
Komst en welkomst I
De Heere Jezus heeft de schare onderwezen over het manna en daaruit oorzaak genomen om zichzelf aan te dienen als het brood des levens. Den dag na de spijziging der vijf duizend zijn velen van de scharen teruggekeerd naar de plaats waar de Heere Christus dit wonder had verricht. Zij hopen Jezus d ...

Komst en welkomst II
Bij het komen tot Jezus stonden wij samen stil. Hebt gij nog eens gedacht aan dat vogeltje? Hebt gij zoo Jezus ontmoet, gerust aan zijn boezem, uitgeput van honger, verkleumd van koude? Dan weet gij nu wat het zegt: die tot mij komt, zal geenszins hongeren en die in mij gelooft zal nimmermeer dor ...

Komst en welkomst III (Slot)
Waarin toch bestaat dit geven des Vaders aan den Middelaar in den tijd.
Al wat mij de Vader geeft zal tot mij komen.
De verzen 44 en 45 leeren ons dit nader verstaan: Niemand kan tot mij komen, tenzij de Vader, die mij gezonden heeft, hem trekke Een iegelijk dan, die het van den Vader geh ...

Door den Vader getrokken
Deze verzen sluiten aan bij de voorafgaande. Wij wijzen op:
le. De ongeschiktheid des zondaars om tot Jezus te komen.
2e. De trekking des Vaders noodzakelijk.
3e. Door de Schrift bewezen.
In de eerste plaats dan spreekt onze text van de ongeschiktheid des zondaars in zijn natuurst ...

De Woorden des eeuwigen levens I
De Heere Jezus, onze hoogste Profeet en Leeraar, onderwees zijne discipelen en zijn verdere hoorders in de synagoge te Kapernaüm. Hij had hun gesproken van het brood des levens, van het komen tot hem om in eeuwigheid te leven. Ook had Hij gewezen op de waarheid, die onze natuur afstoot: niemand k ...

De Woorden des eeuwigen levens II
Het was een zieldoorzoekende vraag, die Jezus richtte tot zijne jongeren. De vraag leek bijkans te scherp. En toch was zij dat niet, want Jezus kende niet wat wij kennen, een onheilige natuur, met een: nu, als gij lust hebt, gij kunt gaan; ik kan u ook missen!
Zoo was Jezus niet. Zijn woord k ...

De ware levensbegeerte I
David, de man naar Gods hart, begint dezen levenspsalm met den lof des Heeren. De Heere is mijn licht en mijn heil, voor wien zoude ik vreezen? Hij vangt dus aan met te belijden wie de Heere, die trouwe Bonds-God, voor hem was, is én wezen zal. Een goed begin. Mogen wij daarvan ook niet gewagen n ...

Gods gerichtswagens II
De profeet ziet in visioen vier wagens te voorschijn komen van tusschen twee bergen. Hij staat in de laagte en blikt op om dit alles waar te nemen. Wanneer hij op die bergen let blijkt hem dat ze van koper zijn.
Die bergen waren bergen van koper.
Als de gerichtswagens uitrijden zal de wer ...

De lovende pelgrim I
Dit loflied is van David, den koninklijken zanger Israëls, den man naar Gods hart. Hij heeft door den Geest van zijn grooten nazaat zooveel het vleesch aangaat, gezongen voor de Kerk der eeuwen. Hij was tevens een type van zijn Spruite, de spruite Davids, de vrucht der aarde die tot voortreffelij ...

De lovende pelgrim III (Slot)
Een derde weldaad die stof tot lof biedt en een prikkel is voor den zanger om zijn ziel op te welcken tot den prijs des Heeren, is de verlossing van het verderf.
3e Die uw leven verlost van het verderf.
W i e is die Hij? Alleen Jehova, de trouwe bonds-God, die een volkomen verlossing tot ...