gehad".
Smokkel
Om hoeveel gevallen van dierensmokkel het jaarlijks gaat, is volgens Schleedoom niet te zeggen. „Als we dat zouden weten, kunnen we er ook wat aan doen. Jaarlijks nemen we honderden dieren in beslag, maar ik schat dat het totaal aantal dieren dat de grens illegaal passeert rond de miljoen ligt".
Volgens Veenstra zijn het vooral mensen met veel geld die een apart dier aanschaffen. „Iemand met een uitkering kan zo'n beest niet kopen. Er gaan enorme bedragen in die wereld om. De illegale handel in dieren wordt al vergeleken met de drugs- en wapenhandel".
Niet op te brengen
Schleedoom kan dat beamen. „Je hebt twee categorieën: de verboden souvenirs en de echte handel. De laatste heeft grote omvang, altijd al gehad. Er is ook veel geld in te verdienen. Het gaat met name om de vogelsoorten. Papegaaien voeren de boventoon. Er is een veertigtal zeer zeldzame soorten en die brengen al gauw zo'n veertigduizend gulden per stuk op. De illegale handel is er niet voor de doorsnee burger".
De locatie voor het dierenopvangcentmm is al geregeld. In samenwerking met de gemeente Almere is gekozen voor het industrieterrein De Steiger in Almere-Haven. Alleen financieel kampt Veenstra nog met problemen. „Met dit soort dieren is het zo dat het allemaal liefdadigheidswerk is. Als particulier kun je hier niet aan beginnen. Dat kun je financieel niet opbrengen. Je kunt met een asiel niet commercieel bezig zijn. Het is nooit kostendekkend. Een asiel kan niet draaien zonder giften, donaties, subsidies en sponsoring".
Naar dat laatste is Veenstra druk op zoek, want van de benodigde 500.000 gulden staat nog maar 70.000 op de giro van de stichting. Voor Veenstra staat het als een paal boven water dat het opvangcentmm voor inheemse en uitheemse diersoorten er komt. „Het asiel voor zwerfhonden en -katten komt er zeker. En iedere keer dat we geld binnen krijgen, kunnen we weer een beetje meer voor de uitheemse dieren doen".
Ideale hokken
Het asiel in Almere krijgt 'ideale' hokken. „We gaan leuke vertrekken bouwen, waar de dieren geen al te grote aanpassingsmoeilijkheden krijgen. Veel dieren overleven de reis niet. Degenen die wel aankomen, zijn vaak meer dood dan levend. Ze komen in erbarmelijke toestand binnen. Dan moeten ze eerst in revalidatie om weer op krachten te komen. Daama gaan ze naar verschillende soorten verblijven met klimaataanpassing, warmte voor subtropische dieren, water voor vogels, zand voor reptielen en natuurlijk aangepast voedsel".
Om ook in de toekomst te kunnen draaien, zal de stichting actief moeten blijven met geld inzamelen. Immers: de dieren moeten eten hebben, het personeel moet worden betaald en daarvoor is geld nodig. Maar Veenstra is ervan overtuigd dat het allemaal zal lukken. „Je bouwt geen kasteel om het volgend jaar weer af te breken"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's