
Voorbede voor het volk
Wanneer David nu opnieuw bidt, doet hij dat vanuit de diepte van eigen onwaardigheid. In het besef van de hoogheid en heiligheid van de HEERE. God is zo groot en hij zo klein en zondig. Zo bidt hij: ‘Houdt U niet als doof van mij af’, en ‘trek mij niet weg met de goddelozen’. Treffend ...