Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven uit geloof en genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven uit geloof en genade

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn jongste boekje, over de oorsprong en uitwerking van het geloof, is voor ds. H. Paul meer dan geloofsleer. Het vertolkt tegelijk zijn eigen geestelijk leven. “Door het geloof leer je de inhoud van de geschonken heilsgoederen verstaan.”

Een acute blaasontsteking met bloedvergiftiging als gevolg bracht ds. H. Paul (90) onverwachts in het ziekenhuis, ernstig ziek. Tot zijn vreugde is hij inmiddels weer in staat om te preken. Zowel lichamelijk als geestelijk is de emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten nog opvallend vitaal. „Elke zondag ga ik één keer voor. Ze willen me met alle liefde halen en brengen, maar zolang het gaat rijd ik het liefst zelf.”

In de woonkamer van zijn bungalow in het hart van Moerkapelle liggen her en der stapeltjes boeken, waaronder “Oorspronkelijk” van zoon Mart-Jan en “De slag om het hart” van kleinzoon Herman, allebei hoogleraar. Van ds. Paul zelf verscheen onlangs bij uitgeverij Brevier “Uit genade. Oorsprong en uitwerking van het geloof”. Het bundelt een eerder boekje over de zekerheid van het geloof en enkele lezingen die de emeritus predikant hield voor de CGO-E cursus van de Gereformeerde Gemeenten.

DOOR WIE BENT U GEVORMD IN UW DENKEN OVER HET GELOOF?

„Door de Schotse theologen. Nadat ik tot bekering was gekomen, kreeg ik een bijzondere behoefte om te lezen. Als tandarts was ik donderdagmiddag vrij, dan werd de kamer schoongemaakt, dus ik ben op een donderdag naar boekhandel Van de Tol gereden en bad: „Heere, wijst U mij de boekjes waarvan U wilt dat ik ze zal lezen.” Mijn oog viel toen op een boekje van Andrew Gray. Met een stapeltje werk van deze predikant verliet ik de winkel. Later ging ik ook andere Schotse schrijvers lezen. Die hebben mijn denken gevormd. Ook “De waarachtige bekering” van Theodorus van der Groe vind ik zeer helder.”

U KWAM OOK WEL ANDERE OPVATTINGEN TEGEN.

„Zeker. Onder de deelnemers van een reis naar Israël, onder leiding van ds. K. de Gier, waren twee oud gereformeerde ouderlingen uit Urk. Een van hen kon precies vertellen hoe God Zijn volk bekeert. Ik was ervan overtuigd dat het een bekeerde man was, maar wat hij naar voren bracht, kon ik bij mensen als Van der Groe en Gray niet vinden. Dat verwarde me. Ik bad de Heere om duidelijkheid. Voor ik naar bed ging, las ik Romeinen 1, met daarin de tekst: „De rechtvaardige zal uit het geloof leven.” Dat was voor mij het antwoord. Hoe de Heere het geloof oefent, daar is Hij vrij in. Daar moeten we geen stramien van maken. Een andere tekst die veel voor me ging betekenen, is 1 Korinthe 2 vers 12. „Wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest die uit God is, opdat we zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn.” In de wedergeboorte schenkt God alles. Door het geloof leer je de inhoud van de geschonken heilsgoederen verstaan.”

HOE GING DAT IN UW EIGEN LEVEN?

„Ds. L. Huisman is het middel geweest voor mijn bekering, op 6 maart 1960, de verjaardag van mijn vader. Hij preekte over de bekende woorden van Judas: „Wat wilt gij mij geven en ik zal Hem u overleveren”, en tekende hoe dat overleveren in ons aller hart leeft. Onder die preek werd ik zondaar voor God. Thuis ben ik op de knieën gegaan en heb ik gebeden: „O God, wees mij de zondaar genadig.” Toen kwam de Heere over met het woord: „Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude.” Ik kon niet stoppen met huilen vanwege het wonder daarvan. Comrie zegt ergens: „Sommigen houdt de Heere arm door ze weinig zicht op Christus te geven, anderen houdt Hij arm door ze te laten inleven wie ze zijn en blijven.” Ik ben er een van de tweede categorie. Ik heb steeds dieper moeten inleven wie ik van mezelf ben en blijf, maar strijd of de Heere begonnen is in mijn leven heb ik nooit zo gehad. Dat was helder en klaar.”

U HEBT NOOIT DE NEIGING GEHAD UW BEKERINGSWEG TOT NORM TE MAKEN?

„Nee, dan zou ik de Heere de weg voorschrijven. Hij is vrij om te bepalen op welke wijze en in welke mate Hij Zijn kinderen de dingen geeft.”

WAT IS VOOR U DE KERN VAN HET GELOOF?

„Kennen en vertrouwen. Je kunt alleen door het geloof weten dat je gelooft, niet door wat je in het verleden hebt meegemaakt. Door de geestelijke oefeningen die ik ontving, heb ik de toegang tot God in Christus mogen zoeken en vinden. Christus heeft de weg naar het Vaderhart van God gebaand. Dat geeft me dagelijks troost. De Heere onderhoudt Zijn werk ook door de prediking. Professor Wisse schreef eens: „Ik heb mijn eigen preken zo nodig.” Dat herken ik. Door de verkondiging van het Woord en de voorbereiding ervan word je bevestigd in wat je gelooft. Wat ik preek, mag ik zelf ondervinden.”

HOE VERKLAART U DAT ER ZO WEINIG GELOOFSZEKERHEID IS?

„Dat is iets wat de eeuwen door wordt opgemerkt. Ik denk dat het niet losstaat van de prediking. In een van mijn gemeenten ontmoette ik een christin die tegen me zei: „Dominee, ik heb het niet zo naar mijn zin onder uw preken. Onder uw voorganger werd ik altijd ingesloten, nu vraag ik me af of ik wel bij Gods volk hoor.” Ze leefde bij haar geestelijke ervaringen. Waren die er, dan had ze zekerheid. Waren ze er niet, dan had ze ook de zekerheid niet. Daarom hoorde ze graag geestelijke bevindingen bepreken, maar daarmee vóéd je juist de onzekerheid. Niet dat ik bevindingen veronachtzaam, maar dominee Molenaar zei altijd: „Je moet er geen naam aan geven, dan ga je er iets bijzonders van maken.” Dat vind ik een wijze benadering. Ons oog moet gericht zijn op wat buiten onszelf ligt, in Christus. Dat geeft een vaste gang in het leven. Dat wat Hij heeft gedaan, moet worden uitgestald en aangeboden, opdat het geloof er houvast aan zal hebben.”

ERSKINE NOEMDE HET GELOOF DE MOEDER VAN ALLE GENADEN. TERECHT?

„Ik zou Paulus na willen spreken: „En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; maar de meeste van deze is de liefde.” Geloof is nooit los te maken van de liefde en ook niet van de hoop; het geloof is immers een vaste grond der dingen die men hoopt. Als je gelooft, is er tegelijk de hoop en ook de liefde. Die zijn niet te scheiden, zoals we ook geloof en wedergeboorte niet mogen scheiden. Dan gaan we de wedergeboorte met allerlei verschijnselen die daarbij behoren centraal stellen zonder het geloof in Christus. Het troosten van mensen op grond van gemoedsgestalten vind ik levensgevaarlijk. Daarom ben ik nooit een bevindingenpreker geweest. De rechtvaardige zal uit het gelóóf leven. Dat geeft zekerheid over de dingen die ons van God geschonken zijn. Ik begrijp de vrees voor oppervlakkig geloof, maar dat moet je niet gaan bestrijden door weinig over het geloof te spreken of te benadrukken wat het niet is. Je moet juist duidelijk maken wat het wél is.”

WAT HEEFT HET TE ZEGGEN DAT DE HEERE JEZUS TEGEN MENSEN DIE OP HEM VERTROUWDEN ALTIJD ZEI: “UW GELOOF HEEFT U BEHOUDEN.”?

„Wie door het geloof Christus mag omhelzen, al is dat geloof wellicht zwak, heeft in Hem alles wat zondaren nodig hebben. Hij is gegeven tot rechtvaardiging, heiliging, wijsheid, verlossing… Het geloof eigent zich die goederen toe. „Je hebt het of je hebt het niet”, zou Luther zeggen.”

DIE NOEMDE HET GELOOF EEN ONRUSTIG DING.

„Ja, het wordt bestreden, al zou ik het liever een levend ding noemen. Dominee De Blois citeerde nogal eens het rijmpje: „Piet zei: Ik geloof, dus ben ik altijd blij. Maar Jan zei: Het geloof kent op en neer getij.” Dat is een kenmerk van levend water. Ook ik leef niet altijd op de hoogtepunten van het geloof. Steeds kom je jezelf weer tegen, maar er is in mijn leven wel het bestendige vertrouwen op God.”

VOLGENS DE DORDTSE LEEREGELS MOET HET EVANGELIE WORDEN GEPREEKT MET BEVEL VAN GELOOF EN BEKERING. HOE GEEFT U DAAR INVULLING AAN?

„Dat wat de Heere Zijn kerk belooft, biedt Hij aan in het Evangelie.Dat staat voor mij als een paal boven water. De beloften Gods zijn in Christus ja en amen en zullen vervuld worden in het leven van allen die Hem leren vrezen. De toegang tot die beloften heeft ieder tot wie het Woord komt, maar er moet wel plaats worden gemaakt voor het Evangelie. Anders hebben we er geen behoefte aan. Vandaar dat bevel. Johannes de Doper en de Heere Jezus Zelf begonnen er hun prediking mee. „Bekeert u en gelooft het Evangelie.” Het mag niet bij een wens blijven, hoe goed bedoeld misschien ook. Dat is veel te vrijblijvend. In mijn preken haal ik meer dan eens paragraaf 8 van hoofdstuk 3 en 4 van de Dordtse Leerregels aan. „Zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden érnstig geroepen. Want God betoont érnstig en waarachtig in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met érnst allen die tot Hem komen en geloven de rust der zielen en het eeuwige leven.” Niemand ontkomt aan de eis van geloof en bekering.”

IS EEN PREDIKING WAARIN DIT ONTBREEKT ON-BIJBELS?

„Op z’n minst eenzijdig, en eenzijdigheid is gevaarlijk.”

HET GELOOF IS ONLOSMAKELIJK VERBONDEN MET DE CHRISTELIJKE HOOP, GAF U AAN. WORDT DIE IN UW LEVEN BIJ HET OUDER WORDEN STERKER?

„Ik zou zeggen: die blijft stabiel. De vrees voor de dood is al lang geleden bij me weggenomen. Ik kan wel opzien tegen het proces dat er mogelijk aan voorafgaat. Bij mijn vrouw heb ik van nabij gezien wat de afbraak van het lichaam betekent. Het is niet gering om daardoorheen te moeten. Niet dat ik er bang voor ben, maar je vraagt je soms af: hoe kom ik straks aan mijn einde? Daar ben ik vaker mee bezig nu dat nadert. Door die blaasontsteking was ik nabij de dood. Ik heb hier een uur bewusteloos in de kamer gelegen.”

HOE HEBT DE PERIODE ERNA BELEEFD?

„Toen ik naar het ziekenhuis werd gebracht, kwam Psalm 62 heel sterk bij me. „Immers is mijn ziel stil tot God, van Hem is mijn heil.” Ik heb enorm veel kaarten gekregen, daar was ik blij mee, maar de eerste deed me het meest. Daarop stond dezelfde tekst. Die vertolkte mijn grondhouding in het ziek-zijn. Ik heb geen moment gedacht: wat overkomt me nou toch? Ik wachtte maar rustig af wat er zou gaan gebeuren. Niet in de zin van: „Hoe dichter ik nader tot het huis van mijn Vader …”, maar wat God deed was goed. Van meet af aan had ik overigens de hoop dat ik er weer bovenop zou komen, en nog zou mogen preken.”

HET IS BIJ U NIET: HOE SNELLER GELOOF OVERGAAT IN AANSCHOUWEN, HOE BETER?

„Dat is in ieder geval niet de overheersende gedachte. Ik wil Hem volgen en zo lang het gaat zijn Naam verkondigen. Alle keren na de ziekenhuisopname heb ik voor mezelf bijzonder gemakkelijk gepreekt. Ook dat is genade.”

N.A.V. “UIT GENADE. OORSPRONG EN UITWERKING VAN HET GELOOF”, DOOR DS. H. PAUL; UITG; BREVIER, KAMPEN; 143 BLZ., € 14,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 september 2018

Terdege | 116 Pagina's

Leven uit geloof en genade

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 september 2018

Terdege | 116 Pagina's