
Schets eener leerrede over Hosea 13: 9,
Wij zijn samengekomen tot gemeenschappelijk gebed tot God„ den Heere des hemels en der aarde.
Wij moeten dan vóór alle dingen weten, hoe ons gebed moet zijn, zal het Gode behagen, en wat het is, dat wij van God begeeren.
Op de vraag, hoe ons gebed moet zijn, als het Gode welbehaaglijk zal ...

Bij het einde van het jaar 1893
Zes jaren zijn het nu, dat ons Zondagsblad uitgaat in de Gemeente. Steeds is de goede hand Gods over ons, zoo lezers als redactie, geweest, en tot nu toe hebben wij der waarheid getuigenis mogen geven. Waren en zijn ook de tijden kwaad, zijn degenen, die zich in ons geliefd vaderland om de met he ...

Oudejaarsavond
Oudejaarsavond, wanneer we aan u denken,
Wordt vaak met weemoed het harte vervuld ;
Maar ook met blijdschap voor 'tgeen God wou schenken,
Ja ook met dank voor des Heeren geduld.Weder een jaar heeft Gods gunst ons gegeven.
En in dit jaar zag op ons van omhoog,
Wat ons be ...

Betrachting over Johannes 14 : 22—26 en Heidelbergsche Catechismus, Vraag en Antwoord 65-
Bjj de behandeling dezer stof willen wij vooral hierop letten : w a t het w e r k v a n d e n H e i l i g e n G e e s t i s , en w a a r - t o e h e t H e i l i g A v o n d m a a l d i e n t.
Wij lezen Joh. 14: 22: J u d a s , n i e t de I s k a r i o t , — die was veel te hoogmoedig, om zulk ...

Op den laatsten dag des jaars
Hoe rustloos jaagt des menschen hart steeds voort
Langs 't pad van 't ijdel en kortstondig leven ;
Hoe zoekt de mensch naar wat hem 't meest bekoort,
Naar 'theil, dat hij toch nimmer zich kan geven.
En ondertusschen gaat de tijd voor hem voorbij,
En de arme mensch, hij denkt e ...

Correspondentie
Uit Noord-Duitschland — Op kerkelijk gebied ziet het er niet verblijdend uit. De Evangelische kerken zuchten zeer onder den schier ondraaglijken last der staats voogdij, die thans vooral in Pruisen uitgeoefend wordt, waar de Gemeenten niet eens meer bij machte zijn om van de Gemeenteleden eene ke ...

Overdenking van Mattheüs 25: 31—46-
Het is een ernstig en geweldig woord, dat de Apostel der Gemeente voorhoudt, als hij Hebr. 9 : 27 schrijft: „Het is den menschen gezet, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel", — een woord, dat men zoo gaarne zou willen voorbijgaan en dat men in beklagenswaardige lichtzinnigheid voorbijgaat, z ...