Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rede van koningin Beatrix in de Knesset

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rede van koningin Beatrix in de Knesset

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijnheer de Voorzitter,
Leden van de Knesset,

De naam alleen al van uw vol uw vertegenwoordiging, Knesset, voert ons terug naar een ver verleden. Reeds 3000 jaar geleden kwamen uw voorouders in volksvergaderingen bijeen. Israël mag dan als staat betrekkelijk jong zijn, het joodse volk ziet terug op een zeer oude geschiedenis. De sporen van dat vroege verleden zijn hier op vele plaatsen en in vele vormen aanwezig.

Reizen door deze bijbelse gebieden is daarom als reizen door de tijd. Jeruzalem, Jericho, de Jordaan - deze oude namen zijn ook nu in het nieuws, maar roepen tegelijkertijd bij iedereen herinneringen op aan dat lange en rijke verleden.

Deze plaatsen en de vele herinneringen die ermee zijn verbonden, zijn niet alleen voor de joodse maar ook voor het Nederlandse volk van bijzondere betekenis. Toen onze voorouders meer dan vier eeuwen geleden de wapens opnamen tegen de Koning van Spanje en de vrijheidsoorlog begonnen die heeft geleid tot het ontstaan van de Nederlandse staat, spiegelden zij zich ook aan de geschiedenis van het joodse volk. Onze voorouders werden eveneens gedreven door een sterk geloof. Ook zij zochten naar een beloofd land en een nieuw Jeruzalem.

Heel de vroege geschiedenis van ons land is doortrokken van verwijzingen naar en vergelijkingen met het volk van Israël. De Bijbel was voor de inwoners van onze jonge republiek niet alleen een bron van inspiratie voor hun persoonlijke en godsdienstige leven, maar ook voor politiek en maatschappij, kunst en cultuur. Rembrandts beroemde schilderijen en bijbeletsen leggen hiervan een welsprekend getuigenis af. Ook het Koninklijk Paleis in Amsterdam is door beeldhouwers uit onze Gouden Eeuw versierd met toen bij iedereen bekende voorstellingen uit het Oude Testament.

De komst naar Nederland van een grote groep joodse immigranten, zowel uit Zuid- als later ook uit Oost-Europa, leidde bovendien op een vanzelfsprekende wijze tot een nadere kennismaking met de joodse cultuur en religie. Deze immigranten, veelal op de vlucht voor vervolgingen, vonden in ons land een veilige haven.

Zij droegen in belangrijke mate bij tot de grote economische en culturele bloei van ons land in die periode van onze geschiedenis. Vooral in handel en zaken werden zij concurrenten maar ook collega’s. Joodse bankiers, die veelal dit beroep uitoefenden omdat zij als niet-christenen geen toegang kregen tot de bestaande besloten gilden, financierden de legers die uiteindelijk voor Nederland de onafhankelijkheidsstrijd hebben gewonnen.

Vooral het kosmopolitische Amsterdam werd het centrum van een bloeiende en omvangrijke joodse gemeenschap, zozeer zelfs dat onze hoofdstad er zijn nog steeds bestaande bijnaam aan dankt: Mokum, -de “Makom”- veilige plaats. Joodse bibliotheken en seminaries verrezen. De joodse synagoge werd een van de schoonste en sereenste bouwwerken van de stad en is dat, onlangs in haar oude luister hersteld, nog steeds.

De geneeskunde en de rechtsgeleerdheid trokken, evenals andere vakgebieden, vele getalenteerde joodse studenten en geleerden. Onder hen bevond zich de controversiële Spinoza, die voortleeft als een van de grote filosofen uit de Europese geschiedenis.

In later tijden speelden joodse Nederlanders ook heel andere gebieden een rol van betekenis. De vroege vakbeweging bijvoorbeeld vond haar aanhang goeddeels in beroepsgroepen waarin joodse arbeiders een prominente plaats innamen. De Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond, opgericht op joods initiatief, is een voorbeeld geweest bij de totstandkoming van het vakbondswezen in Nederland.

Helaas bleek Mokum in de moeilijkste jaren van de aan rampspoed zo rijke twintigste eeuw niet de veilige stad te zijn die de naam suggereert. Het is niet nodig op deze plaats de verschrikking voor de geest te roepen die de Nazi-bezetting van 1940-‘45 voor de joodse bevolking van ons land heeft betekend. De meesten van onze joodse Nederlanders zijn afgevoerd naar concentratiekampen en vonden daar uiteindelijk de dood.

Wij weten dat velen van onze landgenoten zich moedig -en soms met succes- hiertegen hebben verzet en dikwijls met gevaar voor eigen leven hun bedreigde medemensen hebben bijgestaan. Bij ons bezoek aan Yad Vasjem gisteren hebben wij ook hun namen vereeuwigd gezien onder de bomen die daar zijn geplant. Maar wij weten ook dat dit de uitzonderingen waren en dat het Nederlandse volk de ondergang van zijn joodse medeburgers niet heeft kunnen verhinderen.

Vijftig jaar na het einde van de oorlog kunnen wij onze herwonnen vrijheid niet in vreugde herdenken zonder ons tegelijkertijd met verbijstering en verslagenheid af te vragen hoe dit heeft kunnen gebeuren. De recente plechtigheden in Auschwitz, waarbij u, Mijnheer de Voorzitter, en wij aanwezig waren, hebben deze gebeurtenissen opnieuw in alle scherpte voor ons opgeroepen.

Deze gruwelijke herinneringen blijven een voortdurende aansporing voor ons allen om op onze hoede te zijn voor de opkomst van nieuwe vormen van racisme, discriminatie en vreemdelingenhaat. Het is een dringende plicht, niet alleen voor regeringen maar ook voor iedere burger persoonlijk, alert en zonder aarzeling te reageren bij ieder blijk van een herleving van deze gevaren.

Juist de oorlogservaringen hebben in sterke mate bijgedragen tot de bijzondere band die na de oorlog tussen onze beide landen is ontstaan. De stichting van de staat Israël werd in Nederland met groot enthousiasme begroet. Deze staat gaf het joodse volk immers de eigen plek en de rechtszekerheid die de landen van Europa het niet had kunnen bieden.

Voor alle joden in de wereld was dit nieuwe land daarom niet alleen een toevluchtsoord, maar ook een bron van inspiratie en zelfvertrouwen. Ook duizenden Nederlanders vonden hier een nieuw bestaan. Anderen werkten hier tijdelijk, met inzet en enthousiasme, aan de indrukwekkende opbouw van het jonge land en bewaren aan deze pionierstijd een kostbare herinnering.

Bij alle conflicten die de jonge staat in zijn bestaan bedreigden, stonden het Nederlandse volk en zijn regering zonder aarzeling achter Israël. Dit gevoel van verbondenheid leeft ook vandaag nog. Voor veel Nederlanders staat vast dat er tussen onze landen een bijzondere relatie bestaat.

De geschiedenis van de staat Israël is bijna een halve eeuw oud. In de loop der jaren is er veel gebeurd en veel veranderd. Uit alle delen van de wereld, maar in het bijzonder uit Oost-Europa en het Midden-Oosten, zijn immigranten hier naar toe gestroomd. Met bewondering hebben andere landen, veelal zelfs met vluchtelingenvraagstukken geconfronteerd, gezien hoe uw land deze grote aantallen heeft opgevangen en in de samenleving opgenomen.

De toevloed heeft geleid tot een bevolking die cultureel grote verschillen vertoont. Dit heeft uw land verrijkt en in uw volk het respect voor anderen vergroot. De spraakverwarring die bij de bouw van deze toren van Babel dreigde, hebt u bezworen door iedereen Ivrit te leren.

Daarnaast is ook de religieuze verscheidenheid een bijzonder kenmerk van Israël. Het is het trefpunt van de drie grote monotheïstische wereldgodsdiensten, die de geschiedenis heeft voorbestemd hier in vrede naast elkaar te bestaan.

In vele landen bestaat grote bewondering voor het geduld en de toewijding waarmee Israël oplossingen zoekt voor deze veelheid van problemen. Het roept bij mensen die zich voor Israël interesseren, herinneringen op aan de pionierstijd, die zij soms uit eigen ervaring kennen, en aan het idealisme en de inspiratie die toen van dit land uitgingen.

Nu Israël meer jongeren telt dan ooit, is het een belangrijke taak voor de oudere generatie de vonk van hoop en verbondenheid die iedereen toen bezielde, aan een nieuwe generatie door te geven.

Mijnheer de Voorzitter

Vele oorlogen hebben het Midden-Oosten verscheurd. Dikwijls was uw land zelfs de inzet van die conflicten. Oorlog, geweld en terrorisme hebben een zware tol geëist. In de hele wereld heeft het leed van de Israëlische en van de Palestijnse bevolking de mensen geraakt.

Gelukkig zijn er thans tekenen die wijzen in de richting van een nieuwe toekomst, al blijft de weg erheen moeilijk en blijft iedereen die uw inspanningen op dit gebied volgt, zweven tussen hoop en vrees.

Het sterkste van deze gevoelens bleef de hoop. Onvergetelijk blijft de doorbraak die het bezoek van de Egyptische president Anwar Sadat aan uw land tot stand heeft gebracht. De hele wereld herinnert zich de beelden van hem en minister-president Begin hier in de Knesset.

De akkoorden van Camp David en het Israëlisch-Egyptisch vredesverdrag, die hierop volgden, waren verdere tekenen van hoop. De recentere handdruk op het gazon van het Witte Huis en de akkoorden met Jordanië en de Palestine Liberation Organisation zijn nieuwe en belangrijke stappen op de goede weg.

Hopelijk zullen ook uw andere buurlanden zich bij deze ontwikkelingen in een precair maar noodzakelijk vredesproces aansluiten. De wens van uw verre voorgangers, die al in de Declaration of Independence de “hand of peace and goodneighbourliness” uitstaken, zal daarmee eindelijk vervuld kunnen worden.

Op de vrede die wordt gesloten, zal ook verzoening moeten volgen. Dat laatste is wellicht nog moeilijker dan het eerste. Verzoening vergt een verandering in houding en geest van mensen die in bitterheid en haat tegenover elkaar hebben gestaan. Het vergt ook overwinning van het wantrouwen dat tussen hen is gegroeid.

Des te meer moeten wij de moed prijzen van de staatslieden en leiders die volharden in hun inspanningen voor het vredesproces en in hun streven naar verzoening omdat zij beseffen dat het alternatief van terreur en geweld uitzichtsloos en onaanvaardbaar is. Zij zijn voor een moeilijke opgave gesteld.

Ook in Europa echter leek na 1945 de verzoening tussen landen die twee wereldoorlogen hadden uitgevochten, een on mogelijke opgave. Toch hebben inspirerende staatslieden toen de weg gewezen en de vorm gevonden om de noodzakelijke verzoening tot stand te brengen.

De Europese Unie verenigt nu, na decennia van oorlogen en conflicten, de landen var Europa die deze oorlogen hebben gevoerd. Dit geeft ons de hoop dat wat in West-Europa kon, ook hier mogelijk is. Over drie jaar viert uw land zijn 50-jarig bestaan. Het zou de kroon op uw werk zijn dan met de geboortedag van uw land ook de vrede te kunnen vieren.

Leden van de Knesset,

Wat hier onder zeer moeilijke omstandigheden op technisch en economisch gebied is gerealiseerd, is indrukwekkend. Voor velen in de wereld is uw land hiermee een lichtend voor beeld geworden van wat pioniersgeest en ondernemingslust vermogen. Dit alles is tot stand gebracht in weerwil van een uiterst bedreigde situatie.

De niet aflatende zorg voor de veiligheid van de staat en zijn burgers heeft hoge eisen gesteld aan uw waakzaamheid en aan uw spaarzaamheid. Als deze belemmeringen, die zo lang hebben bestaan, zullen zijn weggevallen, zal voor u en uw buurlanden door nauwere samenwerking, ook met de Europese Unie, een nieuwe periode van economische groei en bloei kunnen worden ingeluid. Voor heel deze regio zal dan het woord van de Psalmist waar worden: „Ziet hoe goed en hoe lieflijk het is als broeders ook te zamen wonen”.

Uw taken behoren tot de moeilijkste waarvoor politici en staatslieden gesteld zijn, uw verantwoordelijkheden tot de grootste. Als leden van de Knesset belichaamt u de democratie en de daarmee verbonden zorgvuldige besluitvorming waaraan Israël ook onder de moeilijkste omstandigheden blijft vasthouden. Deze zaal herinnert eraan dat de enige oplossingen voor uw land democratische oplossingen zijn. Dit besef maakt onze aanwezigheid vandaag in uw midden, tot een speciale ervaring. Mijn man en ik danken u daar hartelijk voor. Wij zien in deze plechtige ontvangst in de Knesset een hernieuwd blijk van de bijzondere relatie tussen onze volken, die nu al vier eeuwen heeft standgehouden.

Dank u.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 maart 1995

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Rede van koningin Beatrix in de Knesset

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 maart 1995

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's