Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Belijdenisgeschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Belijdenisgeschriften

Regiodag te Kapelle-Biezelinge

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is druk in de Petrakerk te Kapelle-Biezelinge. Veel dames zijn aanwezig op deze Regiodag, 21 februari 2002. Hoewel op het programma staat, dat ds. Tanis zal spreken over 'Alle ziel zij den machten over haar gesteld onderworpen', gaat het deze dag heel anders. Ds. Tanis is ziek en ds. Neele is bereid gevonden zowel de meditatie als het referaat voor zijn rekening te nemen. Het zal echter niet over Romeinen 13: 1, maar over onze belijdenisgeschriften gaan. Ds. Neele wordt hartelijk welkom geheten door de presidente van de Vrouwenbond, mevrouw Kaslander. Zij spreekt daarbij haar blijdschap uit, dat ds. Neele de plaats van ds. Tanis kon en wilde innemen. Ook wijst ze erop, dat het oorspronkelijke onderwerp heel actueel is, maar dat de belijdenisgeschriften vanaf het ontstaan tot nu toe zeker zo actueel zijn.

Opening

Ds. Neele bepaalt ons in de openingsmeditatie bij 1 Timotheüs 3: 15. Paulus schrijft aan het einde van zijn leven aan Timotheüs en wil hem bemoedigen en voorhouden, wat van belang is voor het dienstwerk: Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid.

De gemeente van de levende God is de werkplaats van de Heilige Geest. Hebben wij die gemeente al lief gekregen? Wij verkeren onder het Woord van God. Daarin ligt een groot onderscheid met anderen en wat geeft dat ook een grote verantwoordelijkheid. Hebben wij niet gebogen voor Gods Woord? Luisteren wij niet, terwijl wij toch altijd onder dat Woord verkeren? Of heeft de Heere ons stilgezet, zijn we zondaar geworden en komen we met een uitzien naar de kerk om daar Gods stem te mogen horen? Het komt erop aan, of de Heilige Geest in ons hart plaats heeft gemaakt voor Christus. Hij alleen is de pilaar en vastigheid der waarheid. Zoals nu een diamantzetter vele minuten lang en zeer nauwkeurig de diamantjes in een diadeem inpast, opdat ze op het mooist zullen schitteren, zoveel werk kost het om ruimte te maken voor Christus. Alles van de mens moet er dan tussenuit, opdat God alleen de eer zal ontvangen. Geve de Heere dat onderwijs, opdat we een gezegende dag mogen hebben in Zijn gunst.

 

De belijdenisgeschriften: de hoofdzaken

Gods zorg was er over de gemeenten in Paulus' tijd, maar Zijn zorg is er ook nu in 2002. Ondanks alle stormen in de kerkgeschiedenis, blijft de pilaar en vastigheid der waarheid opgericht. En gelukkig kunnen de vele ketterijen die pilaren niet omver werpen. Onze vaderen hebben onderkend, dat er telkens aanvallen waren op de hoofdpunten uit de Heilige Schrift. Die hoofdpunten vinden we verwoord In onze belijdenisgeschriften. De opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, een van de belijdenisgeschriften, is Guido de Brès. In de tijd waarin hij leefde werd de kerk vervolgd en verstrooid en ook Guido de Brès moest vluchten. Toen hij in 1561 terugkeerde naar ons land, schreef hij in zijn tuinhuisje in Doornik de Nederlandse Geloofsbelijdenis en behandelde de kernpunten van Gods Woord in 37 artikelen.

Wat zijn belijdenisgeschriften? Is de levensbeschrijving van Augustinus een belijdenisgeschrift? Nee, het is van belang is om na te gaan, wanneer en waarom de verschillende belijdenisgeschriften door de kerk aanvaard zijn. Op de Nationale Synode te Dordrecht werden drie belijdenisgeschriften aanvaard: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Daarin vinden we de 'vastigheid van de leer', een samenvatting, de hoofdlijnen, waarop de kerk zich mag beroepen. Het is niet zo, dat de belijdenisgeschriften hetzelfde gezag hebben als het Woord van God. We mogen echter wel zeggen, dat alles uit de belijdenissen volledig uit de Schrift genomen is. Het Griekse woord voor belijdenis betekent dan ook: 'hetzelfde zeggen'. Daarom hebben onze belijdenisgeschriften - niet geïnspireerd maar wèl onder leiding van de Heilige Geest opgesteld - ook gezag. Wij kunnen elkaar erop aanspreken.

De belijdenisgeschriften verbinden ons met de kerk der eeuwen en met de kerk in alle plaatsen. Als wij van de inhoud kennis nemen, zullen we ontdekken dat het geen koele, technische uiteenzetting is, maar dat het hart van de kerk erin klopt. Ze zijn ook nu nog dierbaar voor het volk des Heeren en tot onderwijs van de ziel.

 

De vijf vingers

In de belijdenisgeschriften zijn vijf hoofdpunten, vijf kernzaken te vinden. Die punten worden door de reformatorische kerken over de hele wereld algemeen aanvaard. In Nigeria noemt men het de vijf vingers van de leer. Deze moet men voortdurend in het oog houden:

1. De mens is totaal verdorven door de zonde

2. God heeft Zijn kinderen uitverkoren

3. Christus is gestorven voor Zijn volk en bidt voor hen

4. De Heilige Geest opent het gesloten hart

5. Geen van Gods kinderen kan nog verloren gaan

Op elk van de vijf punten gaat ds. Neele kort in.

Wat betreft het eerste punt: dat de mens totaal verdorven is, is geen buitenkant. Het gaat over ons hart! Door de diepte van de zondeval is de mens niet beschadigd, maar ligt hij totaal verloren in zonde en schuld. Er is geen mens, die naar God zoekt, lezen we in Psalm 14. Wat is het nodig, om bevindelijk kennis te krijgen aan de totale doodsstaat van de mens. Vergeten we dit eerste punt niet, als we spreken op onze verenigingen?

Het tweede punt gaat over de uitverkiezing. Ook dat is een van de hoofdpunten! Zalig worden begint niet bij de mens, maar bij het eeuwig welbehagen Gods. Het is een eenzijdig Godswerk. En dat is maar gelukkig ook. Hoe zou een dode kunnen horen, kunnen kiezen, kunnen aannemen? In Romeinen 3 is ons bestaan getekend en we moeten leren, dat uit ons geen vrucht meer te verwachten is. Wat een wonder, dat God het alleen doet. Daarom kan het nog en zo komt God aan Zijn eer.

In het derde punt wordt aangegeven, dat Christus niet voor alle mensen gekomen is. Voor Zijn volk heeft Hij alle schuld betaald en Hij zal het ook Zelf in hen toepassen. Hoe belangrijk is het om over het werk van de Heere Jezus op grond van de Schrift te spreken: Hij is gestorven voor Zijn volk en niet voor de wereld.

Het vierde punt handelt over het onwederstandelijke werk van de Heilige Geest. Dat werk is niet tegen te houden. Als God meekomt met Zijn Woord en het toepast, gaat het hart open. Dan kan het nog voor de grootste van de zondaren. Vraag en bedel daar toch om!

God bewaart Zijn Kerk, staat er in het vijfde punt. Wat is dat een bemoediging. Gods kind heeft geen kracht om zichzelf te bewaren, maar al gaan de golven nog zo hoog en al is er een hemelhoge schuld, de Heere zal het goede werk, dat Hij Zelf begon, óók voleindigen.

Laten we deze vijf punten in ons denken, spreken en handelen vast mogen houden. Guido de Brès heeft de inhoud ervan beleefd. Hij leefde en stierf in de vaste overtuiging van deze waarheid. Kort voor zijn dood - in 1567 - schreef hij een brief aan zijn vrouw en kinderen. De Heere zal altijd met u zijn, schrijft hij, en blijf standvastig in het belijden der waarheid. De volgende dag werd hij opgehangen en mocht hij ingaan in de heerlijkheid.

 

Vragenbeantwoording

In de middagvergadering krijgt ds. Neele vele vragen te beantwoorden. Het was ook een breed onderwerp, waarin de Schrift in zijn totaliteit aan de orde kwam.

Als de Heere een goed werk in ons begonnen is, komt er dan direct twijfel?

De vraag van de oprechte is: 'Heere, zie of bij mij een schadelijke weg zij en leid mij op den eeuwigen weg!' In alle twijfelingen moet er dat buigen zijn voor de Heere en dat vragen, of Hij tot de ziel wil spreken: 'Ik ben uw heil alleen!" Gods Kerk is een strijdende Kerk, die net als Paulus, voortdurend moet belijden: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?" Wat kan er een duisternis zijn in het hart. Vraag dan om licht van boven. Er valt pas licht over het begin van Gods werk, als Christus geopenbaard wordt in het hart en Gods kind in Hem zijn Verlosser mag zien.

Er staat in Filippenzen 2: 12"Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven". Wat betekent dat?

Paulus schrijft dat aan Gods volk. Hij zegt hier, dat Gods kinderen werk moeten maken van de heiligmaking en de dankbaarheid en dat zij zullen leven naar Gods gebod.

In het midden van de gemeente wordt verkondigd aan allen die het horen: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden en de goddeloze verlate zijn weg. Wie wenden zich tot de Zaligmaker? Alleen diegenen, die Hem nodig hebben. Die strafwaardig is en van zonde en schuld verlost moet worden. Voor zulke zondaren is genade te verkrijgen. Dat Evangelie mag ook vandaag klinken. Maar er is in de kerk onderscheiden spreken nodig. De beloften van het genadeverbond zijn bestemd voor de uitverkorenen. Zij mogen niet in het algemeen op de hele gemeente toegepast worden.

Je hoort wel eens zeggen: "Ik als onbekeerde, word in deze teksten, in de eis tot bekering, aangesproken. Daar moet ik dus wat mee en dat kan ik ook, want God eist niet, wat we niet kunnen...". Zo is het echter niet! Wel ligt er de eis. Maar hoe gaan we daarmee om? Brengt ons dat in de binnenkamer? Die eis tot bekering moet ons uitdrijven tot de Heere.

In een andere vraag wordt gewezen op Johannes 6: 37 Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen. Dan ga je toch? Dan mag je toch komen, zoals je bent? Maar er staat iets vóór deze tekst: Al wat Mij de Vader gééft, zal tot Mij komen! Denk erom, dat zalig worden een eenzijdig Godswerk is! Er kan niets van de mens bij.

En dan is God niet onrechtvaardig, omdat Hij eist, wat wij niet kunnen (HC, Zondag 4). Bedenk, dat het onze éigen schuld is, door onze diepe val in Adam, dat wij dood zijn in zonden en misdaden. Wat is het toch belangrijk ons aan de vijf hoofdpunten te houden!

 

Sluiting

Na dit leerzame referaat en de vragenbeantwoording dankt mevrouw Kaslander ds. Neele hartelijk voor zijn woorden. Het is voor ons verborgen, waarom wij op deze dag dit alles hebben mogen horen. Dat het tot bemoediging, vertroosting en opscherping geweest mag zijn. Tenslotte zingen we Psalm 119: 17, waarna ds. Neele eindigt met dankgebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's

De Belijdenisgeschriften

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's