Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thomas Sinia: de lerende boer te Rinsumageest-Sybrandahuis (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thomas Sinia: de lerende boer te Rinsumageest-Sybrandahuis (I)

De man die een professorsmantel aan kon hebben

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn nagedachtenis is na een eeuw nog niet geheel verdwenen in de noordoostelijke streken van Friesland: in Dantumadeel, Dokkum en de Dongeradelen. Thomas Sjolles Sinia, de gezeten maar eenvoudige boer uit Sybrandahuis, die vooral op kerkelijk gebied, maar ook in staat en maatschappij zo'n belangrijke plaats heeft ingenomen.

In het door lindebomen beschaduwde huis aan de dorpsvaart van Rinsulmageest hebben we als kind de oude weduwe Hessels' Feikje nog gekend. Haar man was eigenaar geweest van een plaatselijke cichoreifabriek. In haar antieke omgeving, 's zondags met breedgouden oorijzer, door de week met witte „floddermüts" was ze destijds de tachtig reeds lang gepasseerd. 
Als jong meisje had ze nog op de plaats van Sinia gediend en ze wist menige bijzonderheden uit diens leven mee te delen. „Thomas preke noch under de kij!" Thomas preekte nog onder de koeien, dus tijdens het melken — dat was kort en bondig haar samenvatting van Sinia's gezindheid. Sinia: één der vertegenwoordigers van het zogenaamde Fries réveil, dat ons door dr. G. A. Wumkes zo boeiend is beschreven.

Het Fries Réveil

Na een periode van diep godsdienstig verval in de achttiende eeuw gaf de eerste helft van de negentiende eeuw een duidelijke geestelijk opleving te kennen, zowel in ons vaderland als daarbuiten. Deze opleving, die door de deskundige dr. M. E. Kluit wordt gedateerd tussen 1815 en 18S5 wordt aangeduid met de naam: Réveil (is opwekking, ontwaking). 
Dit réveil — een ongemeen boeiend verschijnsel — heeft ontegenzeggelijk grote betekenis gehad voor de kerk des Heeren — ook voor de kerken der Afscheiding- en heeft belangwekkende figuren voortgebracht. Een Groen van Prinsterer en een Kohlbrugge zijn van het Réveil niet los te denken, de bekering van vooraanstaande Joden — Da Costa en Capadose — en Doopsgezinden — De Clercq en Ter Borg — geven hieraan een bijzonder en veelzijdig karakter. Ook in Friesland deed zich de invloed van het Réveil gelden en werd nog op onderscheidene plaatsen de oude bevindelijke Waarheid gehoord, waartoe soms de heilbegerigen, te voet, per schip of per wagen, samenstroomden en waardoor soms de kerken te klein waren. Niet alleen bij afgescheiden leraars zoals ds. H. de Cock — die in 1835 een rondreis door vaderlandse kerk werd de aloude noord-Friesland maakte -- Van Velbehoeven in dit verband slechts de Gereformeerde leer beluisterd. We zen en T. F. de Haan, ook binnen de namen te noemen van ds. Lukas Fockens — die 43 jaar te Sneek stond — van ds. J. J. Knap — niet te verwarren met diens gelijknamige kleinzoon — van T. van Berkum, A.Werumeus Büning en J. H. Guldenarm.

Dorpen als Oosthem, Heeg, Woudsend, Oostermeer, Engwierum en Anjum kunnen hier met name worden genoemd. Ook een dorp als Rinsmageest, kerkelijk één met Sybrandahuis, hoort, gezien de prediking die hier in de vorige eeuw te beluisteren was, in dit rijtje thuis. En aan de historie van deze dorpen is de herinnering van Sinia nauw verbonden. De Thomas Sjolles Siniaweg, die gedeeltelijk langs de dorpsvaart loopt en de beide dorpen Rinsumageest en Sybrandahuis verbindt, eert zijn nagedachtenis.

Klooster Claerkamp

Thomas Sinia — naar oud-Friese zede naar zijn vader Thomas Sjolles genoemd — werd op 25 april 1823 te Sybrandshuis geboren. Weinig lezers zullen van dit kleine dorpje aan de Dokkumer Ee hebben gehoord of het op de kaart van Friesland thuis kunnen brengen. Het ligt echter niet ver van het terpdorpje Reitsum, dat zo bekend is geworden door ds. Ploos van Amstel, één van de laatste vertegenwoordigers van het Fries Réveil en die zo bijzonder bevriend was met Sinia.

De bevolking van Sybrandshuis zal destijds met tweehonderd mensen, meest veehouders, ruimschoots zijn becijferd, 's Winters lag het vaak geïsoleerd — er was nog geen verharde wegverbinding — de kinderen konden dan niet naar school en geen „bolrinster" (broodbezorgster) wandelde dan de weg langs. Zelfs een dode moest dan per boot worden begraven.

Het is dan ook niet vanwege laatstgenoemde zaken dat het dorpje Sybrandshuis historische roem bezit. Maar eertijds lag het vermaarde Cisterciënser klooster Claerkamp — van voor 1165 — in zijn onmiddellijke nabijheid. Een klooster dat in zijn bloeitijd ongeveer 500 monniken en lekebroeders telde en uit een complex van gebouwen, boomgaarden en grachten bestond. Een klooster met aanvankelijk een even grote eenvoud en strenge levensbeginselen als de hier in 1823 geboren Thomas Sinia. Het kerkje van Sybrandahuis in typisch Cisterciënser bouwstijl — eind 13de eeuw — is het enige dat nog aan het roemrucht verleden herinnert.

Afkomst
Het geslacht Sinia was oorspronkelijk afkomstig van Sinia-state te Anjum. Thomas was de oudste van een gezin van zeven kinderen. Hij ging op de „staatsschool" te Dokkum, waarop oudergewoonte nog werd gebeden en gedankt en uit de Bijbel werd verteld. Sjolle Sinia en zijn vrouw Trijntje Helder hadden een plaats" niet zo ver van Dokkum. Zij eigen boerderij, de latere „Heldersgaven hun kinderen een degelijke opvoeding en trouw ging men ter kerk.

De jonge Thomas had van kindsbeen af veel hart tot onderzoek en zat graag met een boekje in een hoekje. De familie was niet onbemiddeld en men kon dan ook geld besteden aan een verzameling degelijke boeken. De titels van de boeken, die destijds veel werden gelezen, worden ons door dr. Wumkes vermeld. Het waren „De stad Gods" van Augustinus, „Het zien op Jezus" van Ambrosius, „De Verklaring van den Hebreeënbrief", „Het werk van de Heilige Geest" en „De Heerlijkheid van Christus" van dr. Owen, „De eigenschappen des geloofs" van Comrie en de werken van Appelius en de Erskines. Daarnaast nog wat „kleingoed" zoals „Het gekrookte riet" van Smijtegelt en „Het Kabinet van het Genadeverbond" en de „Onderwijzing op den weg naar den hemel" van Myseras. Genoegzaam van inhoud om er geestelijk door gevormd te worden.

In 't merriehok

Vader Sinia had op de deel een merriehok, dat tot „studeervertrek" voor de jonge Thomas werd bestemd. Een schuinliggende plank diende hem tot schrijftafel en hier „beschouwde hij de wereldse en overdacht hij de  hemelse dingen". 
Hij verkeerde er ook veel in gebed. De dingen der eeuwigheid wogen hem nog jong reeds zwaar op de ziel. Had hij in zijn eenzaam bidvertrek toch iets van de aan de wereld onttrokken vroomheid der Claerkampster monniken vanuit hun kloostercel overgeërfd?

In elk geval beoefende hij wel de schrijfkunst op de wijze der kloosterbroeders. Als schooljongen schreef hij het op deftig oud-Hollands papier de nieuwjaarsgedichten voor zijn ouders. Bezat Thomas wel geen dichtersgeest, in zijn prachtige, met ganzenveer geschreven krulletters zou hij bijna de monniken evenaren. 
Vooral de inhoud echter legt er getuigenis vanaf hoe de jonge Thomas onder de indrukken verkeerde van dood en eeuwigheid. Er is bijvoorbeeld een brief in zijn „nalatenschap" van honderd rijmregels, gemaakt door hem als jongen van dertien jaar, waarin reeds een gedegen bijbelkennis kan worden opgemerkt. En later, zo ongeveer op twintigjarige leeftijd, „voelde hij zich in de eeuwige dingen thuis als een vis in het water en als een vogel in de lucht", zoals zijn biograaf het zegt.

Thomas' geestelijke verandering voltrok zich in stilte, zonder merkbare schokken of opmerkelijke bijzonderheden en onttrok zich overigens op de afgelegen boerderij veelszins aan menselijk waarneming. 
Maar de door hem geliefde Comrie stelt, dat de allereerste werkzaamheden des geloofs zich ontdekken in het begeren en hongeren naar Jezus uit een waar gezicht van zijn verloren staat en uit een gezicht van Zijn volstrekte noodzakelijkheid om door Hem met God verzoend te worden.
Welnu, dit werd het fundamentele levensbeginsel van Sinia. Mensen die veel gewicht hechten aan een modelbekering kunnen beter Comrie ongelezen laten. Diens onderwijs en besturing inzake het zieleleven is, er echter niet te minder om. 
De praktijk van het leven zal echter moeten openbaren of onze bekering de toets der Heilige Schrift kan doorstaan en het merkteken draagt van Gods Geest. Wat de Heere echter werkt kan niet verborgen blijven en zal zich te zijner tijd naar buiten openbaren.

De „boerenprofessor"

Zo gebeurde het op zekere dag dat Thomas — hij was toen waarschijnlijk even in de twintig — op een begrafenis was te Anjum. Na de maaltijd, terwijl de helpsters de kamer wat opruimden, stonden een aantal familieleden en vrienden bij de staldeur te praten. Thomas stond erbij en — wat ook de aanleiding moge zijn geweest — zijn tong werd losgemaakt en hij sprak over de dingen des Geestes dat elk zich verwonderde. Sedert dien tijd ontving hij vrijmoedigheid om te getuigen van de hoop die in hem was en kon hij niet nalaten zijn medemens te vermanen.

Thomas deed dan ook al jong belijdenis, hetgeen een uitzondering was in die streken. In verhouding tot het aantal doopleden was het aantal belijdende leden maar klein. Men durfde menigmaal geen belijdenis te doen aangezien men stelde, dat hiertoe zaligmakend geloof was vereist. Nog kleiner dan het aantal belijdende leden was het getal van mensen, dat deelnam aan het Heilig Avondmaal. De verborgen omgang met de Heere deed echter bij Thomas de begeerte naar die bediening des Verbonds toenemen en de Heere vervulde zijn begeerte op Zijn tijd.

In verstandelijk opzicht had hij op de catechisatie — o.a. uit de „grote Hellenbroek" — veel onderwijs gekregen van de rechtzinnige ds. Koopmans, die destijds in Rinsumageest-Sybrandahuis stond. Deze leraar kwam één dag per week naar Sybrandahuis „fragélearen" — zo werd de catechisatie in Friesland genoemd — 's morgens voor de meisjes, te middags voor de jongens. De Schrift werd naarstig onderzocht. Als de predikant vragen stelde over moeilijke zaken, zweeg Thomas meest uit bescheidenheid. Werd hem echter het woord gegeven dan wist hij de grondstukken der waarheid zo helder uiteen te zetten, dat er een glimlach over het gezicht van de dominee trok. Het grote verstandelijk talent en de gave om zijn gedachten duidelijk te formuleren, bleven ook anderen niet verborgen. Thomas kwam evenals zijn vader in het boerenbedrijf terecht en wij mogen geloven dat de Heere het zo heeft beschikt. Menig leraar kon echter wat de diepgang van geestelijke kennis en onderscheidingsvermogen betrof bij Thomas niet in de schaduw staan. Bij gelegenheid van de jaarlijkse samenkomst der Friese „Waarheidsvrienden" — een gewestelijke in 1584 gestichte organisatie tot verdediging der ware leer — in Leeuwarden, stond de bekende ds. J. W. Felix voor het raam van het logement „De Phoenix", toen Sinia in zijn eenvoudige boerendracht voorbijging. Ds. Felix liet zich toen ontvallen: „Kijk, daar loopt nu de man, die de professorsmantel aan kon hebben". Maar dat het voor alle dingen het beste is ook Sinia was er van doorgedrongen, om op de hemelse academie te worden onderwezen!

Lerend ouderling

Tot zijn drieentwintigste jaar bleef Thomas op de ouderlijke hofstee. Later huurde hij de zogenaamde „Tsjerkepleats" — een der Herv. Kerkelijke goederen, de zgn. pastoralia — te Sybrandahuis. Hierop ging hij met zijn huishoudster Klaske wonen, met wie hij later is getrouwd.

In 1863 werd ds. A. E. Kingma, die vóór ds Ploos te Reitsum stond, predikant te Rinsumageest-Sybrandahuis. Ds. Kingma was misschien nog strenger in zijn opvattingen dan de „vriendelijke en oecumenische Ploos", schrijft Algra. 
„Hij was vooral de man, die waarschuwde, die eerder de gemeente deed huiveren voor het Avondmaal dan dat hij haar vriendelijk nodigde tot de tafel des Hoeren, die het meer zocht in strengheid dan in liefde". De voorbereidingspreek „klonk als een klok". Ds. Kingma waarschuwde vaak voor zelfbedrog.

Moest de vrijzinnige ds. Hugenholz van Dokkum, één der felste tegenstander van de „dwepers" reeds klagen over „de geweldige toeloop van elder" onder het gehoor van ds. Koopmans te Rinsumageest, tijdens het pastoraat van ds. Kingma kwamen de „liefhebbers der Waarheid" van heinde en ver om in Rinsumageest — en één keer in de zes weken des zomers te Sybrandahuis — om voedsel voor hun ziel, aangezien op zoveel plaatsen stenen voor brood werd uitgereikt. De rijtuigen stonden dan in rijen langs de dorpsvaart.

Thomas Sinia werd als ouderling — straks als "lerend ouderling" — de rechterhand van deze jonge predikant en evenals deze in wijde omtrek bekend. En binnen afzienbare tijd kon er in de hele omgeving geen begrafenis zijn of Sinia werd uitgenodigd bij de zogenaamde „foargong" een stichtelijk woord te spreken. Hoeveel van zulke spreekbeurten, die vaak het karakter hadden van evangeliseren, door Sinia zijn vervuld, is niet te zeggen. 
In Rinsumageest van de honderd wel tachtig. Uren in het rond werd hij aangezocht: in de Wouden, op de noordelijke „klei", aan de zeekant en op arme Friese heide. Geregeld was hij ook voorganger in het lokaal naast de Ned. Herv. pastorie, toebehorend aan de Vereniging der Waarheidevrienden. Ook voor de zending, voor de christelijke school, voor de jongelingsvereniging, op de door de „Waarheidsvrienden" belegde bidstonden voor land en volk, en de door dr. Capadose gestimuleerde bidstonden voor Israël ging Sinia geregeld voor. 
En eens heeft hij ds. Kingma, toen deze niet in staat was om te preken, een jaar lang vervangen en ging hij elke zondag voor in het oude kerkgebouw.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 augustus 1975

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Thomas Sinia: de lerende boer te Rinsumageest-Sybrandahuis (I)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 augustus 1975

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's